In het eerste deel beschreef ik met welke materialen ik vis als ik spinners inzet. In dit deel wil ik wat dieper ingaan op de spinners zelf en de leaders.
Tekst en foto’s: Frans Oomen
De spinners die ik graag gebruik zijn over het algemeen niet te groot. Meestal hebben ze een bladmaat nr 6 tot nr 8. Er is een hele waslijst aan verschillende spinnerbladen te koop, te veel om ze hier allemaal op te noemen. Ik zal me daarom beperken tot de bladmodellen die ik gebruik.
Wilgen blad of Willow leaf
Een langwerpig blad in de vorm van, jawel, een wilgenblad. Dit draait snel rond de as en slaat niet ver uit. Geeft weinig weerstand in het water waardoor hij lekker snel te vissen is. Het blad heeft ook niet al te veel lift in het water waardoor je met relatief weinig gewicht toch diep kunt vissen. De bekendste spinners met dit bladmodel zijn wel de Mepp’s giant killer’s. Deze spinner tref je bij mij en enkele van mijn vismaten regelmatig aan. Ze zijn hier en daar in Nederland ook te krijgen.
Ook met de spinners van Windel’s heb ik goed gevangen. Deze zul je hier in Nederland niet snel tegen komen in de winkels. Bestellen via internet in de VS dus. Wilgenbladen starten over het algemeen slecht op maar met de hierboven genoemde Windel’s en de Giant Killer heb ik daar weinig last van. Deze hebben ook een iets ander blad.
Colorado bladen
Van het type Colorado gebruik ik vaak de Muskie Marabu van de firma Mepps. Het blad heeft wat meer lift waardoor je deze spinner automatisch wat hoger vist in het water, zeker als je wat snelheid maakt.
Veel van de spinners die ik zelf gemaakt heb zijn ook met dit blad uitgevoerd. Vaak bouw ik ze als een bulger, dat wil zeggen met 2 spinnerbladen waarvan de ruiters in elkaar draaien. Meestal gebruik ik wel flink wat lood en grote messing kralen voor mijn spinners om ze toch wat dieper te kunnen vissen.
Olympic bladen
Het olympic blad is een soort van kruising tussen een colorado en een wilgenblad. Ze starten altijd mooi op en hebben niet te veel lift. Ze worden ook wel “Turtle back” genoemd. Er zijn niet veel spinners in de handel met deze bladen. Ik bouw ze eigenlijk altijd zelf. De eerste Cowgirls waren ook met dit blad uitgevoerd.
French blade
Het French blade of Frans blad (whats in a name?) is een blad dat je op veel Mepps spinners aan treft. Mepps is Frans dus vandaar de naam denk ik. Mooi snel te vissen. Komt ook niet te snel omhoog.
Fluted bladen
Deze bladen gebruik ik op spinners die slechts met een blad uitgevoerd zijn. Net als colorado bladen geven ze veel weerstand. Ik vis ze nooit als bulger maar het kan wel. Dit zijn zo ongeveer de bladen waartoe ik me beperk. Zoals gezegd zijn er nog meer modellen te koop. Ik zou echter gewoon kijken wat er in de handel te koop is aan spinners en me beperken tot de bladen waarmee deze uitgerust zijn, dan weet je zeker dat je goed zit.
Het laatste stukje
De hengels, reels en spinners zelf hebben we gehad dus moeten we nog even naar de leader en de hoofdlijn kijken. Leadermaterialen zijn er te kust en te keur. Vroeger was er eigenlijk alleen gevlochten staaldraad. Tegenwoordig kunnen we kiezen uit tal van leadermaterialen. Spin/jerkbaitstangen, fluor carbon, gevlochten titanium en mono titanium zijn de meest gebruikte materialen. Ik heb een uitgesproken voorkeur voor spinststangen, uitgevoerd met een spiraalsluiting. Echt populair zijn deze dingen niet meer tegenwoordig.
De andere materialen hebben de plaats overgenomen van de spinstang. Ik zie echter de eigenschappen van die spullen niet als een voordeel bij het vissen met spinners. Je vist je kunstaas immers recht-toe-recht-aan binnen, het hoeft niet uit te slaan naar links of naar rechts zoals een jerkbait (die vis ik touwens ook meestal aan een stang).
Met de onzichtbaarheid van fluor carbon loop ik ook al niet weg, ook niet op gedresseerd water. Zou een vis die link tussen leader en kunstaas kunnen leggen denk je? Als ze al eens eerder met kunstaas kennis gemaakt hebben dan weten ze wat een dreg is en die hangen nog altijd onder ons kunstaas. Soms wel met zijn drieën tegelijk en toch blijven ze er in happen. Dressuur? Ik geloof er zeker wel in maar in het geval van leaders moet ik het eerst allemaal nog eens zien. Trouwens, als een spinstang de vis af zou schrikken, wat doet de as van een spinner of spinnerbait dan? Dit is toch hetzelfde materiaal?
Buiten spinstangen blijf ik van al die andere materialen hardnekkige verhalen horen over breken van spelden, breken op een knik en metaalmoeheid van het titanium, vezelbreuk bij gevlochten titanium, door raspen van fluor carbon en weet ik wat al niet meer. Al deze dingen heb ik met een spinstang met spiraalsluiting nog niet aan de hand gehad. Ok, er knikt er ook wel eens eentje en als daar nog wat aan te verbuigen valt dan vis ik er mee door. Is de stang hopeloos verbogen dan gooi ik hem weg. Bij titanium gooi je al snel een paar euro weg. Het is wel goed materiaal maar pas wel op met knikken en zorg dat je het voldoende door je sleeves heen haald!
Voor wat betreft lijnen kies je ook nu weer voor een wat dikkere lijn. Gevlochten lijn tussen de 65 en 80 Lb is ideaal. Lichter liever niet.
Als laatste wil ik je mee geven een goede haken vijl aan te schaffen. De haken die we op veel spinners aantreffen zijn nog al bot. Even paar een keer goed met de vijl er langs en je vist een stuk scherper.
Een tijdje terug hadden vismaat Nico en ik weer eens een visdag op een van onze favoriete wateren. Vissen met Nico staat in de regel garant voor vis in de boot, gezelligheid en culinaire hoogstandjes. Het liep echter niet lekker deze dag. Nico had weliswaar al een mooie tachtiger te pakken op een kleine spinnerbait maar verder bleef alle actie uit op de gekende stekken. We besloten een stuk aan te pakken waar je een lange drift kunt maken boven diep water en waarbij je een mooi talud kunt aanwerpen.
Tekst en foto’s: Frans Oomen
We zullen een paar honderd meter afgelegd hebben op de elektromotor als ik in eens boven diep water een harde beuk krijg op mijn hengel. In eerste instantie voelt het alsof ik vast hang, maar ik ben al lang over het talud met mijn spinner. Na een of twee tellen begint er toch langzaam iets te zwemmen. Meestal een teken dat het een goede vis betreft. Op dat moment viste ik met een eigenbouw bucktailspinner en deze zit keurig in het scharnier gehaakt. Na wat bangelijke momenten onder de boot waarbij de vis ook nog eens besluit volledig uit het water te springen kan ik hem landen. Na het gebruikelijke meten mag de vis met mij op de foto om vervolgens weer het droge voor het natte te verruilen. We vieren een klein feestje in de boot om vervolgens weer lekker verder te vissen.
Bucktails
Toen ik eind jaren 80 en begin jaren 90 als beginnend snoekvissertje de polders in trok, viste ik met niet veel meer dan een onverzwaarde spinner, type Ondex of een Jan Eggers tandemspinner. Van jerkbaits was ons nog niets bekend en veel pluggen liepen of te diep of ze waren boven ons budget. Er was bij mij in de buurt ook niet zo veel te koop op dat gebied. Een Big S (wie kent hem niet?) was nog redelijk goedkoop maar deze liep nét iets te diep en de Rapala’s waren niet te betalen van mijn zakgeld. Dus visten we met spinners.
Tegenwoordig laten we de kleinere wateren steeds vaker achter ons sinds een aantal van ons in het bezit is van een visboot. Je hebt ook al snel een berg vergunningen nodig als je in een aantal polders wilt vissen terwijl je op de meeste grote wateren met een vergunning kunt volstaan. In de polder is echter voor mij, en ik denk voor vele van ons, de liefde voor het vissen met spinners ontstaan. Veel vissers laten spinners voor wat ze zijn op het moment dat ze het kleine water verruilen voor het grotere water. Pluggen, groot rubber en jerkbaits zijn toch wel het meest gebruikte kunstaas en tegenwoordig kun je daar ook de spinnerbait aan toevoegen.
Gekke koeien
Als je op diverse internet fora of in gesprekken met andere vissers begint over spinners dan duurt het tegenwoordig niet lang voordat het onderwerp “ Cowgirls” of “ Twin tens” aangesneden wordt. Het is net alsof de normale bucktail spinner overgeslagen wordt. Toegeven, ze vangen hun vissen wel, die grote dingen en ik heb er ook wel mee gevangen maar ik ben er geen fan van en wel om een aantal redenen.
Ten eerste vind ik ze voor het formaat te licht. De twee bladen hebben nog al wat lift en dat maakt dat ze hoog in de waterkolom gevist worden. Da’s mooi om over planten te vissen maar daar acht ik spinnerbaits beter geschikt voor. Twin tens zouden de planten aan de kant drukken maar ik merk daar weinig van. In open water vind ik dat ze weer iets dieper mogen lopen . Zeker als er wat water staat. Vaak worden ze gevist aan hengels die ook gebruikt worden om te trollen. Wordt het kunstaas wat zwaarder worden dan vallen deze hengels al snel af en zul je moeten grijpen naar een muskie hengel. Op zich geen punt want dit soort hengels gebruik ik ook. Ik heb inmiddels zelf de nodige Twin tens gemaakt met wat extra gewicht om dieper te vissen.
De grote bladen geven enorm veel weerstand. Dat maakt dat je ze met een trage reel moet vissen. Een fan van trage reels ben ik niet echt. Daar spinners een echt zomerkunstaas zijn vis ik ze liefst met een beetje snelheid. Gewoon om de vis niet de tijd te geven er lang over na te denken. Met een trage reel kun je ze simpelweg niet snel vissen. Die trage reel betekend ook weer een extra aanschaf en die is vaak niet gering.
Ze maken wel behoorlijk wat los onder water. De twee bladen en de bos flash blijven zeker niet onopgemerkt. Daarin schuilt naar mijn mening ook een groot gevaar voor herkenbaarheid als er veel mee gevist wordt. Ik heb dat ook met bv ratelpluggen. Ook die vangen vis maar na verloop van tijd lijkt het als of de vangsten terug gaan lopen. Zou je ze sneller willen gaan vissen dan ga je meer naar een reel van het type zeereel.
Reels en hengels
Zoals ik hier boven al schreef vis ik mijn spinners met een reel en het liefst met een beetje snelheid. Met een trage reel lukt dit niet goed. Een reel met een snelheid van 1:5.3 of 1:5.1 is dus waar ik voor ga. Sneller dan die 1:5.3 ga ik eigenlijk ook niet. Snellere reels hebben een fijnere vertanding op de tandwielen met als gevolg dat deze minder kracht kunnen hebben.
Een nieuwe trend is het vissen met reels die eigenlijk gemaakt zijn voor op zee. Je kan hier veel kracht mee zetten en dus zwaar kunstaas mee vissen. Veelal zijn ze niet meer van een gewone sterslip voorzien maar van een leverdrag en doorgaans zijn ze alleen in rechtshandige uitvoering te krijgen. De reels Avet en Accurate vormen daar een uitzondering op en ook de 7001 van Abu is een linkshandige reel.
Ook op het gebied van hengels valt er het een en ander te vertellen. Veel van de hengels die aangeprezen worden voor spinners en spinnerbaits vind ik simpelweg te licht. Prima hengels om te trollen maar naar mijn mening niet geschikt om werpend mee te vissen. Zo’n hengel mag voor mij wel een snelle topaktie hebben en dat is iets wat bij trolstokken vaak ontbreekt. Ook wat body onderin om een figure eight te draaien vind ik gewenst. Niet dat ik dit de hele dag door doe maar bij het krijgen van een volger doe ik dat wel. De ideale lengte voor een hengel voor spinners vind ik 8 tot 8.6 voet. Over werpgewichten kun je heel veel schrijven maar elke fabrikant heeft een andere classificatie. Kwestie van gevoel denk ik als je naar een hengel gaat kijken. Als de hengel een 100 tot 150 gram probleemloos kan weg zetten dan is het naar mijn beleving goed. Gemiddeld genomen zou ik kijken voor een hengel met een werp gewicht tot 3 oz tot 6 oz. Dit verschilt wel per merk heb ik ondervonden, dus het best voel je zelf even. Let op! Je kiest een hengel wel snel te licht.
Wat ik ook erg belangrijk vind in de lengte van de handgreep onder de reelhouder. Deze mag bij mij lekker lang zijn. Je kan dan de hengel perfect in je zij klemmen met je elleboog of bovenarm. Hierdoor ontlast je je polsen tijdens het binnen draaien van de spinners. Als die handgreep te kort is krijg je na verloop van tijd een lamme arm doordat je continu tegendruk moet geven.
Dit was het voor nu. Volgende week gaan we dieper in op de spinners zelf en kijken we naar de rest van de materialen.
Dag 4: Langsjon Een nieuwe dag, een nieuw meer. Langsjon wordt het vandaag. Een langgerekt meer zoals de naam al doet vermoeden. Door een kleine sluis wordt dit meer gescheiden van het gisteren beviste Kyrksjon.
Tekst en foto’s: Frans Oomen
Het waait wat harder dus de vliegenhengel van Frank wordt niet gebruikt. We starten weer redelijk dicht aan de helling maar in tegenstelling tot de vorige dag loopt het niet direct hard. Ik krijg een aanbeet en Frank een volger. We besluiten om wat meer “run and gun” te vissen. Snel verkassen dus als we een stek aangedaan hebben die niets oplevert. Zo lopen we sneller tegen de vis aan. Zo af en toe krijgen we een beet of een volger op onze jerkbaits maar echt wild is het nog niet. Pas halverwege het meer begint het wat harder te lopen. En zonder het echt in de gaten te hebben loopt de teller al naar een vis of 8. Strak tegen de rietstengels vangen we ze weer. Op een enkele plek waar er buiten het riet ook wat begroeiing staat vangen we er ook een paar. De plantengroei is nog niet helemaal ontwikkeld maar als je ze vind, vind je zeker ook snoek.
Als we helemaal aan het einde van het meer zijn kunnen we via een smalle doorgang naar het Storsjon meer. Een serieuze slok water, maar wel een met hele mooie stekken. We vinden er een rietkraag met een vrij steil talud er onder dat van 2 naar 5 meter loopt. Een stek om een dikke te vangen. Een paar worpen met mijn Toppie tot tegen het riet en BAM! Een grove vis heeft het kleine jerkbaitje te pakken. Grappig genoeg gaat het kunstaasje rechtop in de bek van de vis staan waardoor hij met zijn bek open zwemt. De dril is desondanks toch nog behoorlijk en na een paar minuten kan ik hem bij de kladden grijpen. Met 95 cm mijn grootste tot nu toe deze vakantie. Een prachtig getekende snoek van het open water.
Aan het einde van de dag gaat de wind liggen en komt de zon er door. Morgen zal het taaier worden. Bij het traileren doen we een vervelende ontdekking. Een van de achterbanden van Franks auto is plat. Gelukkig heeft hij een reservewiel bij zich dus voordat we naar huis kunnen moeten we eerst nog even een band verwisselen. Er blijkt een spijker in te zitten. Daar het reservewiel slechts een zgn “thuiskomer” is zal deze ter plaatse gemaakt moeten worden. Rickard bied gelukkig de oplossing. Vooraan in Hudiksval zit een bandencentrale waar we maandagochtend terecht kunnen. Morgen (zondag) gaan we gewoon vissen!
Dag 5: Storsjon
We besluiten nog een dagje te wagen aan Storsjon en Langsjon. Zoals voorspeld zou het wat taaier gaan worden. Dit omdat we merkten dat de vissen toch al redelijk vroeg gepaaid hadden en langzaamaan uit het ondiepe zouden trekken. De grote snoeken waren in elk geval al weg. Ervaring is nu eenmaal dat je daarvoor echt vroeg in het voorjaar naar Zweden moet. Dit jaar, nu alles veel vroeger is, zijn de vissen ook eerder afgepaaid.
Als eerste werden de meest succesvolle stekken van de dagen ervoor aangedaan. Ons vermoeden bleek te kloppen. Het windstille weer en het zonnetje maakten dat er nog maar weinig vis op de stekken lag. Als er wat dieper visten kregen we wel af en toe een aanbeet. Naast vissen maakten we ons nuttig door in de GPS een onderwatereiland in kaart te brengen. Een gevaarlijke plek om te varen midden op het meer. Maar ook een potentiële stek voor een echte buffel te vangen. Ik heb iets met onderwatereilanden. Liefst omringd door diep water is het de perfectie pleisterplaats voor grote vissen van het open water die je anders alleen trollend vangt. Gisteren loste ik nog een vis op deze plek. Vandaag, op een volger na is het er stil. Ook hier staat de zon vol het water op te warmen en ik denk dat dat voor de snoeken iets te snel gaat.
We verplaatsen ons naar Storsjon, het grote meer. In de doorgang vinden we nog wel wat paaiende vissen maar die liggen te ver in het uitgestrekte riet. Uiteindelijk kan ik er toch nog een paar vangen op een topwater plugje. In het ondiepe tussengebied tussen Langsjon en Strosjon bevinden zich wat kleine eilanden waar rond om wat riet staat. Hier kregen we uiteindelijk toch wel wat aktie op onze topwaters. Met zulke spooks van Illex, Lucky Craft en Xorus is het heel spannend vissen. Je mist er wel eens een vis op maar dat is ook spectaculair. Bovendien krijg je vaak een herkansing.
We gaan een stukje verder onder een brug door. Het water stroomt hier het meer uit dus daar is altijd wat te beleven. Er zit enorm veel aasvis in de baai dus er moet ook snoek liggen. En of die er ligt. In een schooltje aasvis zien we een vis het water uit klappen die richting de meter gaat. Een serieuze bak. We gooien de stek goed uit en op de terugweg doen we hem nog een keer aan maar helaas. De vis wilde helaas niet meewerken. Wel vangen we nog een hand vol kleinere vissen.
Terug naar Langsjon dan maar. Langzaamaan richting de helling doen we nog wat stekken aan. Voor ons gevoel is het niet wild maar eigenlijk mogen we niet klagen met 15 vissen. We zijn wat te veel verwend de voorgaande dagen. Wat we ook zien is dat er al veel vis in diep water zit. Als je dit op het ondiepe treft weet je niet wat je meemaakt!
Omdat we morgenavond bezoek krijgen en ons een etentje aangeboden wordt vissen we niet te lang door. We pakken vast wat in want over 2 dagen moeten we vroeg vertrekken. Tegen een uur of 7 gaan we van het water en het wordt uiteindelijk toch weer rond middernacht voordat we in ons mandje kruipen.
Dag 6: De Oostzee
De laatste dag alweer. We zouden het kort houden vandaag. In de eerste plaats omdat we een band moesten laten repareren uiteraard en omdat er aan het einde van de middag een diner op ons stond te wachten.
Als eerste maar eens achter die band aan. Direct vooraan in Hudiksval zit een niet te missen bandencentrale. Monteur Stefan ging direct aan de slag en amper een kwartier later waren we good to go! Omdat we toch in Hudiksval waren werd er besloten om vandaag de Oostzee aan te doen. Vlug de boot getrailerd en op naar de beoogde stekken. Toch handig als je een laptop bij hebt waar mee je op Google maps je stekken kan zoeken. Een huisje met internet is dan wel makkelijk. Het eerste stuk van de baai bij Hudiksval is wat saai met vooral veel diep water. Het valt me op dat er grote scholen vis in het diepe zitten. Haring? Ik hoop dan maar dat de snoeken zich nog op het ondiepe bevinden.
Het was een eindje varen maar uiteindelijk kwamen we in een gebied met meerdere interessant uitziende baaitjes en vele eilanden. Onderweg daar naar toe passeerden we nog andere hellingen dus we hadden er sneller kunnen zijn. Hoe dan ook, we wilden relaxed vissen op onze laatste dag dus we varen rustig verder, net zo lang toe we iets interessants zien. In het eerste baaitje was het nog niet te wild. Frank kreeg een aanbeet en een volger op een blauwe streamer. Blauw doet het altijd goed in Zweden.
De volgende baai dan maar. Hier aangekomen krijg ik al na een paar worpen een loei harde aanbeet. Helaas lost de vis al na een paar tellen. Een van de tanden van de vis zit nog in de jerkbait. Echt groot was de vis niet maar wat een kracht! Hij lag vlak onder de kant in de opening van de baai tussen een paar grote rotsen. Een stukje verder zien we nog een paar volgers. Het begin is er. Naarmate we dus verder naar de eilanden toe gaan krijgen we meer actie. Een paar honderd meter opschuiven en op nieuw proberen. Hier liggen grote met algen begroeide keien in het water. Oppassen met de schroef dus. Ik trim de motor voor alle zekerheid want er staat best wel een redelijke wind. Een paar worpen tussen de stenen en mijn Smitty jerkbait wordt bruut gegrepen. De vis, een mooie 80er blijft maar gaan. Ongekend. Als riviervisser ben ik gewend aan sterke snoeken maar dit heb ik bij mij op de rivier nog niet eens meegemaakt. Dit is een heel ander slag snoeken als op de meren die we hiervoor bevist hebben. Ze zijn lichter van kleur, aangepast aan het leven tussen kelp en de algen op de rotsen. Het lijf van de vissen is ook steviger en een opvallend kleine kop. Ik denk dat ze aangepast zijn aan het leven in het brakke water met de bijbehorende prooivissen en snel groeien.
Ik vang er nog een tussen de stenen en even later mag ook Frank zijn eerste vis van vandaag landen. Strak onder de kant aan de monding van een baai. Aasvis zien we nog niet. Zouden ze soms liggen te wachten op de haringen die in het diepe verblijven. Als die onder de kust komen is het een vreetfestijn van jewelste natuurlijk. Dit vermoeden word s’avonds door visgids Jonny bevestigd. De haringen kunnen hier elk moment arriveren en de snoeken nemen hun positie in.
Het loopt al aardig in de middag als ik bij een van de laatste stekken een alles vernietigende aanbeet krijg. Dit is hem! Hij komt al even langszij en ik zie dat het een mooie vis is die wellicht over de meter gaat. De vis neemt in het eerste schot zo maar een run van 15 meter. Ik heb niet mijn zwaarste hengel bij me maar het is toch wel een stevige stok waarmee ik in Nederland al vele grote snoeken de baas ben geweest. Tot 2 keer toe mislukt de handlanding doordat de jerkbait achterstevoren in zijn bek zitten de staart dreg er los bij hangt. Uiteindelijk heb ik hem te pakken. Voor de meter komt hij net een paar cm te kort maar hij gaf een gevecht waar menig metersnoek niet tegenop kan.
Ik besluit nog een stek aan te doen voordat het welletjes is voor vandaag. Deze brengt niet wat het had moeten zijn dus ik laat Frank nog een poging wagen op de stek waar ik in de ochtend die mooie aanbeet kreeg. Ik ruim ondertussen wat op. Een hengel tuig ik nog niet af. Je weet immers nooit. Op de stek aangekomen zien we al snel redelijk wat actieve vis. Ze jagen op iets in een klein baaitje Frank smijt een paar keer met de vlieg en ook ik besluit nog een paar worpen te maken. Dat wordt direct beloond met een kleine snoek. Frank is ondertussen vast komen te zitten achter een rots dus ik onthaak hem snel. Als Frank los is, is het voor mij mooi geweest. Ik pak in. Frank vangt er niets meer bij.
Vandaag was het een beetje zoeken naar de juiste stekken en hebben we redelijk wat tijd verloren met de kapotte band en het zoeken naar plaatsen. Eens we de snoeken gevonden hadden kon het wel hard gaan want we kregen alle actie op slechts een paar honderd meter. Echter met veel eilandjes en baaien heb je dat niet even snel uitgevist. s’Avonds in het huisje wachtte ons een aangename verrassing. Er was voor ons en nog wat andere gasten gekookt in ons huisje.
Kipfilet uit de oven met een kruidige saus, frisse salade met zalm, gekookte aardappelen en een groot stuk appeltaart met vanille saus achteraf. Weggespoeld met een koud biertje kan je de vakantie niet beter afsluiten. Na het eten hebben we de visserij met Rickard en Jonny nog eens goed door genomen en op de waterkaarten aangegeven waar de goede stekken zijn en waar het voorzichtig varen is. De volgende ochtend zetten we de terugreis in. 8 uurtjes rijden tot Gotenburg, nachtje slapen op de boot en dan van Kiel naar huis. Thuis even de vuile was afgooien, nieuwe kleren pakken en de boot aankoppelen voor nog een paar dagen in eigen land. Frank wist nog een boot te winnen in de Predatortour, ik moest het met mindere vangsten doen. Terug in de realiteit dus.
Samenvattend
Het gebied rond Sordellen, of Dellen zoals ze zelf zeggen bied vele mogelijkheden. Zowel op de wateren die direct aan het huisje liggen als in de omgeving. Wij zijn vooral werpende vissers maar met behulp van de beschikbare waterkaarten zijn er zeker mooie plaatsen te vinden waar je ook goed kan trollen. Er zijn plekken die door de forelvissers gemeden worden omdat ze er te veel last krijgen van snoeken. De huurboot is ook zeer geschikt om met meerdere hengels trollend te vissen zoals dat in Zweden gebruikelijk is. Planers en dergelijke zul je wel zelf moeten verzorgen. Ik zou ze zeker meenemen als je wilt trollen. Het is een manier om selectief de grotere vissen van het open water te vangen.
Omdat het wat verder rijden is, is het hier zeer rustig. We hebben in de hele week 2 lokale snoekvissers gezien. Van dressuur is hier geen sprake. Qua vissoorten is het vooral de snoek voor ons geweest. De regenboogforel van Frank beschouwen we als een uitzondering. Ik meen zelfs dat die na verloop van tijd weg trekken. Baars zit er ook en op sommige plaatsen zagen we er regelmatig enkele volgen van ca een centimeter of 30. Snoekbaars zit er ook op deze meren. Ze schijnen nog groot te worden ook. Wij hebben er niet op gevist. De Zweden trollen er hoofdzakelijk op in half water. Het zogenaamde “sharp shooting” staat nog in de kinderschoenen maar dat zou ook moeten werken. Op Kyrksjon zou je ze ook op de voor ons bekende manieren wel kunnen vangen. Dit meer doet wat meer Nederlands aan qua bodem structuur.
De bestemming Sordellen is te boeken bij Cordes Travel (http://cordestravel.nl/zweden/sordellen-zweden-vissen-op-snoek/). Linda en Raffie doen er alles aan om je vakantie zo goed mogelijk te laten verlopen en je van de juiste informatie te voorzien. Mij is de service in elk geval echt heel goed bevallen.
Naast Sordellen zitten er nog tal van andere avontuurlijke bestemmingen in hun pakket voor zoet en zout water en het aanbod wordt nog steeds uitgebreid. Meld je ook even aan voor de nieuwsbrief dan blijf je op de hoogte van interessante visbestemmingen, buitenlandse vangsten én de gezellige Cordes Travel dag.
Dit voorjaar trokken vismaat Frank Mylle en ik voor 8 dagen naar midden Zweden om wat te pionieren op verschillende wateren. Het werd een geweldige week. De heenreis verliep soepel en tegen het middaguur arriveerde we in Kiel om daar in de avond de ferry naar Gotenburg te pakken. De volgende ochtend rolde we om ca 9:30 uitgerust van de boot en begonnen we fit aan deel 2 van de trip. Op naar het plaatsje Näsviken. Met nog 700km voor de boeg een behoorlijke rit dus. De pitstop op de boot was een mooi rust moment.
Tekst en foto’s: Frans Oomen
In de avond arriveerden we op de afgesproken plaats en konden we de Jonny “Knossas” Johansson de hand schudden. We volgden hem naar ons verblijf voor de komende dagen alwaar we Rickard Blank ontmoetten. De eigenaar van het huisje. Het huisje was basic maar verder prima in orde. Het bied plaats aan 4 personen dus voor ons 2 was het perfect. We hebben wel beide de gewoonte om nog al veel materiaal mee te nemen dus het was toch wel redelijk vol. Daar bovenop had Frank in de dagen na deze vakantie nog een deelname aan de Predatortour geplant staan dus al het eten en drinken voor de 2e week was ook mee.
De plannen voor de komende dagen werden doorgesproken met Rickard en Jonny. Als eerste zouden we de voor de deur gelegen meren Sordellen en Noradellen gaan bevissen
Dag 1: Noradellen
Op dag 1 gingen we op pad met de gidsboot van Jonny. Een slagschip van een boot, oorspronkelijk gemaakt om te trollen op forel, zalm en snoek op de bekende Zweedse manier met veel hengels, planerboards, downriggers en wat al niet meer. Voor ons zou het echter een dagje werpend vissen worden. De boot was sinds kort uitgerust met een 114Lb fronttroller dus een driftje maken moest te doen zijn. Als eerste togen we naar een op de waterkaart interessante spot op Noradellen. Een ondieper deel op de waterkaart had thuis onze interesse al gewekt. Veel structuur, onderwatereilanden en ondiepe oeverzones maakte dat we vermoedden dat zich daar de snoeken bevonden. In dit deel van het meer kan je makkelijk een halve week doorbrengen.
Al snel bleek dit te kloppen want ik miste na een paar worpen reeds de eerste vis. Toch duurde het even voordat we de juiste drift aan het maken waren. Zo’n boot van een meter of 7 met een joekel van een motor heb je ook niet zo maar onder controle en er stond best wel wat wind. Frank tekende als eerste voor een snoek op een rubber kikker en kort daarna volgde er nog een baars op een kleine Dexter jerk. Niet veel later mocht ook ik mijn eerste vis verwelkomen op, uiteraard, een Hellpuppie.
Omdat de beide meren nog al groot zijn besloten we te verkassen. De eerste dagen met de boot van Jonny moesten we optimaal gebruik maken van de 135 PK motor door zoveel mogelijk water te bezichtigen. Het stuk tussen Noradellen en Sordellen werd even aangedaan en ook hier kregen we actie op onze jerkbaits. Het volgende plan was om wat dieper te gaan vissen in de buurt van een drijvende viskwekerij. Altijd interessant. Op de eerste plek die we aandoen heeft Jonny een hoop waypoints gezet in zijn GPS. Allen van gevangen vissen tijdens het trollen. Zouden ze werpend ook te vangen zijn?
Wat het precies was met de bewuste stek konden we niet zeggen. Op de waterkaart was niets bijzonders te zien en ook de diepte meter gaf niets vreemds aan. Slechts een plateau dat flauw afliep van 8 naar 12 meter. Frank kreeg als eerste een aanbeet op zijn DK shad met een zware loodkop. Hij lost de vis maar vangt er even later toch een. Doordat de boot met een Ipilot geankerd lag konden we de stek perfect uitwerpen. Niet veel later haakte ook Jonny zijn eerste vis op een Westin swimbaitje. Een mooie 90er voor Jonny was de eerste goede vis van de trip. Op het moment dat we willen vertrekken laat ik mijn DK Rumble in het water hangen. Zodra de boot start krijg ik een flauwe aanbeet van een kleine snoek met een halve staart. 1 stek- 3 vissen. Dat belooft wat.
Op de volgende stekken besluit ik mijn shad te wisselen voor een zware Flatt shad van Sebile. Dit is een loodzware plug die qua actie wat op een ratelaar lijkt maar geen kogels heeft. Slechts een sterke vibratie bij het binnen jiggen. De zwaarste zinkt als een baksteen en kan je gemakkelijk op 20 mt diepte vissen. De snoeken zien er wel wat in want al snel zijn 2 vissen de klos. Ook Jonny ziet er wel wat in. Begrijpelijk want voor wie echt diep wil vissen is dit dé plug! We missen nog een paar aanbeten dus de vis is voor het moment ook diep te vangen.
We doen een rondje rond de viskwekerij maar daar komt niets uit dus we besluiten de naast gelegen baai maar eens aan te doen. Hier staat een metertje of 2 water en we verwachten dat er wat vissen zijn blijven hangen na de paai. Weer is het Jonny met zijn swimbaitje die de eerste vis vangt. En weer is het een 90er. Het swimbaitje lijkt wat op, wat ze in Zweden een Lota Lota noemen. Een kwabaal in het Nederlands.
Daarna is het de beurt aan Frank. Vlak naast de boot wordt zijn kleine Fatso bruut gegrepen en de vis gaat er razendsnel van door. Wat is dit??? Eenmaal terug bij de boot zien we dat het geen snoek is maar een regenboogforel. Ongelooflijk! Die dingen blijven maar gaan. Normaal scheppen we niet snel een vis maar aan zo’n forel zit geen handvat zoals aan aan snoek. Aan boord is hij trouwens opvallend mak! Het blijkt een ontsnapt exemplaar te zijn uit de viskwekerij en hij lijkt zich goed te handhaven. Als we verder vissen zien we er meerde jagen in de baai. Ik wil er ook een vangen! Dat gebeurd niet maar we vangen nog wel een hand vol snoeken bij. Frank met een Pointer van Lucky Craft en ik met een Onduspoon van Sebile. Een lepel die gemakkelijk te vissen is en werpt als een kogel.
Dag 2: Sordellen
Dag 2 is een stuk zonniger maar er staat wel wat meer wind. Op zich niet erg, we zullen ons plan wel trekken. Vandaag is de laatste dag op de gidsboot van Jonny. Als eerste doen we wat ondiepe baaitjes aan nabij het huisje. We verwachten dat zich daar nog vissen bevinden die net afgepaait zijn. We benaderen de baaitjes aan de zonzijde en krijgen al snel de nodige volgers. Weer is het Frank die met zijn Pointer de eerste vissen vangt. Groot zijn ze niet maar aan aangepast licht materiaal geven ze topsport. De vissen lijken een voorkeur te hebben voor de swimbait van Frank. De mijne (ook een Pointer) laten ze liggen. Normaal geloof ik niet zo in kleuren maar het valt nu wel op. Franks aasje lijkt wat op de hier voorkomende Artic Char. Zou dat het zijn?
We doen nog een aantal plaatsen aan op Sordellen waar het op het eerste gezicht goed moet zijn. Onderwatereilanden, baaitjes waar Jonny eerder al paaiende vis had waar genomen en stukken met veel rotsen. Op een enkele volger na zien we niet veel aktie. Vermoedelijk zijn de vissen al naar dieper water getrokken, getuige onze vangsten gisteren op 10 meter water. Hoe dan ook. De stekken hebben veel potentie en ik denk dat als we een week eerder waren geweest, we er wel wat vis hadden kunnen vangen.
We doen de baai met de forellen nog maar eens aan want we willen vis vangen. De forellen zitten er nog steeds maar moeten nergens van weten. Ook de snoeken laten zich moeilijk vangen. De harde wind maakt dat de boot nét iets te veel wind pakt en te snel gaat driften. Uiteindelijk vangen we toch weer een aantal vissen. Zodra we waterlelies vinden vinden we de snoeken ook. Eigenlijk niets anders dan in Nederland. Het water laat zich in de baaien gemakkelijk lezen en waar je planten verwacht staan ze ook, net als de snoeken.
Jonny kent zijn plaatsen gelukkig en kan ons zo vertellen waar we moeten zijn. Voor mij is het weer die Sebile lepel vandaag. Lepels zijn een weinig gebruikt kunstaas maar deze Sebile heeft iets wat andere niet hebben. Je kan hem perfect werpen in deze harde wind én hij vist gemakkelijk snel binnen.
Door de harde wind besluiten we tegen 16:00 te stoppen. Jonny moet nog een eind terug met zijn gidsboot en wil ons de meren voor de komende dagen graag ook laten zien. We besluiten langs de trailerhellingen te rijden van de meren Kyrksjon, en Langsjon waar de de komende 3 dagen zullen vissen.
Dag 3: Kyrksjon
Nadat we de hellingen bekeken hebben treffen we bij ons huisje gastheer Rickard aan met de huurboot. Een 5,30 lange polyester met een 30 pk motor. De boot ziet er perfect uit voor de grote wateren hier in de buurt. Rickard had er een extra jerry can benzine bij gedaan en een 100Ah semitractie accu. Zowel voorin als achterop kun je perfect staan om werpend te vissen. Een puntje van kritiek: Rickard had er een meetplank in gelegd die tot 1,10 mt ging. Dat is 20 cm te weinig Rickard!
Afijn, we traileren de boot op Kyrksjon en varen de baai van de helling uit. Direct maar beginnen denk ik. Het miezert een beetje maar het is niet koud. Frank start met een grote streamer aan de vliegenhengel en ik met een jerkbait. Al na een paar worpen krijgt Frank een mooie volger. Ook ik krijg even later een volger.
We driften verder de baai in en zien wat snoeken jagen tussen de planten. Ik besluit eens gek te doen en monteer een Dancin’ Raider van Joe Bucher. Een forse spook, eigenlijk voor het grotere water. Echter hier lusten ze hem ook want na een paar worpen vang ik mijn eerste vis op dit meer, Op een topwater nota bene. Naast vliegvissen misschien wel de mooiste manier om een snoek te vangen. Ook Frank pakt zijn eerste vis op de vlieg. We wisselen nog wat van kunstaas maar het staat eigenlijk al vast dat Frank veel met de vlieg zal vissen en ik met allerhande topwaters.
Als we een volgende baai in driften zien we direct veel activiteit van snoek in de kant. We hebben wat nieuwe kikkers mee van Art Baits en die besluiten we eens te testen. Frank haakt de eerste maar die schiet helaas los. Jammer want het was een grotere vis. Ook ik mag een paar meter verder de eerste vis haken. Ongelooflijk maar waar: mijn spinstang breekt. Ik had wat nieuwe spinstangen gemaakt van een dun soort RVS draad. Ongeschikt blijkbaar. Ik knip ze direct allemaal door. Frank weet dan toch nog een mooie vis te vangen op zijn kikker.
Als we verder driften gaat het in eens hard. Om de paar worpen krijgen we aanbeten. Ik vis met jerkstreamers, poppers, spooks en jerkbaits. Frank houdt het hoofdzakelijk bij zijn vliegenhengel. Het moet haast wel verslavend zijn dat vliegvissen. Omdat ik zelf niet met de vlieg vis, heb ik een soort van jerkstreamer er aan geknoopt. Vismaat Danny Dillen heeft een soort kopje gemaakt waarop je een tubefly op kan zetten en een weedless haak achter kan monteren. Hij is vrijwel probleemloos door de rietstengels en waterplanten te vissen en het haakt nog goed ook!
We verkassen omdat we al even niets meer gezien hebben. Als je veel aanbeten krijgt en het valt even stil begint het al snel op je vertrouwen te werken. We kiezen een op het eerste gezicht minder aantrekkelijke baai uit. Minder riet, minder planten dus ook minder snoek? Iets minder, dat wel maar toch ook hier weer redelijk wat actie. Als Frank er een DK Diver aan doet is het na een paar worpen al bingo. Dit is een betere vis! Na een korte maar stevige dril kan Frank de vis pakken. “Hebbes!” Een mooie stevige vis die 1,01mt op de lat brengt. De dag was al geslaagd maar nu nog veel meer.
Ik kan er lang over doorgaan maar eigenlijk was het overal kassa. “Hoeveel vissen hebben we nu eigenlijk?“, vraag ik Frank ergens in de middag. “Daarstraks hadden we er 13 maar er zijn er nog wat bij gekomen”. Voor de fun wissel ik nog al snel als ik wat gevangen heb op een bepaald kunstaasje. Ik besluit het verschillende aantal vangers van vandaag maar eens te tellen. Ik kom al op 11 ergens halverwege de middag. Ik besluit dan maar verder te tellen en aan het einde van de dag reken ik uit dat ik er zelf minimaal 21 heb die dag. Frank is iets achter gebleven omdat hij veel met de vlieg gevist heeft maar heeft er ook zeker 15 gevangen.
Van alle driften die we gemaakt hebben is er slechts een waar op er geen vis gevangen werd. Alle andere stekken leverden vis op. Niet allemaal groot maar toch een paar vissen gevangen die kort aan de 90 cm kwamen plus een paar grote gezien. Een paar dagen na ons vangen een paar gasten van Jonny en vis van 99cm.
Nu in laatste weken van de gesloten tijd is het een mooi moment om eens terug te blikken op het afgelopen jaar en daarmee direct plannen te maken voor het komende seizoen. Sommige gaan nog naar het buitenland of zijn net terug.
Tekst en foto’s: Frans Oomen
Terugkijkend op de Zweden trip van vorig gesloten seizoen valt het op dat ik relatief weinig met jerkbaits gevist heb. Het waren vooral swimbaitjes die het moesten doen. De reden was simpel: we visten op plekken waar het ram vol met snoek lag. Afgepaaid en wel wachtend op de eerst volgende groep paairijpe witvissen. Missers hadden we bijna niet, volgers ook niet. Alles hing gewoon en met regelmaat double hookups. Never change a winning team, dus wij visten lekker door met die swimbaitjes. Groot waren ze niet die swimbaits, zeg maar polder formaatje van maximaal 15 cm.
Als je zo een weekje aan het vissen bent met jerkbaits gaat je dat niet in de koude kleren zitten. Lange dagen op het water. s’Avonds nog even bij elkaar hangen na het eten om een biertje te drinken maakt dat je einde van de week compleet choco bent! Vis technisch is het dan veel handiger om af en toe te grijpen naar wat lichter materiaal wat je zonder al te veel moeite binnen kunt draaien. Ik vis graag werpend met pluggen, rubber en jerkbaits. In een week hard vissen is wat afwisseling niet onverstandig want naarmate de week vordert merk ik dat ik minder scherp begin te worden door vermoeidheid. Swimbaitvissen is dan de manier om toch aan je vissen te komen
Swimbaitjes nader bekeken
Met de meeste swimbaits kun je in wezen niets verkeerd doen. Je kan ze recht-toe-recht-aan binnen vissen. Afhankelijk van de uitvoering vertonen ze dan hun actie. Je kan er mee twitchen of gewoon jerken als een glider of hybride.
Laten we de soorten swimbaitjes eens bekijken:
2 delige swimbaits
De meeste 2 delige modellen hebben een wat lome aktie als je ze aan een stuk binnen draait. Ga je ze echter twitchen of jerken als een glider dan slaan ze keurig van links naar rechts uit. De aktie is echter totaal anders dan een glider en dat maakt dat ik in Nederland graag met deze swimbaitjes vis in water waar wat meer gevist wordt.
Je kan ze heel speels binnen vissen en door ze af en toe te laten hangen creëer je een swimbaitje met een meer hybride actie. Zoals gezegd vis ik zelf meestal met regelmatige tikken zoals ik een glider vis.
Modellen waarmee ik goede ervaringen heb zijn de Illex Freddy 170, Lucky Craft Pointer 170, River2Sea S-Waver en de DAM power skater. Deze laatst is prettig geprijsd waardoor ik hem ideaal vind om in met fietsen begroeid stadswater in te zetten.
3 en meer delige swimbaits
3 en meerdelige swimbait kun je meestal niet zo vissen als een 2 delige. Vaak hebben ze de nijging om bij het uitdelen van een tik een bepaalde kan op te zoeken. Liever vis ik ze daarom in een rechte lijn binnen. Wat wel prima kan is af en toe stil laten hangen en dan weer opstarten of met langer halen binnen vissen, zeg maar als pullbait.
Meerdelige swimbaits waar ik graag mee vis zijn onder andere de Sebile Magic Swimmer, Illex Godon (ok, 2 delig maar met een schoepstaartje) en de Lucky Craft Real California trout en de Reaction Strike Revo shad. De BBZ swimbaits van Spro, Rozemeijer Fatal Attraction en de oude ITT Multi Bass zijn voor mijn vismaten ook al hele succesvolle swimbaits gebleken. De meeste zijn wel vrij fors en lenen zich vooral voor het trollen.
Swimbaits met een zwemschoep
Een swimbait met een schoep? Is dat eigenlijk niet gewoon een plug? Ja en nee! Je zou je ook kunnen afvragen of een swimbait zonder schoep geen lipless plug is. Wat maakt nu een Rapala Jointed een plug een een Illex Micky een swimbait?
Swimbaits zijn in mijn ogen wat meer divers in hun mogelijkheden. Ik ken maar weinig 2 delige pluggen die lekker lopen als ik ze binnen tik als een glider of hybride. Je kan ze als pullbait vissen maar een uitgesproken voordeel zie ik daar niet in.
Een Rapala Jointed is een prima kunstaas maar hij leent zich niet om diep te vissen en stil te laten hangen of te twitchen. Veel Swimbaits met een lip zoals bijvoorbeeld de Izumi Shad Alive met lip kan je diep vissen en zijn suspending waardoor ze een mooi hangmoment hebben. Vaak gaan ze op het moment dat je ze stil laat hangen nog eens op een kant hangen ook waardoor je perfect een gewonde prooivis imiteert. De meeste 2 delige pluggen komen als een kurk naar de oppervlakte gedreven.
Drijvend zinkend of suspending?
Ook hier is geen duidelijk antwoord op te geven. Het hang van de situatie af. De meeste swimbaits zijn, met uitzondering van de versies met een duiklip niet echt diep te krijgen. Zelfs die duikdiepte is maar beperkt ten opzichte van een diep duikende plug. De swimbaits die ontworpen zijn voor de Amerikaanse markt, dus het vissen op largemouth bass en stripers, zijn ontworpen om met name ondiep in het voorjaar te vissen op meren waar ook regenboog forel voorkomt. Denk aan de BBZ van Spro en de rubberen Castiacs. Als afgeleide daarvan zijn er andere modellen gekomen in de vorm van andere prooivissen.
Het is een beetje afhankelijk wat je er mee wilt doen. 2 delige swimbaits die ik wat speels wil vissen heb ik het liefst zinkend om toch iets van diepgang te halen. De meeste krijg je niet dieper dan een halve meter, wat ideaal is voor in de polder of de ondieptes in het voorjaar.
Voor meerdelige swimbaits geldt eigelijk het zelfde. Het ontbreken van een lip, het volume en het trage afzinken maken dat ze vrij snel omhoog komen. Het is al heel wat als je die grote swimbaits trollend op grote diepte kan krijgen. Het is ook niet echt nodig in de meeste gevallen. Ik heb een paar drijvende swimbaits maar die heb ik zinkend gemaakt met wat looddraad.
Swimbaits met een lip zoals de Izumi heb ik dan weer het liefst suspending. Ze blijven dan hun diepte mooi behouden als je ze even laat hangen.
Materiaal
Swimbaits geven geen krachtig signaal af zoals een plug of spinner dat doet. Laat je ze even stil hangen, zeker boven planten, dan kan er vuil aan de dreggen zijn gaan zitten. Gevolg is dat de actie er even uit is.
Ik heb daarom de voorkeur voor strakke, harde hengels. Hengels met een behoorlijke top actie, zonder dat ze uitzonderlijk zwaar zijn. Voor het grotere werk heb ik een specifieke swimbaithengel gekocht. Een Mojo Bass Swimbait van St Croix werpt met gemak middelgrote tot grote swimbaits. Je voelt er werkelijk alles op. Hij is ook nog eens perfect voor het cranken met dieplopende pluggen.
Het lichtere werk, dus tot een gram of 50 vis ik aan een lichtere baitcaster waar ik ook in de polders mee jerk. Het is wel weer een strakke hengel. Veel lichte jerkbaitstokken zijn juist weer niet strak genoeg. Zoek er een die lekker snel is.
Kies voor je leader niet te zwaar materiaal. 2 delige swimbaitjes vis ik graag aan een dunne RVS stang omdat die stang van het kunstaas afgebuwd wordt bij het uitglijden van het kunstaas. Staaldraad of ander soepel materiaal slaat me te vaak om het kunstaas heen. Voor meerdelige swimbaitjes gebruik ik graag een gewone staaldraad voorzien van een kleine wartel en een speld met een mooie ruime bocht. Dun titanium kan ook. Dikke leader materialen beïnvloeden de actie te veel.
Bij grotere swimbaits speeld dit allemaal veel minder. Die vis ik het liefst aan een dikke fluor carbon onderlijn. Lekker lang en rechtstreeks aan je dyneema geknoopt middels een voorslagknoop. Ook mijn speld knoop ik aan de leader. Het geheel maakt dat je spuspending kunstaas beter kan laten hangen. Een zware leader maakt dat het kunstaas met zijn kop naar beneden gaat hangen. Nu blijft het neutraal in het water. Voor wie het knopen van fluor carbon aan dyneema niet ziet zitten kan ik gelaste ringen aan raden van bv Owner, Waterwolf of Stealth. Minder zwaar dan een wartel en oersterk.
Zo op de valreep van het visseizoen nog een artikeltje over een visserij die specifiek voor deze tijd van het jaar is. Het vissen op snoekbaars in ondiep water.
Tekst en foto’s: Frans Oomen.
Het is ergens in februari een paar seizoenen geleden als vismaat Piet en ik een dagje gaan vissen op een kanaal. In deze tijd van het jaar is daar al eens een visje te vangen. Hoe anders is het deze keer. Op 2 kleine snoekjes na die we onder een schots ijs vandaan zien komen krijgen we geen teken van leven. Alles wijst er op dat we met een brilscore van het water moeten gaan. Ze zijn al aan het paaien.
Einde van de middag stel ik voor om de handdoek in de ring te gooien en de boot op de trailer te trekken. Piet weet me te overtuigen nog even door te vissen om maar niet te hoeven blanken. We trollen dus verder en net als we de haven voorbij zijn klapt mijn steunhengel dubbel. De 3oz muskie stok die ik vandaag in de steun heb staan is nog nooit zo bruut krom getrokken. Wat er ook aanhangt, het is een beste vis! Precies waar de boot het ondiepe op loopt kreeg ik de aanbeet. Er zal hoogstens 1,5 meter water gestaan hebben.
Na een hevige dril kan ik de vis pakken. Zij, ik ga er vanuit dat het een vrouwtje is, brengt 84cm op de meetlat. Het loopt tegen 5 uur en de nul is eindelijk overboord. Bedankt Piet!
Waar zoeken we ze?
In deze periode van het jaar maken de vissen zich op voor het jaarlijkse paaifeest. Snoeken en snoekbaarzen zoeken nu het ondiepe op. De paai van beide vissen is iets verschillend. Snoeken zie je in groepjes bij elkaar over en onder elkaar door glijden. Echt wild, zoals bij bv karpers gaat dat er niet aan toe. Snoekbaarzen maken nesten waarin ze het broed leggen.
Die snoeken vang je door op het ondiepe te vissen zoals je dat zelf graag doet. Trollen, werpen, wat jij wil. Voor snoekbaars ligt het nu anders. Die zijn van nature uit wat passiever en zul je niet zo snel meters ver achter een stuk kunstaas aan zien komen. We moeten die vissen dus op gaan zoeken. Dat doe je het best door veel meters te maken en de meeste meters maak je door te trollen. Trollen is niet mijn meest favoriete manier van vissen maar als dat op een bepaald moment het effectiefst is dan ga ik trollen. Eens je de vis gelokaliseerd hebt kun je alsnog over schakelen naar een andere visserij (werpen met shads, pluggen of jerkbaits bv)
Snoekbaarsvissen betekend voor veel vissers diep vissen. Vertikalen, diagonalen, de bekende manier van snoekbaars. Heel effectief in bepaalde tijden van het jaar en zeer goed voor grote aantallen. Door ze in deze tijd van het jaar op te zoeken met pluggen op het ondiepe vang je al eens gemakkelijke een grotere snoekbaars. De gemiddelde maat ligt een stuk hoger dan wanneer je het op de klassieke manier probeert. En ook is de vis in deze periodes soms niet makkelijk te vangen oo de gekende stekken.
Als ik het heb over vissen op het ondiepe dan bedoel ik dieptes tot maximaal 2 meter. Liever nog ondieper. Ik heb geen enkel probleem om te vissen in water dat maar een metertje diep is.
Ook kort na de opening kun je nog wel eens een vis verwachten op het ondiepe. Vaak is het bijt uurtje wel beperkt tot in de ochtend maar er liggen in die tijd nog wel wat bakken ondiep. Werpend op snoek vang je ze dan regelmatig als je de oevers uitwerpt.
Waarmee?
Da’s eenvoudig! Pluggen zijn het meest geschikt voor dit werk. Denk niet direct aan typische snoekbaars pluggen zoals de Bomber Long A, Mann’s stretch of de Deep Thunder stick van storm. Echte snoekbaarspluggen weliswaar, maar bovenal diep lopers. Je kan ze natuurlijk kort achter de boot vissen maar ik heb liever wat meer lijn uitstaan.
Ook mogen de pluggen wat meer body hebben in deze periode van het jaar. Bovengenoemde pluggen zijn de rest van het jaar super maar nu kies ik toch voor een plug die ik zou omschrijven als een snoekplug. Hieronder een overzichtje van pluggen waar ik graag mee vis:
Rapala Super shadrap.
Een klassieker. Wie kent hem niet. Het was jaren teruf de eerste makkelijk verkrijgbare “grote” snoekplug. Groot om dat die 14 cm in die tijd flink was. Ik vis hem in ondiep water, dus pak hem beet een meter of 1,5 maximaal, aan mijn hand hengel. Door de verschillen in dichtheid bij deze balsa houten plug loop de ene wat dieper dan de andere. Kwestie van uitproberen. De SSR’s die ik heb vis ik een metertje of 4 achter de boot om dicht in de buurt van de bodem te vissen.
Wordt het water dieper dan verhuisd de SSR naar de steunhengel. Aan de handhengel komt dan iets wat iets dieper loopt. Klein nadeel: de pluggen zijn kwetsbaar. De vang tanden van een grote snoekbaars laten diepe sporen na in het zachte balsa hout.
Mania tackle Lil’ Ernie en Jointed Ernie.
Nog zo’n snoektopper is de Lil’ Ernie en de Jointed Ernie. Echte trolpluggen voor op snoek die het in deze tijd van het jaar gewoon super doen aan de handhengel,gericht op grote snoekbaars.
Deze plug vis ik het meest in iets dieper water, zeg maar tot een meter of 2. Kom ik een iets dieper stuk water tegen dan geef ik wat meer lijn om toch maar in de buurt van de bodem te blijven. Je vangt daar wel minder makkelijk een grote vis maar over slaan doe ik zulke stukken ook niet als ik ze passeer.
Ook in andere delen van het jaar levert de Lil’ Ernie gemakkelijk een snoekbaars op voor sommige. Ik gebruik dan liever de al eerder genoemde pluggen van Mann’s Storm en Bomber.
Bucher Baby shallow raider.
Oerdegelijke flankers zijn de Shallow raiders van Bucher tackle. De Baby shallow raiders bevallen met het best. Met zijn 6”lengte heeft hij wel wat weg van een Grandma of een Jake Door de vorm van de lip is de aktie echter iets anders. Grandma’s en Jakes zijn overigens ook prima hoor. Neem die van 15 cm!
Meestal zet ik deze plug in op de steunhengel maar soms als het water echt ondiep is ook wel aan de handhengel. Ook hier weer een meter of 4 achter de boot.
Mann’s Minus -1.
De polder plug voor mij een aantal jaren terug en nog steeds vis ik er mee. Wie mij toen gezegd had dat ik hiermee ging trollen had ik voor gek verklaard. Nu inmiddels weet ik wel beter. Vismaat Nico zet hem maar wat graag in. Je pakt er ook gemakkelijk een snoek op en dat is nooit een straf.
Nills master invincible 15 cm.
Hiervan zijn verschillende versies te koop. Ga eens op zoek naar de meest ondiep lopende. Een hele goede plug voor aan de handhengel. Nilsmaster is moeilijk te verkrijgen in Nederland en Belgie. Jammer want het zijn hele goede pluggen.
Veel meer als dit heb je eigenlijk niet nodig. Bergen met kunstaas sleep je mee en wat je er uiteindelijk aanhangt is maar een fractie van wat je bij hebt. Een bakje met een handvol van bovenstaande of vergelijkbare pluggen. Van die Super Shadrap zou ik er overigens wel enkele meenemen want als het de vanger van de dag is en een flinke 80er zet er zijn tanden is kan hij een hoop geleden hebben.
Hengels
Lijnen, reels en leaders zijn voor de meeste denk ik wel gesneden koek. Waar ik nog wel even bij stil wil staan zijn de hengels. Als handhengel gebruik ik een hengel zoals die voor vele ingezet wordt als jerkbait hengel. Niet zo’n extreme muskie hengel maar een met een bescheiden werp gewicht.
In de steun staat een hengel die wat strakker en harder is dan de trolhengel die ik op snoek gebruik. Op een hardere hengel haakt de vis zich beter dan op een zachte hengel. Ik heb het idee dat ik mee vang in deze periode op een hardere stok.
Bedenk trouwens dat als je een hengel in de steun zet deze goed vast moet staan. Check je hengel steunen of die wel op kunnen tegen de grote krachten die er vrij komen van een dichtbij gehaakte bak!
Dat was het voor nu. Rest me jullie nog een paar goede visdagen toe te wensen voor het seizoen sluit. Die mensen die op visvakantie gaan, alvast veel succes en de mensen die hier de gesloten tijd uit gaan zitten: Sterkte! See you next season.