Op 1 februari 2021 diende een zitting in kort geding voor de rechtbank Den Haag dat Visserijbedrijf v/h Fa. W. Klop en Zn. B.V. (“Klop”) had aangespannen tegen de Staat, als verhuurder van het schubvisvisrecht, én Sportvisserij Zuidwest Nederland, als huurder daarvan.
Kort gezegd kwam de vordering in deze voorlopige voorzieningsprocedure erop neer dat Klop de Staat wilde laten veroordelen een nieuwe schriftelijke toestemming uit te geven aan Klop waarin de terugzet verplichting voor de in de zegen visserij van Klop mee gevangen snoek en baars niet meer is opgenomen en Sportvisserij Zuidwest Nederland wilde laten veroordelen dat toe te staan.
In goede samenwerking met een jurist van Sportvisserij Nederland is daar door Sportvisserij Zuidwest Nederland verweer tegen gevoerd. Net als door de Staat. Vandaag, 24 februari 2021, vernam Sportvisserij Zuidwest Nederland dat de vordering van Klop door de kortgedingrechter is afgewezen omdat – samengevat en gesimplificeerd weergegeven – Klop voorshands niet voldoende aannemelijk heeft kunnen maken het recht te hebben deze doelsoorten te hebben mogen bevissen vóórdat het huidige, bestendig visserijbeleid tot stand kwam en evenmin dat van gebruikmaking van dit vermeende recht is afgezien op grond van een tijdelijke regeling in verband met de visstand van deze vissoorten.
De aard van het kort geding laat geen ruimte voor nader feitenonderzoek en bewijslevering. Daarvoor staat een bodemprocedure open, aldus de kortgedingrechter.
Daarmee blijft de snoek en baars in de gebieden in het Benedenrivierengebied waarop de huurovereenkomst zien (voor nu) behouden voor de sportvisserij. Sportvisserij Zuidwest Nederland is zeer tevreden met deze uitspraak. Mocht door Klop een bodemprocedure worden aangespannen zoals leek te worden gesuggereerd in een recent artikel in het Algemeen Dagblad van 15 februari 2021 dan ziet Sportvisserij Zuidwest Nederland die procedure met vertrouwen tegemoet.
Lees alle info op: www.sportvisserijzwn.nl