De meeste stukjes gaan over techniek of welk aas te gebruiken en natuurlijk is dat super belangrijk om tot goede resultaten te komen. De waarheid is echter dat het ook overschat is in het 4de kwadraat. Je kan nog zo een goede werpende visser of slepende visser zijn, het helpt je om het maar plat te zeggen…geen reet als je verkeerd zit. Wat je veel ziet en denk er maar eens over na in je eigen visserij, is het volgende: je schaft een nieuw aasje aan je… weet wel die zo goed dikke bakken vangt en men gaat vol goede moed aan de slag met het desbetreffende wonder der techniek. Na een paar uur of op zijn best een visdag of 2 wordt het apparaat teleurgesteld opzij geschoven en komt het oude vertrouwde weer uit de volle kunstaas bak.
Tekst en foto’s: Hilco van Nuil.
Dan maar geen bak vangen bromt de visser knorrig, beet is ook al wat! En op deze manier ploegt die door de jaren heen met soms succes maar met meer dagen waarop je je afvraagt of het er dan toch van zal komen vandaag? En als het succes terug blijft lopen dan wordt er weer opnieuw een wonder aasje gekocht. En dan is de cirkel weer rond! De kronkel van de visser noem ik het. Wat er dan vaak gebeurt is dat er gal wordt gespuugd. Volksverlakkerij….. Alles voor het geld met die mooie merken is dan wel de makkelijkste die in je op komt he?
De keuze in aas en zeker de techniek is super belangrijk per seizoen om boven het gemiddelde uit te komen. Maar wat het allerbelangrijkste is, dat is op de juiste stek zitten. Want alles wat ik hierboven beschreef wordt vaak toegepast op de oude stekken. Iedereen kent wel die plekjes waar je ooit die ene goede dag had. Stekken waar je goede aanbeten en vangsten kreeg in het verleden maar wat meestal over het hoofd wordt gezien is de maat het seizoen en de omstandigheden van de dag.
Neem nu het voorbeeld van een stek in december, makkelijk 10 snoeken dus super-de-super. En vandaag gaan we die bak vangen die al zo lang van diezelfde stek had moeten komen. Dus wordt er een joekel van een kunstaas gekocht en vol vertrouwen sta je om 5 uur op want vandaag is de dag!!!. Ik kan je vertellen dat de kans meer dan 95% is dat je een teleurstelling wacht. Puur om de reden dat wanneer je op die stek veel vist, die joekel al lang was gekomen in het verleden. Stekken met grote snoek en dan spreek ik over 100 cm en meer, produceren toch wel een ratio van 1 op 15. Dus met elke 15 snoeken zit er een bak tussen en de overige zijn merendeel 85 cm of groter. Is dat niet zo en blijf je op die plekken vissen?
Dan is het enige wat je voor elkaar gekregen hebt is dat je minder hebt gevangen dan normaal omdat de aasaanbieding haaks staat op de populatie van die stek. Als dat dan geen kronkel is dan weet ik het ook niet meer. Wat een echte goede visser maakt is zijn of haar water kennis. Sommige kunnen dat heel goed en anderen moeten er veel moeite voor doen. En weer anderen kopen maar een nieuw aasje ;-)
Maar neem van mij aan dat het water lezen veel makkelijker is dan je zou denken. Het enige wat je daar voor moet doen is je verplaatsen in de vis. Waar is het voedsel en de bescherming tegen de elementen en de rovers per seizoen en om dan de koude tijd van het jaar maar even als voorbeeld te nemen. Eigenlijk is de belangrijkste regel dat er geen stroming is in combinatie met een iets hogere water temperatuur dan de rest van de omgeving. Voorbeeld: je staat in de polder met windkracht 5 noordoosten wind graadje of 3. Takkekoud voelt dat maar in het bushokje waar geen verwarming zit voelt het lekker warm.
Zo kijkend naar je water levert je in spoed tempo de nodige stekken op en dan is het de truc om door te selecteren en slim te zijn. Plekjes die veel snoekjes opleveren gewoon met lekker klein kunstaas gaan vissen. Waarom??? Gewoon omdat je er dan meer vangt. Stekken waar in regelmaat een 90-plus snoek of groter vanaf komt, daar je keuze maken voor groot en slow aas. Dan bedoel ik aas wat bij een langzame snelheid toch een mooie actie geeft. En dan moet je ook nog de bijttijden in de gaten gaan houden. Ik heb door de jaren wel geleerd dat de grote dames pas laat uit bed komen. Dus als ik ga vissen dan vis ik in de ochtend en vroege middag met klein aas zo tussen de 6.5 cm. en 12 cm. op de “veel vang” plekken. Ik schakel zo rond de klok van 14.00 uur over naar de stekken waarvan ik weet dat daar de grotere exemplaren aanwezig zijn.
En dan fine tunen dat is toch het mooiste wat er is in de wereld als visser.. Proberen je aantallen te verbeteren of net die ene mooie meter meer weten te vangen dat is toch het ultieme?? En uiteraard proberen slimmer te zijn dan de rest. Niet doen wat de massa doet en een beter resultaat verwachten dat is namelijk haast onmogelijk. Dus pas je techniek aan op de drukke stekken want de meesten vissen met pluggen en shads van 14 cm. tot 18 cm. en worden allemaal op dezelfde manier en diepte aangeboden. Juist met een andere maat en snelheid, andere presentatie en dieptes kan je het verschil maken op dat soort gewilde stekken.
Laatste voorbeeld in dit artikel zijn bijvoorbeeld de hoge waterstanden die we momenteel hebben en je vist op het weid. De beste plekken zijn dan diep en ver weg van de geul op het ondiepe, gewoon omdat de stroming daar het minste is als ze aan het pompen zijn. Het ondiepe is dan gewoon slimmer omdat je er makkelijk bij de vis komt. Gewoon logisch blijven nadenken en je verplaatsen in hen die zich moeten redden in deze prachtige wereld van moeder natuur. Pas dan maak je meer kans op die wow dagen.
Fish on, Greets Hilco,