Veel roofvissers hebben er wel één, sommige hebben zelfs meerdere Baitcasters/reels. Maar hoe stel je deze dingen nou goed af? In een serie video’s van Marc Stoelinga (St.MarcFishing) gaat hij hier dieper op in.
Het Vänermeer is met een oppervlakte van 5655 km² het grootste meer van Zweden en het op twee na grootste meer van Europa. Evert Oostdam neemt je mee op het grote Vänern. Op jacht naar de grote Zweedse snoeken. Bekijk nu de video…Lees verder “Evert Oostdam Fishing for big pikes in Zweden”
Het Oostvoornse meer is zonder enige twijfel een regelrechte top locatie voor elke kayak visser. Enkele kenmerken zijn dat je er gemakkelijk te water kunt en er geen gemotoriseerde vaartuigen zijn toegestaan. Dat maakt van het O.V.M. een zeer kayak vriendelijke omgeving met daarnaast een zeer uitdagende visserij welke uniek is in Nederland én Europa!
Tekst en foto’s Daniel vd Post
Een 100% catch en release locatie gevuld dankzij vrijwilligers met diverse forel soorten welke uitstekend kunnen overleven in het brakke water.
Het is op de kop af tien jaar geleden dat mijn passie voor het vissen vanuit een kayak is ontstaan. Toentertijd dankzij de aankoop van een Hobie Outback kayak is er voor mij een wereld aan mogelijkheden open gegaan om mijn hobby te kunnen beoefenen én uit te breiden tot wat het vandaag de dag is!Lees verder “Daniel vd Post 10 jaar vissen vanuit een Kayak hoofdstuk 3”
De Iron Claw Phanto is terug van weggeweest en heet nu de Iron Claw Phanto-G. Deze jerkbait is een absolute must have voor elke roofvisser. Het is een type Glider die mooi van links naar rechts door het water snijdt.
Jerkbait type Glider
Het is bij deze Phanto-G de bedoeling dat je zelf de actie in het kunstaas brengt. Dit doe je door de jerkbait met korte rukken of halen weer binnen te vissen.
Door de vinnen aan de achterzijde van de Phanto- G wordt het glijden door het water enorm verlengd. Het kunstaas is zo uitgelood dat deze een suspending actie heeft. Laat de Phanto-G af en toe hangen, dit is ook vaak het moment dat snoek het kunstaas pakt.
De Phanto-G is zowel geschikt voor in de polder als het grote water.
De 9cm versie van de Phanto-G wordt gebruikt wanneer kleinere prooivissen op het menu van de roofvissen staan. Bovendien is een grote baars of snoekbaars er niet vies van om de 9 cm Phanto-G te pakken.
De Phanto-G is in 2 maten leverbaar, 16cm met een gewicht van 75 gram en de 9 cm weegt 14 gram, verkrijgbaar in 4 vangende kleuren.
Vier verschillende vangende kleuren
Alle Phanto-G groot of klein, zijn gecoat met een UV-actieve blanke lak, hebben een luide ratel en zijn voorzien van Mustad dreggen.
Winkeliers die nog niet met Saenger samenwerken en geïnteresseerd zijn in de Iron Claw producten, kunnen daarvoor telefonisch contact opnemen met de Nederlandse vertegenwoordiger Edwin Klijnsma op: 06 23935296 of via e-mail: Edwin.klijnsma@saenger-tts.com
Klik op de afbeelding om alle producten van de firma Saenger te bekijken!
Veel roofvissers hebben er wel één, sommige hebben zelfs meerdere Baitcasters/reels. Maar hoe stel je deze dingen nou goed af? In een serie video’s van Marc Stoelinga (St.MarcFishing) gaat hij hier dieper op in.
Licht kunstaas werpen met een reel, dat kan. Onder alle omstandigheden, mits je de Baitcaster op de juiste wijze afstelt. Stem de verschillende remsystemen precies op elkaar af, de reel doet dan voor jou het werk en niet je duim! Bekijk deel 1 en 2 hieronder!Lees verder “Video zorgeloos Baitcasten deel 1 en 2. St.MarcFishing”
De nieuwe visserijwet en meer aandacht voor de snoek stand. In 1954 besluiten zowel de Eerste als Tweede Kamer dat het omstreden Pachtbesluit Visrecht 1941, waardoor het o.a. verboden was viswater te verpachten aan sportvissers, niet zal worden verlengd en daarvoor in de plaats komt de gewijzigde visserijwet. Op 1 februari 1955 wordt de Kamer voor de Binnenvisserij geïnstalleerd door minister Sicco Mansholt en wordt ook deze gewijzigde visserij wet van kracht. Zowel de AHB als het CNHV zijn lid van dit orgaan. In De Nederlandsche Hengelsport van maart 1955 kan men lezen dat er een mijlpaal is bereikt en het recht van de sport op het pachten van viswater in de wet is vastgelegd.
Ook worden alle artikelen nog apart genoemd maar ik zal ze jullie besparen want het is taaie kost en jullie lezen liever over grote snoeken. Diezelfde AHB viert in 1956 zijn 50jarig jubileum en heeft dan rond de 80.000 leden. Opmerkelijk in deze periode is dat veel hengelsportverenigingen grote hoeveelheden pootvis uitzetten waaronder vooral karper en snoekjes. DE OVB kweekte in deze periode niet alleen de kleine snoekjes van ca. 3 cm maar ook wat grotere tot 10 cm. Als men ze tot 10 cm liet groeien had men wel het probleem van kannibalisme maar de levensvatbaarheid van de uitgezette 10 cm snoekjes was beduidend hoger.
De kleine snoekjes kostten 2 cent per stuk, de grotere exemplaren 7 cent. Ondanks het uitzetten van deze poot snoekje ging het slecht met de snoekstand en de watervervuiling rekende men als de grootste boosdoener met het teveel oogsten van snoek op de tweede plaats. In de hengelsportbladen kwamen advertenties met slogans als: “Zet uw vis weer terug in ‘t water, U behoudt uw sport voor later!”
Ook begonnen steeds meer schrijvers van artikelen over snoekvissen zich af te vragen of er niet paal en perk gesteld moest worden aan het ongelimiteerd meenemen van snoek. Een ander idee dat veel discussie opleverde was het verhogen van de minimummaat naar 50 cm, en dan vooral van de kant van de beroepsvissers. Wat wel opvalt is dat de medewerkers van noem het de commerciële bladen, met Jan Schreiner voorop, meer promotie maakten voor catch & release dan de redactie van het AHB bondsblad. Voor de doorsnee visser was het meenemen van gevangen vis immers een veel belangrijker punt dan voor de meer modernere sportvisser. Dit veranderingsproces zou nog vele jaren duren en ik kom er in de volgende bijdragen zeker en vast op terug.
Kanjers uit de bladen.
Ik zei in het begin al dat ik keuzes moet maken wat betreft de ruimschoots beschikbare informatie over het snoeken in de tweede helft van de vorige eeuw. Nu we gelezen hebben dat de eerste belangrijke stappen naar een bewuster en meer verantwoord snoekvissen gezet zijn, lijkt het me verstandig om in sneltreinvaart door de volgende jaren te gaan en slechts hier en daar bij een echte kanjersnoek te stoppen. Helaas zijn de meeste kanjersnoeken die op de foto staan morsdood. Men praat dan wel al meer over snoek levend terug zetten maar zo’n kanjer terug zetten is zonde. Waarom? Er zit veel visvlees aan en snoek smaakt immers goed. Zo’n kanjersnoek vreet veel te veel andere vissen en is een bedreiging voor de visstand. Met zo’n opgezette metersnoek kun je laten zien wat voor een goede snoekvisser je bent.
Gelukkig denken we nu over deze zaken heel anders en hoef je bij de visbladen niet meer aan te komen met dode metersnoeken, dit historische artikel uitgezonderd…. Ik heb de grens bij 25 pond en 120 cm getrokken en ben net als de lezers nieuwsgierig wat voor snoekgrootmoeders dat gaat opleveren. Frans Grapperhaus uit Heemstede opent deze galerie met een kanjer van 14 kilo, 115 cm lang en een buikomvang van 64 cm uit het Noord-Hollands Kanaal.
Nog zwaarder was de snoek die Jan van Groningen in 1956 uit de Wijde Blik haalde: 15,6 kilo. Volgens de getuigen was de lengte 137,6 cm, dat zou ook nu nog een Nederlands record zijn, en gezien de prima foto is dat mogelijk. Amsterdammer F. Boot ving op 17-11-57 een snoek van 127 cm en 13,350 kg op de Vinkeveense plassen. Sluiswachter Oostveen uit Monnickendam haalde kort daarna met een snoek van 15 kg de visbladen.
Begin 1958 vingen beroepsvissers Steven en Andries Visser in een nylon netje in het IJsselmeer bij Lemmer een snoek van 41 pond met een lengte van 125 cm. Ook op de foto een van de meest imposante Nederlandse snoeken die ik ooit zag. In oktober van hetzelfde jaar vingen wederom twee broers een grote snoek. Het waren de broers Zegsteroo uit Amsterdam die in de poldersloten rondom Broek op Langedijk een Esox van 13,2 kilo en 118 cm vingen aan een klein baars lepeltje en 0,22 mm nylon op de molen.Eind december 1958 ving de al eerder genoemde F. Boot wederom een grote snoek rondom Vinkeveen: 14 kg en 115 cm.
Gezien het feit dat ik teveel grote snoeken moet noteren, verhoog ik bij met ingang van 1959 de “minimummaat” van snoek voor dit artikel naar 15 kilo en 125 cm.
Even snel een berichtje tussendoor: Ik zie in De Sportvisser van juni 1960 voor het eerst een artikel over het vissen met een dode aasvis aan een takeltje met 2 dreggen zoals we nu ook nog regelmatig gebruiken. Met als tip: het is een prima aas, vooral op zwaar bevist water…
Ik ben inmiddels in jaargangen 1963 aan het snuffelen en kwam al 6 snoeken tussen de 25 en 30 pond tegen maar nog geen kanjer boven de 15 kilo, die waren toen blijkbaar schaars. Dat snuffelen in de eerste 10 jaargangen van dit naar mijn mening beste hengelsportblad van Nederland werkt niet alleen zeer verslavend maar kost ook zeeën van tijd. Er staan zoveel uitstekende en vooral op de praktijk gerichte artikelen over kunstaas vissen van Jan Schreiner in die ieder beginnende kunstaas visser ook nu nog zou moeten lezen. Je ziet steeds meer bekende soorten kunstaas, molens en nylon op de markt komen en er ontstaan steeds meer hengelsportgroothandels waarvan een heel groot deel inmiddels ook weer is verdwenen.
De kanjerkoning uit Weesp was zijn tijd vooruit.
Maart 1962 was voor deze schrijver een bijzonder maand op snoekvisgebied. Want nu ik de foto en advertentie van de ABU 505 molen weer zie, weet ik dat enkele maanden later deze toen zeer revolutionaire molen met half gesloten kap gekocht heb. Ik heb er geen spijt van, ik heb hem nog steeds en vis er ook na 51 jaar nog steeds mee.
Toen gebruikte ik hem voor alle manieren van vissen, nu alleen nog voor het spinnen met kunstaas. Ik denk dat ik het destijds voor mij vrij hoge bedrag van Fl. 55,- niet beter had kunnen investeren. Niet omdat men nu meer dan 50 – 60 euro voor zo’n oude 505 betaalt. Nee, het visplezier dat ik er mee had en nog steeds heb, is gewoonweg onbetaalbaar, ik hoop dat het nog lang zo blijft.
Zo midden in de 60er jaren worden visreizen naar Ierland, eerst voor zalm en forel, en dan voor grote snoek, al populairder. Over onze eigen snoekwateren is men door watervervuiling, verrijking met meststoffen, toenemende visdruk en het nog steeds het meenemen van grote en kleine snoeken, minder positief te spreken. Veel snoekvissers die graag een snoekje voor de pot mee naar huis namen waren niet echt blij met de verhoging van de minimum maat voor snoek naar 50 cm.
Trouwens de beroepsvissers waren helemaal des duivels over deze verhoging en dat gold eveneens voor het verlengen van de wettelijk gesloten tijd voor snoek van 1 juni naar 1 juli. De destijds verantwoordelijke minister, zijne excellentie B. Biesheuvel, hoopte echter met deze maatregelen de snoekstand te verbeteren en de sportvissers onder de snoekvissers waren blij met deze maatregelen.
Een snoekvisser die totaal geen last had van de verhoging van de minimum maat, was de “snoekentemmer van Nederhorst den Berg”, de Hr. Willem Bouman uit Weesp. Hij stond fier aan kop in de eerste KRO Kanjer-Koning-Competitie in 1965 met, helaas dode, snoeken van 120 en 122 cm. Dat waren dan zijn echte toppers, maar hij ving tevens de nodige snoeken tussen de 100 en 120 cm. Allemaal op de snoekrijke wateren rondom zijn woonplaats en we hebben het dan over de Wijde Blik, Spiegelplas en de Blijkpolder. Als aas gebruikte deze snoeker uit de Jan Tooropstraat grote tweedelige pluggen, ik herkende op een foto een houten 25 cm plug van DAM, die hij achter zijn boot sleepte. Hij vertelde en passant dat hij deze pluggen eerst leerde zwemmen, dat noemen ze tegenwoordig met een duur woord “tunen”.
We zien nu eigenlijk dat deze visser zijn tijd ver vooruit was, wist wat hij deed met de actie van zijn kunstaas en ook wist dat snoek niet bang was voor groot kunstaas. Tegenwoordig worden met deze techniek vele dikke meters gevangen maar 48 jaar geleden was Willem Bouman een onbegrepen solist die echter de titel Kanjer Koning terecht verdiende. Ik zal de lezers nog iets bijzonders vertellen. Ik heb destijds deze door mij zeer bewonderde snoeker enkele brieven met vragen etc. gestuurd doch helaas nooit een antwoord gekregen. Tja, waarom zou je een onbekende 22 jarige poldersnoeker een antwoord sturen? Volgens mijn gegevens moet deze snoeken temmer nu rond de 90 jaar oud zijn, vooropgesteld dat hij nog leeft. Als dat het geval is, zou ik hem nog graag eens interviewen over zijn vangsten van weleer. Toen wist ik nog lang niet zoveel van kanjer snoeken als ik nu doe, maar ik had wel door dat het mogelijk was om gericht metersnoek te vangen, hij bewees het immers!
Ik ben nieuwsgierig of deze oproep nog iets oplevert en misschien zijn er lezers die me hiermee verder kunnen helpen. Zo ja, dan leest men er zeker en vast op deze website over.
Mijn overstap naar kunstaas!
De periode van zeg 1955 tot midden 60er jaren is voor mezelf op snoekgebied er ook een van grote verandering geweest. Na de lagere school in De Rijp, morgen 7 juni ga ik naar een reünie van deze school tgv het 100 jarig bestaan, fietste ik 6 dagen in de week naar het lyceum in Alkmaar en reed ik op Dijk 5 langs de hengelsportzaak van Cees Bijvoet. Hier zag ik hengelsportmateriaal zoals kunstaas, volglas en holglas hengels, goede nylon en veel molens. Een van de eerste molens die ik zelf mocht kopen als verjaardagsgeschenk was een Ariston en ik deed 0,25 mm nylon op de spoel. Vervolgens ging deze molen op een veel te zware en stugge volglas hengel, type bezemsteel en ik kon met een echte werphengel vissen.
Met de gastvissers uit Amsterdam ruilde ik wel eens aasvisjes tegen een spinner of kleine houten plug en kon ik ook met kunstaas vissen. Ik weet nog goed dat ik aan veel te zware spinners een paar baarzen ving bij de brug over de Beemster ringvaart en regelmatig vast zat en spinners op de bodem parkeerde. Een ander groot probleem was het kinken van de nylon en pas na het ontdekken van anti-kinkvaantjes werd dat probleem minder.
Op een keer kwam er een visser uit Beverwijk die met me de polder in wou en alleen maar met kunstaas viste en dat waren onverzwaarde tandemspinners. Ik zag hoe hij er in de polder op vrij ondiep water snoek mee ving en was de koning te rijk toen ik er twee van hem kreeg en er ook een snoekje mee ving. Pas later kreeg ik door dat ik met een zeer bekende wielrenner gevist had: Ab Geldermans, ooit drager van de gele trui in de Tour de France.
Abu Ceessie…
Omdat Cees Bijvoet spullen verkocht die in De Rijp niet te koop waren, werd ik al meer een vaste klant van “Abu Ceessie” en mocht ik helpen in de winkel als het druk was of Cees door zijn moeder geroepen werd om te eten. Zijn bijnaam zegt het al, Cees was gecharmeerd van de kwaliteitsspullen van Abu en had een groot Abu assortiment in zijn winkel.
Een van de eerste Abu zaken die ik kocht waren de onverzwaarde Abu Reflex spinners die prima geschikt waren voor de ondiepe Eilandspolder en ik ving er veel snoeken mee. Inmiddels had ik van een Conolon holglas blank, losse kurken en verchroomde ogen een lichte spinhengel gemaakt en de lichte spinners lieten zich daar goed mee werpen en binnen vissen. En vooral na de aankoop van de Abu 505 molen was het vissen met kunstaas mijn lust en mijn leven.
Nadat ik eerst de oude visbladen van Cees Bijvoet mocht lezen, werd ik daarna zelf abonnee en probeerde ik veel nieuwe dingen in de polder uit. Ook regelde Cees ieder jaar de Abu catalogus Napp och Nytt, in het Engels Tight Lines en Petri Heil voor Duitsland. Voordat je het weet verzamel je die catalogi waar heel veel tips en informatie in staat en ik heb er op dit moment zo’n 230 uit heel veel landen en het is weer een hobby in een hobby.
Ik schreef naar hengelsportfabrikanten zoals Rapala, Mepps en niet te vergeten Abu en had zelfs plannen om bij Abu te gaan werken. Ik was bezig met een cursus Zweeds en correspondeerde met de leuke dochter van de personeelschef van Abu: Ingegerd Borgström. Haar ome was Göte Borgström en die was de eigenaar van het hele Abu gebeuren. Een goede kruiwagen dus maar ook dat liep weer anders dan gepland.
Toen ik terug kwam van een 5 weekse trip door Zweden belandde ik met viskleren en laarzen aan op de kermis in Schermerhorn in dancing Land’s Welvaren, juist ja, waar ook die foto van die 40 ponds snoek hing. Na een paar biertjes de laarzen uitgetrokken, een leuke dame gevraagd om te dansen en de rest is geschiedenis….. we zijn bijna 44 jaar getrouwd. Ook ben ik nog altijd zeer tevreden met Abu spullen, vooral die made in Sweden en kon toen niet vermoeden dat ik later met een omweg, omdat Berkley waar ik adviseur was Abu kocht, weer met Abu te maken zou krijgen.
Tot zover mijn overstappen, van Zweden naar Nederland en van levend aas naar kunstaas. Op snoekgebied een grote verandering maar niet de grootste. Dat was het feit dat ik zo midden jaren 60, kan ook iets eerder geweest zijn, alle snoeken die ik ving voorzichtig onthaakte en netjes terugzette. Ik voelde me toen pas een echte snoekvisser en het terugzetten van die eerste snoek gaf een heel voldaan gevoel.
Op dinsdag 21 april jl. maakte het kabinet bekend dat de algemene corona maatregelen zijn verlengd tot 20 mei. Er komt voorzichtig meer ruimte voor kinderen en jongeren. Sportvisserij MidWest Nederland is blij dat veel mensen momenteel hun ontspanning vinden in het vissen, maar wil ook net als iedereen bijdragen aan de bestrijding van het corona virus.
Het einde van het Nederlandse roofvisseizoen zit erop. De seizoen afsluiting, het einde van 2019/2020! Maart werd in stijl afgesloten, op jacht naar de grand slam: baars, snoekbaars en uiteraard snoek! Dikke units tot ruim over de 10kg, perfect om op te teren tot het seizoen weer open gaat!Lees verder “Video Sean Wit. Seizoen afsluiting van 2019/2020”
Een foto of video maken van je vangst, het klinkt misschien simpel maar in sommige situaties kan het vrij lastig zijn om een goed resultaat te behalen. Bijvoorbeeld als je alleen bent of als je in het donker vist. Ook als je beperkt ruimte hebt zoals in een bellyboot.
En laten we eerlijk zijn, als een foto er achteraf niet zo uitziet als dat je verwacht had is dat toch erg vervelend. In deze video laat ik verschillende mounts zien die het je makkelijk maken om een mooie foto te kunnen schieten. Niet enkel voor een camera maar ook voor je telefoon. Uiteraard zijn deze mounts niet alleen te gebruiken in een bellyboot, maar ook op een boot of in een kajak. Lees verder “Foto en Video Tips van K.B. Fishing.”
De snoekbaarzen in deze video zijn gevangen op drie verschillende rivieren in Nederland. Allemaal C&R. De video begint met een lange muzikale intro, met daarin heel veel beelden van vissen, daarna video beelden met zowel spraak als muziek er in gemixt. Er komen zowel video-, slomotion- en ook foto- opnames in voor. Het is Engels ondertiteld.