Wormerveer, 12 februari 2013 Nieuw: Minn Kota Endura Max elektrische buitenboordmotor.
De bekendste en meest geïmiteerde elektrische buitenboordmotor ter wereld is voorzien van traploze snelheidsregeling en de beroemde Minn Kota Digital Maximizer voor tot 5x meer vaartijd. De Endura Max hekmotoren zijn verkrijgbaar in 12 volt met 40, 45, 50 en 55 Lbs stuwkracht.
De Endura Max heeft een traploze snelheidsregeling vooruit en achteruit. Zo stel je exact de juiste snelheid voor je boot in. De gashandel is telescopisch 15 cm uit te schuiven.
De Endura kan in tien standen op- en neer geklapt worden op de stevige UV bestendige ophangbeugel. De Quick Release handel zit onder handbereik en zo lanceer je de Endura Max snel en gemakkelijk.
Prijzen:
Minn Kota Endura Max 40 (12 volt) 91cm schacht : € 349,00 inclusief BTW
Minn Kota Endura Max 45 (12 volt) 91cm schacht : € 385,00 inclusief BTW
Minn Kota Endura Max 50 (12 volt) 91cm schacht : € 419,00 inclusief BTW
Minn Kota Endura Max 50 (12 volt) 107cm schacht : € 429,00 inclusief BTW
Minn Kota Endura Max 55 (12 volt) 91cm schacht : € 449,00 inclusief BTW
Minn Kota Endura Max 55 (12 volt) 107cm schacht : € 459,00 inclusief BTW
Voor meer informatie:
Technautic
Industrieweg 35
NL-1521 NE Wormerveer
Tel. +31 (0)75 6474545
Fax. +31 (0)75 6213663 info@technautic.nl www.technautic.nl
7 en 8 september 2013 – Recreatiepark Eiland van Maurik
Het grootste en meest spectaculaire outdoor hengelsportevenement van de Benelux!
Beleving, demonstraties, voorlichting, proefvaren en vissen, zie hier de ingrediënten die de afgelopen acht jaar de ‘Fair for Lure & Fly’ tot een uniek evenement hebben gemaakt, rollen we nu uit over alle hengelsportdisciplines, roofvissen, witvissen, karpervissen en zeevissen.
Het werkelijk uniek gelegen Recreatiepark Eiland van Maurik, centraal in het midden van het land en omgeven door één van de topviswateren die Nederland kent, heeft zeker bijgedragen aan haar succes.
Met dit concept wedijvert dit evenement met alle andere beurzen op hengelsportgebied in de Lage Landen. Waar de deelnemende partijen in het begin ogenschijnlijk nog wat moesten wennen aan een dergelijke, gedeeltelijk in de buitenlucht georganiseerde Fair, bespeuren wij als organisatie nu juist een groeiende voorliefde om de binnenaccommodatie te verruilen voor een outdoorpresentatie, met alle extra mogelijkheden om de bezoeker te entertainen en demonstraties te verzorgen, liefst direct aan de waterkant.
Een bezoek aan ons evenement werd een dagje UIT! Voor velen zelfs een weekendje, dankzij de uitstekende overnachtingsmogelijkheden die Recreatiepark Maurik te bieden heeft in de vorm van stacaravans, safaritenten en de vele goed geoutilleerde camper- en kampeerplaatsen. Voor de diverse exposanten die gebruik maakten van de mogelijkheid tot overnachten ontstond buiten de openingsuren om een unieke mogelijkheid tot netwerkcontacten, die zelfs leidde tot complete teambuildingfeestjes…
Waarom zou dit mooie concept slechts voorbehouden blijven aan de sportvissers die specifiek de roofvis belagen, was de gedachte van de organisatie. Met voldoende extra ruimte moet dit concept ook uitgerold kunnen worden naar de karpervisserij, witvis (wedstrijd) visserij, forel- en vliegvisserij en zeevisserij. Alles omzoomd met productdemonstratie en/of opstellingen, waar net als binnen de roofvis-discipline prominente vissers aan en op het water tips & tricks aan de bezoekers kunnen meegeven.
Publishing House & Facilities, als marktleidende uitgever van Hét Visblad, Dé Karperwereld, Dé Roofvis, Witvis Totaal en Zeehengelsport, maar zeker ook met haar regionale verenigings-tijdschriften als Vissen Magazine (Amsterdam; oplage 15.000, Fisk&Wetter (Federatie Fryslan; oplage 20.000) en nieuw voor 2013 Haak (het vismagazine van Groot Rotterdam; oplage 12.500), denkt met al haar mediapower deze specialistische doelgroepen te kunnen mobiliseren en met haar 30 jarige ervaring een attractief programma te kunnen presenteren.
Om dit ambitieuze plan vorm te kunnen geven, is een eerste vereiste om voldoende ruimte te kunnen bieden voor demonstraties direct aan de waterkant, met daarnaast aparte exposities waar de deelnemende partijen hun producten en diensten in de juiste ‘vissige’ omgeving kunnen presenteren.
In goed overleg met Recreatiepark Eiland van Maurik zijn wij overeengekomen komend jaar af te zien van de indoorlocatie en uitsluitend gebruik te maken van het buitenterrein direct aan het water. Dit terrein wordt daartoe met een factor vijf uitgebreid tot 50.000 m2 en strekt zich uit direct vanaf de Jachthaven, het recreatieschapterrein, het oorspronkelijke buitenterrein van de Fair en dan doorlopend, na de botenhelling tot aan het openbare strand 300 meter verderop! Daarmee komt een oeverlijn van rond de 500 meter lengte beschikbaar. Het gehele terrein zal worden afgezet en horeca- en toiletvoorzieningen worden ingebracht.
Om bij dit alles het ‘buitengevoel’ zoals bekend van festivals en grote Outdoor Fairs verder te versterken, zullen de deelnemende partijen ondergebracht worden in zogenoemde pagodetenten, die desgewenst geschakeld kunnen worden tot het benodigde presentatieoppervlak. Grote partijen bieden we daarnaast de mogelijkheid om een individuele Alu-hal te bouwen, waarin men een eigen bezoekerscentrum kan realiseren en direct aan de waterkant kan demonstreren.
Bij dit alles is steeds ons uitgangspunt geweest om door scherp in te kopen dit evenement ook kostentechnisch laagdrempelig te houden, voor zowel de deelnemende partijen als de bezoeker.
Dus met het behoud van al het goede van de Fair for Lure & Fly, maar dan méér…
Mocht uw interesse voor deelname zijn gewekt of heeft u nog vragen, neem dan contact op met Peter Timmers, Thijs van Aalst of ondergetekende of Hans te Kloeze, telefoon 0314-340 150 of info@publishinghouse.nl
Kankerachtige gezwellen: Lymphosarcoma is de naam.
Een van de eerste foto’s van een zieke snoek maakte ik in de herfst van 1983 in de Aland archipel, zeg maar het eilandenrijk tussen Stockholm en Helsinki. Ik was daar op uitnodiging van Rapala en het Finse Ministerie van Export en de reden was tweeledig. Allereerst was het de bedoeling om Rapala export manager Pertti Rautio beter te leren kennen en het Ministerie was geïnteresseerd in namen en adressen van groothandels en hengelsportbladen in Europa en Amerika.
Tekst en fotografie: Jan Eggers
Dit stuk Scherentuin is gekend om de uitstekende mogelijkheden om snoek, baars, zeeforel maar ook kabeljauw en zalm te vangen. Waarschijnlijk waren we er op het verkeerde tijdstip want er moest hard gewerkt worden om per persoon in de dubbele cijfers per dag te komen terwijl men 50 snoeken per dag beloofd had. Omdat het al weer bijna 30 jaar geleden is, kan ik nu wel vertellen wat in die week het beste kunstaas was: de Nils Master Invincible. Ik heb Pertti daar regelmatig aan herinnerd als we ergens viste en de dreggen van het Rapala kunstaas kaal bleven. Maar goed, daar gaat het nu niet over en over naar die eerste foto waarop Pertti een snoek met behoorlijk gezwel vast houdt. Het leek op een gezwel dat was open gebarsten en ook kwam er een soort bloed uit.
We vingen nog meer snoeken met vaak zelfs meerdere en ook grotere kankergezwellen, zoals we ze noemden, op hun lijf. Er werd me verteld dat deze ziekte onregelmatig voorkwam en er soms jaren waren waarin je heel veel van deze smerig uitziende snoeken ving. Bij terugkomst in Helsinki bezocht ik nog Dr. Lauri Koli, de snoekprofessor van Finland van wie ik al een jaar of 4 kanjersnoekinfo kreeg en die vertelde me dat het hier ging om de ziekte Lymphosarcoma.
Hij vertelde me dat deze ziekte vooral in het brakke water van de Oostzee voorkomt en er jaren zijn dat10 tot wel 21 % van de snoekpopulatie er mee besmet is. Een bepaald type C-virus schijnt de boosdoener te zijn. De gezwellen ontwikkelen zich in de herfst en winter en kunnen dan in de zomermaanden weer verdwijnen. De gezwellen komen zowel op de flanken, de vinnen, de kop en op en in de bek voor. We nemen aan dat een snoek met een enorm gezwel in de bek een kleinere kans heeft om deze ziekte te overleven dan een soortgenoot waar een klein gezwel bij de staart zit. De raad die ik nog kreeg was: “zet ze maar terug”, en dat zegt een Fin die graag snoek eet niet snel. In de 30 jaar na de vangst van deze eerste snoek met Lymphosarcoma heb ik er nog heel wat meer gevangen, zowel in Scandinavië als Noord-Canada en volgens mij ook een in Nederland.
Meer informatie uit een fantastisch goed boek.
Nu doet het vreemde geval zich voor dat ik toch langzamerhand heel wat foto’s van Nederlandse en Belgische snoeken met tennisbal grote tumoren ontvangen heb. Maar die zien er anders uit dan de zieke snoeken uit de Scherentuin. Toen ik die eerste vaderlandse patiënten met dichte en opengesprongen tumoren zag, was er nog geen Internet waarop ik kon googelen om uit te vinden wat hier aan de hand was. Gelukkig kon ik in 1997 het boek “PIKE, biology and exploitation” van John F. Craig kopen. Een zeer wetenschappelijk boek met bijna 300 pagina’s wetenschappelijke informatie over mijn vriend snoek en zijn familie. Ik vond daar heel veel informatie over de virussen, bacteriën en schimmels die de nodige ellende in de Esox familie kunnen veroorzaken. Helaas staan er geen foto’s van snoeken in die aan een bepaalde kwaal lijden maar de beschrijving is zo goed dat ik kon uitvogelen waaraan de snoeken waarvan ik foto’s had leden. De verschillende Nederlandse snoeken met grote gezwellen, zowel onderhuids als open gebarsten, leden aan het Esox sarcoma virus dat voor een witachtige kankergezwel zorgt als het open barst. Dit kankervirus type C komt zowel in Europa als Noord Amerika voor en watervervuiling is een belangrijke factor bij het ontstaan en verspreiding van dit virus.
John Craig merkt terloops nog op dat deze zieke, geïnfecteerde snoeken zonder aarzelen het aangeboden aas, zowel kunstaas, dood aas als levend aas, pakken en nog behoorlijk strijd leveren. Dit is dan vooral het geval in het eerste stadium van de ziekte. Persoonlijk heb ik diverse keren snoeken met bovenstaande tumoren gevangen die in slechte tot zeer slechte conditie waren. Zeer vermagerd, meestal voorzien van de nodige parasieten zoals bloedzuigers op de huid en van een echte dril was dan geen sprake. Komt dan wel de vraag: wat doe je met zo’n snoek in slechte conditie? Ik ken collega’s die de patiënt met een forse tik op de kop uit zijn lijden verlossen. Zelf ben ik van mening dat Moeder Natuur dat zelf maar moet regelen en ik zet de snoek dus terug. Dan ben je in de meeste gevallen volgens de Visserijwet niet in overtreding want anno 2013 moet gelukkig in de meeste wateren de snoek meteen levend teruggezet worden. IK weet echter van een geval van een zeer zieke snoek dat ik hem na het vangen meteen uit zijn lijden heb verlost. Dat gebeurde in Canada bij het Grote Slavenmeer, de beste stek ter wereld voor grote snoek die ik ken, en laat ik meteen maar over gaan naar deze snoek vol rode vlekken en schimmel.
Een bacterie is de boosdoener
IK weet niet of de benaming “rode vlekken ziekte” een gangbare Nederlandse naam of vertaling is voor de ook hier voorkomende “red sore disease” en de wetenschappelijke naam is Cuma scuki. Volgens het boek van Craig zijn de wetenschappers het nog niet eens welke bacterie de dader is. En ach, wat maakt het ons snoekvissers uit of het Aerobacter cloacae of Pseudomonas fluorescens is? Feit is gewoon dat niemand het prettig vindt om zo’n snoek vol rode vlekken waar het bloed uit komt of die onder een wollige deken van grijze schimmel zit, te onthaken.
Men heeft uitgedokterd dat stress bij de snoek een belangrijke factor kan zijn bij het ontwikkelen van deze ziekte. Ik moet dan vaak denken aan een te krap leefnet vol met grote brasems of een snoek die voor b.v. een fotosessie te lang uit het water is en dan zie je eerst het bloed door de staartvin komen, daarna uit de andere vinnen en tenslotte komen er ook rode plekken door de schubben heen op de flanken. Ik vraag me nu af of zo’n gestreste snoek die wordt teruggezet erg vatbaar is voor deze ziekte en of de bacteriën en schimmels er meteen op af gaan. Van mijn aasvissen uit een ver verleden wist ik dat ze bij een verkeerde behandeling bij het onthaken met droge handen, op de grond vallen en dan vooral bij hoge watertemperatuur in no time onder de schimmel zaten en snel de geest gaven.
Dat stress wel degelijk een negatieve rol speelt bij deze huidziekte, komt tot uiting bij het genezen van grote wonden bij snoek waarbij stress zeer waarschijnlijk geen rol speelt. Ik bedoel de jaarlijkse situatie waarbij de hormonen een grote rol spelen: de paaitijd. Het is een bekend feit dat de snoeken elkaar in die periode behoorlijk kunnen beschadigen en als ik in het voorjaar met beroepsvisser Ate Lageveen mee ging fuiken ophalen, kwamen we heel wat snoeken vol schuurplekken, wonden en andere littekens tegen. Deze liefdes verwondingen heelden snel want ik de zomer leek alles weer normaal. Ik ben heel vaak, 19 keer heb ik uitgerekend, begin juni naar het noorden van Canada gereisd om daar net na het verdwijnen van het ijs en dus ook kort na de paaitijd op zeer actieve snoeken te vissen. Dan kwam je regelmatig snoeken met liefdesbeten en kapotte rode ruggen tegen. Waarom juist kapotte ruggen? Gewoon omdat na een strenge winter, het ijs in Great Slave Lake wordt 2 meter dik, de snoeken gewoon onder het ijs paaien en dan op de ondiepe stekken met hun rug tegen de onderkant van het ijs schuren. Voor de liefde moet je wat over hebben niet waar… Deze snoeken vechten als leeuwen en hebben nog het voordeel dat in het nog zeer koude water de bacteriën en schimmels hun gemak houden.
Ik ga er een eind aan maken, er zijn nog meer ziektegevallen bekend en die komen dan een volgend keer weer aan de beurt. Ik hoop niet dat jullie van deze niet al te smakelijke foto’s nachtmerries krijgen, mocht je zelf nog zo’n zieke snoek op de foto gezet te hebben, dan hoop ik dat je die naar ondergetekende stuurt want wie weet komt er daardoor een extra aflevering van deze serie. De foto’s mogen naar: Jan Eggers, alvast bedankt!
Een natuurbeheeropleiding met een sportvisserijsausje. Sportvisacademie Zwolle? Leer je daar vissen? Kun je later alleen maar werken in de sportvisserij? Word je opgeleid tot beroepskarpervisser? Zit je onder schooltijd alleen maar aan de waterkant? Allemaal vragen die zijn opgeroepen sinds Sportvisacademie Zwolle bestaat. Eén ding is duidelijk: het is duidelijk dat de hengelsport een volwaardige plaats heeft verworven in het onderwijs.
De voorlichtingsdagen worden georganiseerd op donderdag 21 maart van 19.00 t/m 21.00 uur. Sportvisacademie Zwolle is gelegen aan Koggelaan 7 te Zwolle. Er is een ruime (gratis) parkeergelegenheid.
Derdejaars studenten hebben in het kader van de opleiding een promotiefilm gemaakt. Check het filmpje!
Voorlichtingsdagen 8 & 9 februari
Om nieuwe studenten, hengelsportbedrijven, waterschappen, hengelsportverenigingen en andere geïnteresseerden in de keuken te laten kijken, organiseert Sportvisacademie Zwolle binnenkort voorlichtingsdagen. Op deze avond wordt door docenten informatie gegeven over de opleiding en kunnen de praktijkruimtes bezichtigd worden waar les wordt gegeven en karpers worden gekweekt.
De voorlichtingsdagen worden georganiseerd op vrijdag 8 februari van 18.00 tot 21.30 uur en op zaterdag 9 februari van 09.30 tot 13.00 uur. Sportvisacademie Zwolle is gelegen aan Koggelaan 7 te Zwolle. Er is een ruime (gratis) parkeergelegenheid.
Sportvisacademie Zwolle is onderdeel van AOC De Groene Welle, e-mail: info@groenewelle.nl. Algemene informatie over de school is te vinden op www.groenewelle.nl.
De opleiding
De sportvisacademie is een volwaardige MBO opleiding die op niveau 3 en 4 wordt gegeven. Van origine is de opleiding Sportvisserij & Aquacultuur – want zo heet de opleiding in Zwolle officieel – een natuurbeheer opleiding. Dat betekent dat er in deze studie erg veel aandacht is voor:
– Plantenkennis
– Natuurbeheer
– Flora- en Faunawet
– Aanleg en onderhoud
– Inrichtings-en onderhoudsplannen
– Veiligheid (VCA)
– Motorkettingzaag
– Bosmaaier
Deze vakken leiden de student op voor werkzaamheden bij bedrijven en organisaties die veel met groen- en natuurbeheer doen. Denk hierbij aan gemeenten, groenbedrijven, natuurorganisaties (landschapsbeheer, Natuurmonumenten, etc.) en hoveniers.
Onder de noemer Sportvisserij vallen de volgende vakken:
– Viskennis
– Visstandbeheer
– Kaderrichtlijn Water
– Waterkwaliteit
– Inrichting viswater
– Monitoring visstand
– Habitateisen
– Vismigratie
– Recreatie en toerisme
– Materiaal en techniek
– Aquacultuur (viskweek)
Met deze vakken wordt de kennis van natuur- en groenbeheer zo gedoceerd, dat ook bedrijven en organisaties als waterschappen, recreatieparken, (ecologische) adviesbureaus en Staatsbosbeheer tot de potentiële werkgevers behoren.
Er is uiteraard ook aandacht voor de sportvisserij. De materiaal- en technieklessen zijn hier een voorbeeld van. Verder zit de sportvisserij verweven in andere lessen om ervoor te zorgen dat de opleiding goed past bij de hobby en ambities van de studenten. Sportvisserijgerelateerde werkvelden waarvoor je wordt opgeleid zijn: recreatie en toerisme (recreatieparken met viswater, visgids, betaalwateren, forellenvijvers, en commerciële wedstrijdputten), detailhandel, groothandel, productontwikkeling en sportvisserijorganisaties.
Met het vak aquacultuur onderscheidt Sportvisacademie Zwolle zich van alle middelbare beroepsopleidingen. Uniek in Nederland in Nederland dus! Deze lessen zijn gericht op het vermeerderen van onder meer karpers, tilapia’s en Afrikaanse meervallen. Hiervoor zijn kweekbakken en aquaria aanwezig op school. Kennis van waterkwaliteit (zuurstof, nitraat, nitriet, zuurgraad, zoutgehalte, hardheid, etc.) en de invloed daarvan op het kweken van vis is daarbij van essentieel belang. Interessante lesstof dus!
Stage
Tijdens stages doet de student werkervaring op. Hij werkt mee bij de dagelijkse werkzaamheden en daarnaast maakt hij een aantal stageopdrachten. De stages worden zowel in de sportvisserij als in het natuurbeheer gelopen. In de sportvisserij kan gedacht worden aan het helpen en adviseren van klanten, het ontvangen van bezoekers, onderzoek doen naar vismigratie en visstand en opstellen inrichtingsplannen van viswater. Ook stages bij grote hengelsportverenigingen, hengelsportfederaties en Sportvisserij Nederland komen voor.
Voor de natuurbeheerstage kan gedacht worden aan aanleggen en onderhouden van groen- en natuurterreinen, uitvoeren van herstelwerkzaamheden en onderhoud aan bedrijfsgebouwen, het opstellen van onderhouds- en inrichtingsplannen en het uitvoeren van snoei-, maai- en zaagwerkzaamheden. Tijdens de stage heeft de student ook alle ruimte om zelf projecten aan te dragen en uit te werken.
Buitenland
Sportvisacademie Zwolle geeft elke student de kans om buitenlandervaring op te doen. Hiervoor worden werkweken georganiseerd naar onder meer Hongarije en Frankrijk. In het buitenland wordt natuurbeheer gecombineerd met sportvisserij en aquacultuur. Meehelpen bij viskwekers en betaalwateren is onderdeel van zo’n werkweek.
Buitenlandse stages zijn ook mogelijk. Hierbij geldt uiteraard dat alleen vissen niet mogelijk is. In nauw overleg met het stagebedrijf (bijvoorbeeld het Franse Abbey Lakes of Lac de Villedon) worden plannen opgesteld waaruit blijkt dat de studenten hun stageopdrachten zullen kunnen uitvoeren. Pas als het werk is gedaan, kan er worden gevist.
Samenhang
De vakken en onderdelen die deel uitmaken van de opleiding staan dus niet op zichzelf. Heel erg belangrijk is de samenhang tussen groen- en natuurbeheer, sportvisserij en al die andere zaken. Hierdoor worden de studenten breed opgeleid.
Sportvisacademie Zwolle is onderdeel van AOC De Groene Welle, e-mail: info@groenewelle.nl.
Gaan we het nou hebben over de Nederlandse samenleving ?…Nee joh, daar zijn andere site’s en fora voor, dit leek me gewoon de meest geschikte naam om het onderwerp te beschrijven. Ik wou het hebben over de verschillende soorten kunstaas die per definitie geschikt zijn voor het vele en vooral visrijke cultuurwater in Nederland.
Tekst en fotografie: Roy Simons & Jack vd Mortel
Cultuurwateren zijn de plekken waar de meeste van ons de eerste voorzichtige stapjes hebben gezet in de visserij die we later zouden uitbreiden, aan de hand van een vader, opa, oom of gewoon met vriendjes, goedkope hengeltjes, nylon lijn, stalen onderlijntje en een kleine spinner of plug en gaan.
De kick van je eerste aanbeet, of het nou het relatief zachte tikje was van een ondermaats baarsje of de hengel buigende aanbeet van een snoek, vergeten doe je het nooit meer, en als je een beetje als mij en velen andere roofvissers bent, dan is met die eerste aanbeet een verslaving geboren….condoleer je portemenee maar alvast. Alhoewel vele mannen ( en vrouwen, vergis je niet) na die eerste paar jaar overstappen naar bijvoorbeel groot water vanuit de boot, of graag de polders opzoeken, is er ook een grote groep die hun hele roofvisleven cultuurwater als eerste stekkeuze hebben.
Ik ben ook zo iemand, hoe overzichtelijker hoe beter in mijn ogen. Leuk allemaal natuurlijk….maar ging dit niet over kunstaas ?….JA dat gaat het ook, want welk kunstaas is nou het beste om te beginnen in dit water, met alle opstakels als fietsen, winkelwagens, en als je hier in Den Helder woont,…volledige bankstellen in het water……
Wie kent ze niet, de spinner is dat stuk basis kunstaas waar eigenlijk iedereen wel mee gevist heeft, en alhoewel door al het plastic en rubber geweld de spinner steeds meer naar de achtergrond is gegaan heeft ie aan vangkracht nog niks ingeboet. De spinner is een mes wat aan twee kanten snijd zullen we maar zeggen, ze hebben een dubbele aantrekkings-kracht op de rovers.
Aan de ene kant heb je de kleuren en glinstering die het blad met zich mee brengt in het water…er is een reden waarom je het ooit een blinkertje noemden. Aan de andere kant heb je de trillingen die het aasje veroorzaakt door om z’n eigen as heen te spinnen. De vis kan die trillingen perfect opvangen door z’n zijlijn orgaan en ook nog eens een inschatting maken hoe groot de bron van deze trilling is en of het dus de moeite is om te gaan kijken of niet.
De spinner is een perfect stukje gereedschap om op cultuur water te vissen, ten eerste is ie niet erg kostbaar en als je dan eens aan de onafwendbare fiets vast hangt is dat geen ramp. Daarbij komt ie in vele gewichten en maten waardoor je voor elk moment wel een spinner kan hebben, en aangezien je door je eigen snelheid heel makkelijk de diepgang kan bepalen is de spinner een zeer veelzijdig stuk kunstaas.
Pluggen heb je in alle soorten en maten, van diepduikend tot pluggen die een halve meter net halen. De pluggen waar we ons in dit stukje op zullen focussen zijn ondieplopende drijvende pluggen. Een plug is een imitatie visje, niet meer niet minder, of ze nou uit 1 of 4 delen bestaan, ze zijn allemaal ontworpen op een vluchtend of gewond visje te imiteren. De snoek als roofdier zal altijd kijken naar prooi die het makkelijkst te pakken is en laat een zwak of verward visje nou net dat zijn.
Voor in de Nederlandse cultuur wateren ben je het beste af met een ondiep lopende en drijvende plug, dit om de kans op vast zitten zoveel mogelijk te beperken. De legendarische Rapala Jointed 11cm is nog steeds een goede keuze, maar eigenlijk zal elke plug met een beetje actie wel vis opleveren, het is simpelweg gewoon een kwestie van weten wat je doet en waar je moet zoeken en de vis komt vanzelf, zoek de Hotspots op (die ik al besproken heb in het artikel Ontdek je Plekje) en probeer te wisselen qua tempo tijdens het binnen draaien, ook af en toe een kort rukje met de hengel (het zogenaamde Twitchen) wil wel eens voor zeer felle aanbeten zorgen.
De Diepgang van een plug staat 9 van de 10 keer aangegeven op de verpakking, maar als je die niet hebt of het staat er niet op dan bied het uiterlijk van de zwemlip uitkomst, hoe haakser de lip op de plug staat hoe ondieper zal ie lopen. Ik raad je hartelijk aan om te experimenteren met het vissen met je pluggen, en zeker niet te snel de hoop op te geven, kweek vertrouwen en het zal zich terug betalen.
Roy ga je op haaien vissen? Is iets wat ik met regelmaat hoor als ik aan het water sta, of de altijd leuke ” Wil je die vis bewusteloos gooien ?’‘ Reken maar op dat soort opmerkingen als je er zoals ik voor kiest met Jerkbaits te vissen. Jerkbaits en dan met name Gliders zijn perfect geschikt voor cultuurwater. Je kan ze over het algemeen ondiep vissen, zijn groter als de gemiddelde plug of spinner en hebben een actie die snoek gewoon tot waanzin drijft.
Zijn ze ideaal om mee te beginnen?…nee absoluut niet, het vissen met Jerks vereist aangepast materiaal en het feit dat alle actie vanuit de visser zelf moet komen maken ze niet de beste starters keuze, daar komen ook nog eens de relatief flinke aanschaf bedragen boven op.
Maar als je wat verder gevorderd bent in je visserij en je wilt naar het volgende plan is dit wel een zeer leuke keuze, je kan Jerkbaits perfect op zicht vissen, wat als resultaat heeft dat je elke aanbeet ziet en dat kan al je hele sessie geslaagd maken, een vis op de kant krijgen verdwijnt al snel naar een tweede plan, de kick die de aanbeet geeft zo perfect in zicht is een ervaring op zich. Jerkbaits worden gevist met een vrij korte hengel van gemiddeld 2 meter in combinatie met een reel ipv een molen. Door middel van korte tikjes van uit de pols wordt er als het ware de actie in getrokken…ofwel Jerken. Het aasje zal mits het juiste ritme is gevonden van links naar rechts door het water glijden op zn weg terug, iets wat een snoek bijzonder graag wil onderzoeken door eens flink de tanden er in te zetten.
Jerks zijn er in vele prijsklasse, van de gemiddeld geprijsde fabrieks-baits als de Spro Rapper, Salmo Slider, en Strike Pro Busterjerk tot handgemaakte jerkbaits die flink aan de prijs kunnen zijn…ik heb ze persoonlijk gezien tot 170 euro op fora, al zijn ze lang niet allemaal zo duur en die extreem dure vangen echt niet perse meer als een Salmo Slider van 10 euro.
Voor meer info over Jerkbaits in het algemeen en de te gebruiken materialen verwijs ik je graag naar het wereld wijde web, er is een enorm scala info te vinden. Of je nou met Spinners. Pluggen of Jerkbaits vist, er is in het meeste cultuurwater altijd wel een visje te vinden, de gemiddelde lengte zal niet absurd hoog liggen, maar uitschieters tot ver boven de meter zijn mogelijk. Het is een kwestie van zoeken en uren maken…heb vertrouwen in je kunstaas en jezelf en de vangsten zullen komen en blijven komen.
Op maandag bekijk ik op weeronline.nl de weersberichten voor het komende weekend. En ja hoor het is weer zover, de hele week komt de wind uit het zuiden maar op de ene dag in de week dat ik kan vissen draait de wind naar het noorden, en de dag erna komt ie weer uit het zuiden. Je zult begrijpen dat ik van deze voorspellingen niet echt blij werd. Al helemaal niet omdat het weekend ervoor onze visstekken voorzien waren van een laag ijs en het vissen er toen ook niet van is gekomen. Het is in Friesland namelijk niet raadzaam om een wak in de Elfstedenroute te hakken. Maar ja als je niet gaat vang je helemaal niks zeg ik altijd maar.
Tekst en fotografie: Willem Zijlstra.
De week ervoor toen we toch niet konden vissen vanaf mijn werk even langs Spakenburg gereden om de vriezer weer te vullen met de aasvissen van roofvisaas.nl, mooie dikke haringen, voorns en sardines mochten de reis naar het hoge noorden maken om daar de dikke snoeken te verleiden.
Op vrijdagavond de hengels klaarmaken, vismaat Gerrit nog even bellen voor de laatste details en natuurlijk in de gaten houden wat het weer doet, al met al beginnen de spanning en zelfs een beetje de zenuwen voor de visdag weer te komen. Zaterdagochtend stipt tien uur staat Gerrit voor de deur, nog even een bakje koffie en daar gaan we op weg naar de eerste stek voor vandaag. Deze plek is een gokje, we zijn er nog niet geweest deze winter en zijn benieuwd naar de helderheid van het water.
Het valt mee, snel de hengels optuigen de aasvissen eraan en al na een paar minuten dansen onze dobbers op de golfen. Als we na 2 uren nog geen teken van leven hebben gezien pakken we in en verkassen naar de volgende visstek.
Als we hier aankomen, blijken we niet de enige te zijn die denkt dat de vis hier te vangen is. Snel de aasvissen weer te water en wachten op wat er komen gaat. Dat de keuze voor deze plek niet verkeerd was, blijkt wanneer er na 1,5 uur ineens leven in één van mijn twee dobbers komt. De deadbait pencil verdwijnt onder water, maar komt gelijk weer boven en gaat plat op het water liggen. De snoek heeft de sardine een stukje meegenomen en daarna opgetild van de bodem. Voorzichtig pak ik de hengel op en gelijk daarna begint ze te zwemmen. Ik wacht een seconde of vier en sla aan. HANGEN roep ik naar Gerrit, deze twijfelt niet en komt gelijk aan lopen met het schepnet om, mocht het nodig zijn, deze te gebruiken.
Nadat de snoek in de gaten heeft dat ze er toch echt ingetrapt is en er een paar keer probeert vandoor te gaan, moet ze toch de strijd opgeven. Na een paar minuten ligt er een mooie prachtig getekende snoek van 99 cm op de onthaakmat. De eerste vis van de dag en net geen meter. Ik heb wel eens dagen die slechter beginnen. Snel een paar foto’s maken en deze mooie dikke dame krijgt haar vrijheid weer terug. Voorzichtig leg ik haar weer in het water en wacht tot ze weer genoeg op krachten is gekomen, even later zwemt ze met een krachtige slag van haar staartvin ons nat achterlatend het diepe weer in, altijd een prachtig gezicht!!
Na nog even op deze plek te blijven zitten besluiten we om te verkassen naar de laatste stek van vandaag. Een mooi stukje water met verschillende dieptes en vlakbij een brug, altijd een zogenoemde hotspot. Na een half uur zie ik dat mijn dobber een stukje verder onder het wateroppervlak zakt en zo even blijft staan, nieuwsgierig geworden verleg ik mijn aandacht naar deze dobber en zie dat deze een aantal meters verplaatst en dan geheel onder water verdwijnt. Ik sla aan maar de vis laat de sardine weer los, snel gooi ik het aas weer op dezelfde plek. Het duurt niet lang of ik heb weer beet maar hetzelfde spelletje als net herhaalt zich. Zo gaan we vier keer door en moet ik de sardine zelfs vervangen voor een nieuwe. Na een minuut of tien krijg ik weer beet op dezelfde plek en nu haak ik de vis wel, het voelt goed aan en de vis blijft op diepte. Als de vis aan de oppervlakte komt kan ik mijn geluk niet op, weer een mooie dikke vis, eenmaal op de onthaakmat geeft het meetlint precies een meter aan, een supervis!
Ook deze dame krijgt haar vrijheid weer terug en verdwijnt met een paar krachtige slagen in het diepe, wat een super gevoel, twee mooie dikke vissen. Na een bakje koffie en nog even nagepraat te hebben over de vijf aanbeten die nodig waren om de laatste snoek te vangen besluit ik om van mijn 2de hengel de haring te vervangen voor een dikke voorn en verplaats ik deze naar een plek vlak voor de brug. Ik kies deze plek omdat de wind hier warrelingen over het water maakt en hierdoor in mijn ogen eventuele prooivis in de problemen kan raken. Na ongeveer een minuut of tien maakt mijn deadbait pencil een rare beweging naar rechts en gaat dan plat op het water liggen, BEET. Dat het een voorzichtige aanbeet is blijkt wel uit het feit dat de pencil ongeveer een minuut blijft liggen. Mijn geduld wordt op de proef gesteld, maar uiteindelijk beloond.
De vis begint te zwemmen en na een aantal seconden sla ik aan, ook hier gebruiken we een takel op de aasvis zodat lang wachten niet nodig is. De vis blijft gelijk hangen. Na de vorige vis was ik toch wel een beetje gespannen of deze goed gehaakt was. Nadat de vis was uitgedrild en Gerrit de vis met behulp van het schepnet uit het water had gehaald, bleek deze nog net iets groter en zwaarder dan de andere twee, één meter en vijf centimeter geeft het meetlint aan. Ik kan mijn geluk niet op en na het maken van de foto’s zetten we haar weer in haar element terug.
Het laatste half uur vangen we niks meer. Het begint donker te worden dus besluiten we de spullen op te ruimen. De dagen worden alweer langer merken we als we op de klok kijken die half zes aangeeft. Drie mooie snoeken voor mij deze dag.Het blijft een raadsel waarom ze deze dag net wel mijn aasvissen eruit pikken en niet die van Gerrit. Lag het aan de presentatie of aan iets wat ik net anders deed dan hem? Volgende keer is het weer andersom zeggen we tegen elkaar.
Thuis gekomen moeten alle spullen die gebruikt zijn eerst ontdooit worden bij de kachel of de hele natte en bevroren spullen staan in bad om een extra sloot water in de huiskamer te voorkomen. Bizarre omstandigheden van deze zaterdag weerhouden me er niet van om zondag nog eerder aan het water te zijn. Vandaag gaan Ferry en Glenn mee om zo een beetje inzicht te krijgen in het doodazen en hopelijk misschien zelf ook een mooie sneeuw snoek te kunnen vangen.
Tekst en fotografie: Sebastiaan Verkerk
Door de afgaande wekker wordt mijn harige tweede wekker actief, poeslief Princes dartelt vrolijk rond mijn hoofd en zorgt ervoor dat ik gauw op sta. Alle spullen moeten weer opnieuw ingepakt worden, extra materiaal mee voor de doodaas maagden en voor ik het erg heb moet er gehaast worden om op tijd alles gereed te hebben. Auto starten na een klein gevechtje door de gevolgen van koning winter! Gauw een blik werpen op Buienradar, vooruitzichten zijn niet best. – 11°C krachtige noordwestenwind met kans op hagel en hevige sneeuwbuien. Check dubbelcheck dit keer wel mijn shelter in de auto, deze zal vandaag zeker geen onnodige luxe zijn met deze Siberische weersvooruitzichten. Ook al gaan we vandaag een andere stek als gisteren bevissen, deze plek ligt gelukkig van nature al in de luwte dus hopelijk houd dit de ergste ellende een beetje tegen met dit baggerweer. Het zal zeker prettig zijn om even te kunnen schuilen van ijzige wind en winterse neerslag.
Voorzichtig rijden we beide richting plas door het verraderlijke winterland, de weg is spekglad en door het vroege tijdstip maagdelijk wit. Deze omstandigheden zorgen ervoor dat de reis bijna twee keer zo lang duurt als de gebruikelijke rit. Tot overmaat van ramp wordt Ferry ook nog eens gebeld door zijn werk dat hij er op uit moet in verband met zijn storingsdienst. “Geen probleem man ik ben zo weer terug ” geeft hij te kennen. Dan zorg ik dat alles opgesteld staat en dat je direct kunt starten als je terugkomt laat ik op mijn beurt weten. Maar eerst moet het hele circus verhuisd worden van subtropisch klimaat alias de auto naar arctische omstandigheden een paar honderd meter verderop genaamd visstek.
Tjonge man na de survivaltocht is toch echt alles verhuisd en loopt het zweet me over mijn rug, de optie om een jas uit te trekken lijkt me niet verstandig door de hevige sneeuwval. Dan is gelijk mijn onderkleding ook van buiten nat en nu enkel mijn rug wat straks hopelijk weer opdroogt. En dan maar roepen dat vissen geen sport is!! Volgens mij heb ik zojuist een topsportprestatie verricht en is de sportschool een overbodige bezigheid als je dit een tweemaal per week zal doen. Volgende keer maar gewoon weer de boot mee gaat het allemaal wat gemakkelijker die grote verhuizing. Nou genoeg gemijmerd terug naar de actualiteiten van vanmorgen. Gauw een kopje koffie maken, rodpot opzetten, hengels in elkaar zetten en voorzien van de reeds geprepareerde aasvissen met takels. Hé scheelt weer wat tijd aan de waterkant en eventuele koude vingers toch??
Halve drijvende haring gaat vandaag richting de tien meter grens vergezeld met wat losse haringkopjes en snippers haring welk over gebleven waren van de andere helft van mijn aasvis. Ponds voorn op acht meter zal zorg dragen voor mijn tweede hengel aangevuld met een garnituur van makreelkoppen en stukjes voorn. Een minimale tik op mijn hengeltop, een licht bewegende swinger verstoren de voorbereidingen voor het te water laten van dit garnituur of toch niet? Voor de zekerheid gaat de hengel en voerboot eventjes aan de kant op veilige afstand van het werkgebied. Een duidelijk geratel van mijn baitrunner is nu duidelijk hoorbaar. Om in mijn ogen irritant gepiep van de beetmelder te voorkomen staat die in het begin altijd even uit totdat alle drie de hengels in liggen. Tijd om op te schieten!! Gauw pak ik de hengel op en loopt rustig naar achteren terwijl de vrijloop van de molen wordt uitgezet, klein tikje is genoeg om de haak te zetten. Indirect wordt de massieve kracht van een boze vis voelbaar door gegeven op de hengels en nylonlijn. Snel draai ik wat lijn in waardoor ik terug kom op mijn start positie naast de rodpot. Zo het is wederom een bliksemstart vandaag.
Vijf minuten en de eerste vis heeft zich al aangediend en what the f#ck ik sta in mijn eentje met een waardig tegenstander te knokken op afstand. Sh*t de lijn lijkt vast te lopen op het talud van klei, vis zwom naar rechts dusssss ik stap ook maar opzij naar rechts. Een kleine twintig meter verder, gelukkig de lijn schiet los, een bonkend gevoel geeft aan dat mijn tegenstander nog mee doet. Fijn!! Drie á vier minuten later en de vis geeft zich over. Gauw worden de tangen, onthaakmat en STR gepakt. Zo mooie dikke dame denk ik bij mezelf jij mag eventjes veilig logeren, zorgvuldig worden de beide ritsen vast gemaakt aan de clip om een debacle als nieuwjaarsdag te voorkomen. Tijd om kortstondig te relaxen alvorens we verder gaan met de rest van het opzetten van mijn battle station .
Telefoontje naar de pechvogel Ferry om het goede nieuws door te geven, ondertussen kopje koffie en feestsigaret naar binnen werkend sta ik na te genieten van dit avontuur. Ferry is nog wel eventjes onderweg geeft hij te kennen, er heeft zich een volgende klus aangediend en wel eventjes in Brielle. Uurtje of zoiets rijden voor een kwartiertje werk. Gauw maar Frans bellen om wat foto’s van mij te laten maken. Mooi die komt na het ontbijt eraan. Kan ik nu verder met alles uitvaren en de shelter op zetten. Ehhh waar was ik gebleven? O ja hengel nummer twee, voorntje naar acht meter. Het makreeltje, hengel nummer drie gaat gauw helemaal kaal richting plaats van bestemming. Routine matig en snel is er een nieuwe pop up haring klaar gemaakt en uitgevaren. Op naar de volgende taak, het opzetten van de shelter. Uitklappen en opzetten loopt voorspoedig tot……juist de haringen niet zo gemakkelijk in de grond gaan. Kost uiteindelijk een paar minuten alvorens één haring in de bevroren grond gedraaid is. Leuk joh winterwonderdramaland, maar de aanhouder wint, een fijne onderkomen staat. Stoeltje erin, tafeltje en hop hengeltjes klaar maken voordat Frans of Ferry arriveren. Kunnen ze direct vissen voordat we een korte foto shoot gaan doen met mijn nieuwe date van vandaag. Veiligheidshalve zijn beide takels van de hengels verwijderd en reeds voorzien van een voorntje en sardine voor de snelle doorstart.
Rond half één komt Frans aangelopen, het ontbijten en opstarten thuis duurde iets wat langer als verwacht. Lachend geeft hij aan dat hij het thuis voor elkaar heeft gekregen om er even een paar uurtjes tussenuit te kunnen en zodoende maar even meekomt vissen. Poef met een diepe zucht haal ik de vis omhoog, frans kijk me twijfelend aan en vraagt nogmaals hoe groot die is. Nogmaals opmeten en tja hij is echt serieus de magische grens voorbij. Door de kleinere kop op het dikke achterlijf lijkt deze vis wat kleiner als de snoek van gisteren.
Met een krachtige staartslag zwemt ze weer direct naar de diepte toe waar het wat warmer is als boven water. Takeltje aan de hengel, wop plons, daar ligt een mooie middenmaat voorn na een vlucht van vijftig meter verder in het water. Tweede hengel wordt netjes uitgevaren sardine met twee makreelkoppen afgeleverd boven tien meter water. Hengeltjes verder netjes afstellen, swingers goed heeey wat is dat?? Zakkende swinger terwijl ik hem net goed heb gedaan, clip los voorzichtig voelen en “sorry Frans ik heb vast aangeslagen” hengeltje doorgeven rustig aan doen man het is nylon en geen dynema als hij begint te sleuren aan de hengel. Gaat weer lekker zo vijf minuten na het inwerpen en de voorn is al gepakt. Een kleinere vis heeft Frans bereid gevonden om met hem op de foto te gaan.
Het hele circus duurt pak en beet een minuut of drie voordat we uitgezwaaid worden door deze bezoeker. Het nagenieten is maar van korte duur, de enige overgebleven aasvis van Frans die nog in het water ligt blijkt op eens te kunnen zwemmen. Na een aantal piepjes en een swinger die gestaagd naar beneden zak besluit ik toch maar contact te zoeken met deze grapjas die ons feestje verstoord. Lijntje straks en ja hoor deze voelt goed aan, snel hengeltje overgeven aan lucky Frans. Zo staat hij binnen een kwartier zijn tweede vis te drillen. Tjonge wat een feest terwijl het overgrote deel van de Nederlandse vissers bij de kachel aan het klagen zijn over kou, ijs elf kneuzentocht en aanverwante ellende van koning winter zien wij al de derde vis van deze dag binnen bereik komen. Al juichend, springend en maf dansend in de sneeuw vraagt Frans of ik klaar ben om zijn vis te gaan scheppen. Haha natuurlijk, another one bites the dust. Lekker dikkertje die wederom een klein jong koppie bezit. Jonge grote snoek en big mama in the making!!
Schepnet in elkaar gauw terug in het water om te ontdooien, hengeltjes worden rustig en relax terug klaar gemaakt alles in de lazyzondagsmodus.
Telefoon gaat en ja Ferry is er bijna klinkt er aan de andere kant van de lijn. Mooi man het is happy our, hopelijk pak jij nog een visje mee na al dat werken. Kort na ferry’s aankomst besluit pinchhitter Frans eieren voor zijn geld te kiezen en gaat richting moeders de vrouw terug. Niet slecht zo’n super korte sessie en dan na anderhalf uur weer te vertrekken. Ferry neemt vol verwachting plaats in de shelter en samen wachten we op de dingen die komen gaan…….. wachten en telefoon, bezoek, het gaat nog druk worden in de shelter. Gezelligheid, genieten en vis vangen een betere manier om de dag door te komen is er niet. Door wat onverwachte gebeurtenissen moet Ferry gauw weg en ik besluit er voor vandaag ook maar een eind aan te breien. Het is mooi geweest de extreme kou, het korte slapen vreten extra energie. Het opruimen en voorzichtig maar vooral langzaam naar huis rijden, het lijkt wel een eeuwigheid te duren maar ik ben blij als alles uiteindelijk veilig en warm thuis staat. Morgen vissen of toch maar een relax bijtank dagje, eerst maar even eten en dan vallen de luikjes al vroeg dicht story closed for the day.
Happy hunting mocht jij zelf nog weggaan en hopelijk kom jij ook wat happy times tegen, misschien tot de volgende keer
Snoeken uit een heel ver verleden. In het door verzamelaars veel gezochte boek “Pike” van mijn goede vriend Fred Buller dat ik 1971 uitkwam, zijn 4 pagina’s gewijd aan fossiele snoeken. Het vervolg op dit klassieke boek is “Pike and the Pike Angler” uit 1981 waaraan ik veel heb mogen bijdragen.
Tekst en fotografie: Jan Eggers
Het hoofdstuk over fossiele snoeken is nu 10 pagina’s groot. Ik heb dit altijd zeer interessant leeswerk gevonden en heb er een paar jaar later zeer intensief met Fred over gediscussieerd. Dat kwam door een artikel in Fisch und Fang en de informatie en foto’s in dat artikel zorgden voor veel verwarring. Na veel onderzoek en contacten met wetenschappers in Duitsland, Canada en Engeland werd deze z.g. “Bone-Pike Affair” tenslotte opgelost. Ik heb daardoor niet alleen veel wetenschappelijke informatie verzameld maar ook een aantal interessante foto’s van fossiele “snoeken”, ja tussen aanhalingstekens en op het einde van dit artikel zal men begrijpen waarom.
Eerst tot 30 miljoen jaar oud.
De oudste snoeken die in het boek Pike genoemd worden zijn de Esox lepidotus uit het late Mioceen, zo’n 20 miljoen jaar geleden en de Esox papyraceus die nog 10 miljoen jaar ouder was. Tja, en daar komt dan ene Jan Eggers met een telefoontje over een verhaal en nieuwe foto’s van fossiele snoeken die wel 50 miljoen jaar oud zouden zijn. Een van de eerste van de vele vragen die Fred na het ontvangen van dit bericht op me af stuurde was of ik contact wilde opnemen met Dr. Weitschat om meer informatie en liefst wat foto’s te vragen. In de begeleidende brief stond dat deze fossielen gevonden waren in de Messeler groeve, tussen Darmstadt en Frankfurt. Uit deze groeve haalde men bruinkool en regelmatig kwam men fossiele vissen tegen, zo ook deze vissen van de foto’s die hij aanduidde met de naam “Knochenhechte”. Letterlijk vertaald kom je dan op beensnoek en gezien de schubben die er als plaatjes been uitzagen en de vinstralen die erg op kootjes van een vinger leken was dat een passende benaming. Verschillende keren vroeg Fred me of het geen familieleden waren van de Esox lepidotus en de Esox papyraceus. Ik heb toen Dr. Weitschat nog eens gebeld en die wist zeker dat deze fossielen 50 miljoen jaren oud waren omdat alle fossielen uit deze bruinkool laag goed gedetermineerd met de C-14 koolstof methode. Bleef dus over de hamvraag: welke snoeken zijn het dan wel?
Een oude gravure is de sleutel tot de oplossing.
Omdat er midden 80er jaren van de vorige eeuw nog geen Internet en E-mail was en ik angst had dat er iets fout kon gaan als ik de foto’s per brief naar Fred zou sturen, besloot ik voor een weekendje naar Little Missenden te gaan. Eerlijk gezegd raakte Fred meer opgewonden van de foto’s van deze oeroude vissen dan van de foto’s van vele 18 kg plus snoeken voor de Big PIke List. Hij keek vol verbazing naar de foto van de snoek met opengesperde bek die gestikt was in een te grote prooivis. Een fenomeen dat ieder jaar opnieuw gebeurt en waarover ik binnenkort ook een artikel over zal schrijven in deze serie. Er was een foto waarin hij vooral geïnteresseerd was omdat de foto hem herinnerde aan een oude gravure van een snoek die erg op deze fossiele snoek leek. Hij begon in allerlei kasten, laden en boeken te snuffelen en nadat zijn studeerkamer in een grote chaos was veranderd, toonde hij het gezochte papier. Daarop stond een vis die erg leek op de fossiele Knochenhecht die ik had meegebracht en onder de gravure stond Cepedian pike. Deze snoek was veel jonger want de datum op de gravure gaf 1808 aan. Ontegenzeggelijk leken deze 2 vissen op elkaar vooral als je de Knochenhecht liggend op de rug afbeeldde. Vervolgens kwam de vraag: waar kwam deze gravure vandaan? Fred kwam er niet uit maar volgens zijn vrouw Pauline had hij hem ooit gekregen van de kleindochter van de befaamde hoofdredacteur van de Fishing Gazette R.B. Marston. Deze Patricia Marston was nu de echtgenote van een van de beste vrienden van Fred Buller, te weten de beroemde Richard Walker.
Onbekend was nog uit welk boek deze tekening gehaald was maar na een paar telefoontjes met handelaren in oude visboeken kreeg Fred het advies contact op te nemen met de curator van het British Museum, afdeling Natuurlijke Historie. Hij had al vele jaren een goed contact met deze Alwyne Wheeler maar helaas had deze nog nooit van een Cepedian pike gehoord. Maar wel kwam hij met de suggestie dat het wel eens niet over een lid van de familie Esox zou kunnen gaan maar om een vertegenwoordiger van de geepachtige, zeg maar van de familie Atractosteus spatula (Lacepede). Tegenwoordig leven deze Spotted gar en Longnose gar in de oostelijke helft van de USA en Cuba en ze doen echt aan vriend snoek denken qua vorm. Dat de wetenschappelijke naam bedacht was door de Franse natuurwetenschapper Le Compte de Lacepede, die later uit angst voor de guillotine in de periode van de Franse Revolutie zich gewoon meneer Lacepede noemde, kwam nu in een soort aangepaste vorm terug in Cepedian pike.
Zelfs de prooivis werd herkend
Nu men wist dat het om geepachtige ging en enig idee had waar verder te zoeken, werd paleontoloog Dr. Peter Forey ingeschakeld en die had in zijn collectie fossiele vissen ook een aantal exemplaren uit de Messeler Groeve en herkende meteen de vis die in de bek van de Knochenhecht, nu dus een geepachtige, geparkeerd was. Deze te grote prooi was een lid van de Amia familie, een soort modderkruiper waarvan nu ook nog afstammelingen in het stroomgebied van de Mississippi leven. Hij kon dit zien aan de opwaarts gebogen ruggengraat die heel kenmerkend voor de Amia familie is. Ik heb deze informatie later doorgestuurd naar Dr. Weitschat die bevestigde dat er veel fossielen van deze Amia in de groeve gevonden worden en hij stuurde me nog een foto van een Amia.
Als ik nu terug kijk, kom ik tot de conclusie dat alle verwarring is ontstaan door een foute vertaling of noem het interpretatie van het woord Knochenhecht. Natuurlijk, dat het woordje Hecht in het Duits snoek betekent, klopt als een zwerende vinger. Toen wist ik ook al dat Hornhecht de Duitse naam voor geep was maar daar heb ik geen seconde aan gedacht. Trouwens, de naam snoek in combinatie met een voorvoegsel betekent ook in andere talen geep. Ik zal er een paar noemen. In het Zweeds: snoek = gädda, geep = Horngädda. Fins: snoek = hauki, geep =nokkahauki. Engels: snoek =pike, geep is ook garpike.
Dat de vorm van deze vissen: spitse snavelachtige bek, slanke torpedo achtige vorm en niet te vergeten de “straalmotor” bij het achterlijf, bestaande uit staart-, rug- en anaal vin een succesformule in de evolutie blijkt te zijn, is inmiddels wel bewezen. Ja ook voor de snoeken.
De alleroudste snoek ter wereld en wat jongere familieleden
Kort voordat bovenstaande geschiedenis ons bezig hield had Fred Buller een bericht gekregen dat ik het noorden van Canada een echte fossiele snoek van 56 miljoen jaar oude gevonden was: de Esox tiemani. Dit fossiel werd tijdens het aanleggen van een weg naar een oliebron ontdekt door de hr. B. Tieman die het onder de aandacht van de wetenschappers bracht. Op de foto van deze zeeeeeeer oude snoek ziet men niet alleen dat de vorm min of meer gelijk is aan onze hedendaagse snoeken maar dat de eetgewoonten hetzelfde zijn. Op de plek waar de maag zit, zien we de restanten van zijn laatste maaltijd, zijnde de ruggengraat van een prooivis. Oudere snoeken heb ik niet in de collectie. Wel foto’s van afbeeldingen van snoek op beenderen van dieren die 17.000 jaar geleden gemaakt zijn door holbewoners in Frankrijk. Er zijn onderkaken van snoeken gevonden in de Noordzee.
Er is een periode geweest dat deze zee droog lag en vandaar dat men er nog steeds botten van de mammoet en andere prehistorische zoogdieren vindt en dus ook snoek. Het is bekend dat er duizenden jaren terug snoek gegeten werd in ons gebied want men heeft graten en andere snoek botjes in keukenafval uit die periode gevangen. Leuk vind ik de onderkaak van een forse snoek die bij de keuken van een Romeinse nederzetting bij Keulen gevonden werd en waarvan ik een foto kreeg toegestuurd. Met deze oeroude informatie moet men het in deze aflevering doen. Waarover ik het in de volgende aflevering ga hebben, weet ik nog niet. Wel weet ik dat ik blij verrast ben met de foto’s van vreemde snoeken die lezers me gemaild hebben, ik hoop er nog veel te ontvangen.
Nederland gaat alweer een dikke twee weken gebukt onder het decor van bevroren wateren, sneeuw en aanverwante winterse ellende. Voor veel vissers betekent dit een noodgedwongen of juist een bewuste pauze in het najagen van onze passie en gezamenlijke dromen. Bij mijzelf lijkt het heilige vuur enkel alleen maar harder te willen branden, hoe extremer het weer des te harder wordt de lokroep om een hengeltje uit te gooien. Het zal wel een genetische afwijking zijn of een defect binnen mijn genetica. Zeker nu er al een dikke week sneeuw ligt en er nog veel meer van dit witte goed onze natuur lijkt te veranderen in een witte sprookjeswereld.
Tekst en fotografie: Sebastiaan Verkerk
Door een miscommunicatie met de roosterraar op mijn werk en aanverwante afspraken zie ik pas op zaterdag een mogelijkheid om er op uit te trekken richting het water. Per toeval kwam ik in contact met een andere visser die ook zaterdag een plasje zou bestoken met zijn maatje en aangezien het wel gezellig zou zijn om wat bij te praten had ik afgesproken om even te komen buurten alvorens zelf naar mijn stek te gaan.
Een harde noordoosten wind met een kracht van vier á vijf beloofde de gevoelstemperatuur behoorlijk ijzig koud te maken . De maximale dagtemperatuur zou ergens bij min zeven graden blijven steken. Extra lagen kleding zou dus geen overbodige luxe zijn. Hier en daar wat aanpassingen qua lijn en dergelijke zou ook geen kwaad kunnen. Wat dunnere onderlijnen om de eventueel traag reagerende snoek niet af te schrikken van een lompe stijve takel zou ook een goede tactiek kunnen zijn evenals een experiment met nylonlijnen. Nou ja door alle huishoudelijke bezigheden en aanverwante vertragingen was het alweer half twee in de nacht. Na het opspoelen van één molenspoel vond ik het eigenlijk wel gezegend, de rest komt zaterdag avond wel na de visdag.
Traditie getrouw kruip ik weer te laat uit mijn warme bed na een veels te korte nacht. Gelukkig moest Frans eerst boodschappen doen met zijn vrouw dus de lazyweekendmodus kan aan blijven. Relax koffie drinken en ontbijten om vervolgens op het dooie gemak de auto voor twee man vol te laden met al de zooi die vandaag mee moet. Pffffffffff, ’t is echt wel koud zo in je joggingbroek en klompen. Ag ja ken het lichaam vast wennen aan de kou hé, há haha! Kopje koffie en wat verse vetbollen voor mijn gevederde vriendjes later verschijnt de bus van Frans die al op de hoogte was van mijn assepoesterpraktijken. Grinnikend zet die zijn tasje in de overvolle auto, gauw alle kleding aan doen en hopsa bij twaalven, we zijn onderweg voor een paar uurtjes artic fishing. Voor de zekerheid rijden we eerst richting eigen stek om polshoogte te nemen alvorens we doorrijden naar Pim & co. Tot onze schrik is er praktisch niet bij onze stek te komen door de weersomstandigheden tot overmaat van ramp knalt de wind ook nog eens vol in je gezicht. Voorzichtigheid is geboden als wij terug lopen richting het warme oord genaamd “auto”. FF bijkomen onderweg naar het meetingpoint P., grappig is het om te zien hoe twee mannen blij bezig zijn met een snoekje die ze net hebben gevangen. Altijd een goed welkom zo’n groentje te zien.
Na wat vriendelijke kennismaking ’s groeten en wat geouwehoer verder wordt er besloten om de stek te delen. Zoals altijd duurt dit even voordat bij mij de hele circus opstaat, door de kou en geklets tussendoor duurt het echter nog langer. Plons een voorntje hier, een zwevend makreeltje en een paternoster voorn later wordt het tijd voor een kopje koffie. Of niet dan binnen tien minuten gaat de middelste hengel met een meter boven de bodem aangeboden voorn af. Contact zoeken gaat onwennig dit is uitgerekend juist de hengel waar het nylon opzit. Massive weerstand is wel merkbaar op deze afstand van zeventig meter of zoiets………..
Eerlijk gezegd ben ik wel een beetje bang het voelt als de eerste keer weer dat ik onwennig een grote vis dril. Bang omdat ik niet weet hoe de lijn zou reageren op de uitvallen van deze vis, MAAR DE GROOTSTE VRAAG IS TOT HOEVER KAN IK DEZE VIJFTIENPONDSLIJN BELASTEN??!!!
Man o man het lijkt wel de eerste keer alleen in een auto na het behalen van het roze papiertje je weet hoe het werk maar durf nog niet direct het maximale eruit te halen.
Tot ver onder de kant houd de vis mij en mijn toeschouwers in spanning zal het een grote zijn of niet?? Op een meter of vijf uit de kant komt een donkere schim boven water, kortstondig vind er nog een kleine krachtmeting in het oppervlakte plaats voordat ik mijn prijs kan scheppen. Ongemerkt wordt ik gefilmd en gefotografeerd terwijl we bezig zijn met het neerleggen van de onthaakmat, gereedschap en dat mijn fototoestel is klaar gemaakt.
In een splitsecond bedenk ik me alvorens de snoek met net en al het water uit te tillen dat er met deze temperaturen wel haast geboden is met alles om te voorkomen dat de vinnen en huid van deze mooie snoek kunnen bevriezen.
Onthaken gaat makkelijk, fotograferen idem dito terug zetten gaat eigenlijk ook uitmuntend. Met een krachtige haal knalt deze snoek haar hervonden vrijheid te gemoed, mooi is te zien hoe het silhouet snel de diepte in zwemt terug naar het warmere water.
Nog geen twee minuten later is het schepnet al totaal bevroren en dient ontdooid te worden in het warmere water. Voor het gemak laten we het net er maar inleggen totdat we straks naar huis gaan, met deze temperaturen vriest alles onder je ogen vast. Zelf als ik aan mijn metalen molenspoelen zit lijkt het of mijn huid er aan vast wil kleven BIZAR wat die kou allemaal doet.
Op de gok wordt de voerboot terug naar de stek gevaren, een snijdende wind maakt het er niet makkelijker op om koers te houden. Hé?? Kl#te de klep wil niet open!!! Voorzichtig wordt de voerboot terug getrokken tegen de wind in, het spel lijkt wel vele minuten te kosten maar lukt uiteindelijk tot aan het strand. Mmm bevroren releasepin en tot overmaat van ramp zit de loodlijn ook nog in het kleine schroefje. Werkjes waar je nu met deze kou net niet mee wilt bezig zijn, maar het moet gewoon gebeuren. Een kleine tien minuten op onthoud verder vaart de boot wederom met een verse lading richt plek en gelukkig wordt de vracht nu wel netjes afgeleverd. Lijn strak draaien, swinger terug op de lijn en voordat ik het weet sta ik alweer met de afstandsbediening de boot te besturen op zijn terugweg.
Tijd voor wat napraat en slap geouwehoer komt er niet van want er is actie bij de buren!! Helaas is dit voor korte duur………… lijnbreuk voorkomt het vroegtijdige feest en zorgt voor een korte mineurstemming. Altijd vervelend maar dit hoort er soms ook bij. Zeker hier met de steile kleiranden en wie weet wat er allemaal voor rotzooi uit lang vervlogen tijden tussen zit. Lang verhaal kort er gebeurt verder niks meer vandaag. Morgen weer een dagje vissen, maar door deze extreme kou moet alles uit de auto gehaald worden om te ontdooien of te drogen willen we morgen niet gelijk voor problemen komen te staan……….
Mooie tijd hoor die winter, niks gooien met jerkbaits of grinders, no trolling no no! Maar een dag old-skool met dode aasvis in de weer, een beetje Beerenburg in je cola en wachten op dat tikkie op je hengel. Zo donders spannend spelletje dat vissen. De lijn die genomen wordt, een dobber die mooi wegloopt, lijn strak draaien om te voelen of er iets als aan het elastiekje trekt en dan aanslaan……… kaboem! Ik wil jullie dan ook graag meenemen in mijn visserij met doodaas op grote snoek!
Tekst en fotografie: Hilco van Nuil
Het is wel een visserij van keuzes maken want aantallen is niet mogelijk hoor je wel eens…. Nou broodje aap hoor want ik kan je zeggen dat wanneer je de goede keuzes maakt, er in de winter geen stukkie hout of plastic, in welke vorm dan ook, tegen op kan! Op mijn topdag aller tijden had ik er 47 in de boot en dat is mij met kunstaas nog nooit gelukt. Mijn vismaat van die dag Gert, riep op een gegeven moment uit pure wanhoop: heee! stoppen met bijten ik mot roken donder!! Wat maar aangeeft dat het complete madness was op de dobbers. Ik geef toe dat het zeldzaam is zo’n gouden dag maar dat het mogelijk is was maar weer bewezen. Keuzes maken ja dat wel, wil je op grote snoek vissen of voor de aantallen gaan, das dan je keuze. Zodra je ze begint te vangen tussen de 65 en 80 cm kan je best geluk hebben dat er een grote kroko tussen door komt maar dan heb je wel mazzel!
Ik verkas dan vaak meteen als ik er een stuk of 5 heb, mooi op zoek naar de grootmoeders van al dat dartelende spul! Voor de meeste vissers onder ons is het moeilijk om meerdere metersnoeken per dag te vangen, toch is het makkelijker dan je denkt. De meesten onder ons kunnen namelijk de verleiding niet weerstaan, als ze meerdere mooie vissen vangen tot 80 cm, om dan te vertrekken. En dat is ook prima want je kunt prachtige dagen hebben met mooie sport op deze snoeken. Maar de kans dat je echt grote snoeken gaat vangen wordt door deze benadering niet echt groter. Ik ga dus proberen om wat inzicht te geven in de visserij met doodaas op grote snoek.
Het komt erop aan om op de goede tijd op de goede plek aanwezig te zijn. Tja mooi, nou weet ik nog niks hoor ik je al denken maar dat zal ik proberen uit te leggen. Ik begin meestal echt fanatiek te vissen met doodaas wanneer de watertemperatuur rond de 9 graden komt. Onthoud altijd als je naar je water kijkt dat snoeken groter dan 110 cm de top predators zijn van dat water. Zij zullen dan ook altijd de beste jachtplekken opeisen en de snoekjes tot 70 cm blijven daar liever uit de buurt van deze staartenbijters.
Dat is meteen ook de hele truc van deze visserij. Op het moment dat de temperatuur een vrije val maakt naar die 10 graden zal de aasvis, op strategische plekken zich verzamelen en richting overwinteringsstekken migreren. Vaak zijn deze beschutte plekken bereikbaar via versmallingen binnen het watersysteem. Op dat moment zal de grote snoek klaar liggen op die stek en is het easy hunting voor hun op de enorme witvis populatie die daar langs moeten passeren.
Uit eigen ervaring heb ik geleerd dat de grote snoeken enkele vaste standplekken prefereren, op zo’n vaste plek kan jij ze ook vangen als ze niet actief aan het jagen zijn. Een goed voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld een strookwater recht achter brugpijlers, hier is door constante stroming een diepere geul ontstaan. Deze geul is vaak wel 50 cm dieper dan de rest van het omringende water, mijn ervaring heeft mij geleerd dat de grotere dames vaak rond deze geulen liggen. Best slim trouwens, zij liggen daar dan in relatief rustig water wat weinig energie kost en de enorme voedselvoorraad is binnen 3 slagen vanaf de staart voorhanden. Natuurlijk zijn er ook momenten dat ze niet liggen maar actief aan het jagen zijn en dan kan je ze binnen een straal van 300 meter rond deze geulen meestal ook goed vangen!
Hoe lang deze visserij op de grote dames goed blijft merk je snel genoeg want zodra je vissen tot ongeveer 85 cm gaat vangen dan weet je dat het grote festijn feitelijk over is. Vaak krijg je nu een periode die moeilijker is om meerdere metersnoeken te vangen want het weer is vaak eind november begin december te wisselvallig. Zo heb je een aantal nachtvorsten gevolgd door dagen van 12 tot 14 graden boven nul. De aasvis wil dan nog niet geconcentreerd bij elkaar blijven en de snoek is dan vaak een beetje zwervende. Dit is dan ook de periode dat de mensen met een boot de betere vangsten hebben, zij dekken met hun sleepdobbers meer water af dan diegene die van de kant aan het vissen is. De ingangen van bijvoorbeeld havens zijn dan over het algemeen de betere plekken om te bevissen!
Nu komen we aan bij de watertemperatuur van 0 tot 5 graden, de aasvissen liggen nu geconcentreerd op hun overwinteringsplekken. De meest voor de hand liggende plekken zijn jachthavens en water wat gelegen is tussen de bebouwing, echter pas op dat je hiermee jezelf niet te kort doet, want dit zijn ook de stekken die het meest bevist worden. Kijk goed om je heen, alle plekken die in de luwte liggen en bij voorkeur doodlopend zijn, geven kans op grote snoek. Vis zoveel mogelijk de kant af die uit de wind ligt en waar als je geluk hebt een waterig winter zonnetje op schijnt. Ikzelf vis altijd met aas waarvan ik zeker weet dat het groter is dan 90% van de maat die er als aasvis ligt. Dus aas van minimaal 25cm en groter want dikke snoeken zijn gek op groot en “easy food”! Als je in staat bent op een stek een vis te vangen groter dan 110 cm ga dan zeker niet verkassen want ik beloof je dat er op die stek meer grote snoeken aanwezig zijn. Ik heb zelf vele dagen gehad dat ik over een lengte van 100 meter drie vissen boven de 115cm ving in een korte periode.
Een oude legende is dat de snoek in de winter diep zit, op de grote grindgaten aan de rivier is dat ook zo. Maar op de plekken zoals ik de beschrijf worden de beste vangsten gedaan op 1.5 tot 2.5 meter water. De aasvis ligt in een grote wolk op het diepste gedeelte van deze stekken, wat meestal 3 tot 4 meter betekend. De roofvis ligt rondom deze wolken witvis met de boot en sleepdobbers vis ik dan ook op een diepte van 2 meter meestal zo een 5 meter uit de kant, mijn aasvis is op deze manier goed zichtbaar voor de groenjassen die onder een steiger of boot wachten op hun kans! Trouwens als kantvisser laten de meesten een grote kans liggen, gebruik eens een hengel van een meter of drie en half, werpgewicht van rond de 150 gram en monteer eens een sleepdobber. En kom in beweging je vist op die manier veel meer water af dan degene die een vaste stek kiest! Gebruik minstens 30 gram lood zodat de aasvis op diepte blijft terwijl je loopt, molen open lijn onder je vinger en bij het minste tikje de lijn laten lopen mooie visserij en erg succesvol!
Tot slot een laatste tip: vaak zie je in vangstverslagen dat wanneer er op een bepaalde stek goed wordt gevangen, dit echter met de week slechter wordt als je goed oplet. De minder slimme vissers blijven dan maar hangen op die stekken en je ziet ze van hele mooie aantallen naar 1 of 2 visjes per dag gaan. Pas je deze tactiek zelf ook toe en ik weet het is aanlokkelijk, dan doe je jezelf echt te kort. De grote dames zijn de wekelijkse foto shoots namelijk snel een beetje zat, blijf dus goed naar je water kijken want er is vast een stek in jou omgeving waar je ze wel weer vangen kunt en dat is vaak dichterbij dan je denkt! be smart!!!!!
Fish On, Greets Hilco
Reageren op het artikel van Hilco van Nuil? Dat kan op ons Roofvisweb Forum.