“Stilstand is achteruitgang” en “Wij hebben gasten en geen klanten” zijn de uitspraken van Cordes Travel. Tegenwoordig zoeken de sportvissers die op visreis willen kwaliteit, service en een goede organisatie om die reden merkt Cordes Travel weinig tot niets vd crisis.
Dit reisbureau van Linda en Raffie Cordes loopt goed, heel veel groepen sportvissers gaan al vele jaren met Cordes Travel op visreis naar Noorwegen, IJsland en Denemarken en vanaf vandaag ook naar Zweden en de Florida Keys. Al deze reizen zijn gericht op het sportvissen en voldoen dan ook aan alle wensen van deze speciale groep vakantiegangers.
Vanaf vandaag is de nieuwe website van Cordes Travel online, huisjes in de verschillende landen, informatie over de reis en de eerlijke prijzen, geen addertjes onder het gras, geen vanaf prijzen, gewoon de juiste prijs bij elke accommodatie.
Nieuw in het programma is het vissen snoek en snoekbaars in Zweden in de regio’s Halsingland en Gastrikland, ideaal voor de vissers die willen vliegen (Stockholm) en Vastergotland voor die groepen die met de auto wensen te reizen. Allemaal TOP gebieden voor de snoek en snoekbaars. De gebieden op 2 uurtjes van Stockholm, zijn maagdelijke visgronden waar geen (sportvis)toerisme is en de meren vol met mooie snoek en snoekbaars zitten.
Voor de sportvissers die wel eens zonder muts en drijfpak willen vissen en een warme visstek zoeken heeft Cordes Travel de Florida Keys in hun programma. Een geweldig compleet sportvis-programma waar alles inclusief is, behalve eten, drinken en brandstof voor de huurauto. Vissen in de “Sportfishing Capital of the World” Islamorada is een droom, witte stranden, wuivende palmbomen en helderblauw water. Vissen op grote haai, tarpon, Bonefish, Permit, Snook, Sailfish, Dorado en vele andere soorten, is hier mogelijk. Hengels, molens, aas en kunstaas zijn allemaal incl. in de prijs.
Kortom Cordes Travel timmert al 10 jaar flink aan de weg en mag gerust tot de top in de sportvis-reiswereld worden gerekend. Mede door de service, kennis en betrouwbaarheid zijn zij hier gekomen. Een hoge service oa door de gratis prive-les ,wilt u na de boeking meer weten/leren over de visstekken, materialen en technieken waar u naar toe gaat, dan kunt u bij Cordes een gratis prive-les krijgen met uw eigen vismaten, onder het genot van een hapje en drankje.
Tot slot krijgt iedere groep een gratis sportvispakket twv 125,- euro ism met Penn en Berkley, als u boekt voor volgend jaar 2014.
Bekijk de nieuwe website eens en schrijf u in voor de nieuwsbrief, die alleen verschijnt als er echt nieuws is, om zo op de hoogte te blijven voor aanbiedingen en acties.
Inleiding Op 21 mei 2013, werd de 14e en laatste aflevering van Vreemde Snoe(k)shanen op Roofvisweb geplaatst en moest ik eindelijk beslissen wat voor nieuwe serie ik zou starten. De trouwe lezers hebben me heel wat voorstellen gestuurd. Van een serie over de beste snoekstekken tot verhalen over zwendelsnoeken en ook zou men wel meer informatie willen hebben over de allergrootste snoeken. Ja, dat het over snoek moest gaan, had ik voor mezelf ook al bepaald. Over vriend Esox lucius heb ik tenslotte kasten vol informatie, meer dan 300 boeken over deze rover, tig duizend foto’s en last but not least vis ik er al bijna 60 jaar op.
In die 60 jaar is er heel veel veranderd en wat zou ik nog eens graag met de kennis en materialen van nu teruggaan naar de stekken van toen. Ik zou dan met veel meer vertrouwen met kunstaas de nog niet verbrasemde polders bevissen. Gaan trollen op de grotere plassen, rivieren en kanalen en dan zeker geen last van dressuur hebben. Hierover mijmerend herinnerde ik me dat ik rond het jaar 2000 een serie artikelen over 100 jaar snoeken in Nederland geschreven had. Misschien kon dat een basis zijn voor een nieuwe serie op Roofvisweb?
Gelukkig had ik de CD waarop deze serie bewaard werd snel gevonden en daarmee ook de basis voor minstens 10 aflevering op mijn favoriete website Roofvisweb. Aan de eerste afleveringen zal ik alleen het hoognodige veranderen maar wel moet ik meer foto’s van materiaal maken zodat de lezers ook met eigen ogen kunnen zien waarover het gaat.
Vanaf de vijftiger jaren van de vorige eeuw kan ik al meer mijn eigen inbreng op praktijkgebied kwijt. En dan vooral de veranderingen die de introductie van vele soorten kunstaas teweeg gebracht hebben. Ik had het geluk om met pioniers op dit gebied zoals Jan Schreiner, Cor van Beurden en later Kees Ketting, Bertus Rozemeijer en Ad Swier samen op snoek te vissen.
Ik kon in de keukens van wereldberoemde kunstaasfabrikanten zoals Rapala, Mepps, Suick, Storm, Abu, Nilsmaster, Salmo, Mann’s Bait, Kuusamo en Blakemore kijken en heb daar veel van geleerd. Het is mijn bedoeling om veel uitgebreider op het snoeken met die verschillende soorten kunstaas en de technieken in te gaan en ik hoop dan ook op input en reacties van de lezers. Ik heb echt niet het idee dat ik alle wijsheid op snoekgebied in pacht heb. Maar ik durf wel te stellen dat ik door de vele jaren praktijkervaring, vooral in de oer-Nederlandse polders, het een en ander geleerd heb en dit graag met jullie wil delen. Ook nu weer vind ik het zeer belangrijk dat we er beiden plezier aan beleven en er ook weer wat van leren. Deze introductie is alweer veel te lang en nu snel over naar 114 jaar geleden, toen kwam het eerste boek waaruit ik snoekinformatie “geleend” heb uit.
Ruim een eeuw lang snoeken in Nederland. Van 1899 tot 1930, hoofdstuk 1
Volgens mijn bescheiden mening kan het interessant zijn de ontwikkeling van bepaalde takken van de sportvisserij eens van dichtbij te bekijken. Het zal de lezers waarschijnlijk niet vreemd overkomen dat juist deze “Snoekenfret” wil proberen een beeld te schetsen van de ontwikkeling van het snoekvissen, kortweg snoeken genaamd, in ons kikkerlandje gedurende deze laatste eeuw en de eerste jaren van deze eeuw. Ik zeg met opzet proberen, want ik heb nog geen flauw idee van wat ik allemaal zal tegenkomen over de roofvis die me zeer na aan het hart ligt in de oude boeken, specifieke snoekliteratuur en hengelsportbladen die ik in de loop der jaren verzameld heb. Ik zal me echt beperken tot de Nederlandse situatie en vermoed dat er al meer dan genoeg stof zal zijn voor deze nieuwe serie.
In den beginne???
Ja, met enkele vraagtekens want ik zat me net af te vragen waar en waarmee ik zal beginnen? Wetende dat H. Aalderink in 1899 het boek “De Zoetwatervisschen in Nederland en de Kunst om ze te vangen” had geschreven en in dat boek een hoofdstuk staat over het ‘Hengelen naar snoek’, leek het me voor de hand liggen om daar eerst eens in te snuffelen. Gesteld wordt dat de snoek de schrik is van alle waterbewoners en dat geen waterdier veilig voor hem is. Hier lezen we ook de inmiddels achterhaalde fabel dat een snoek in een week ongeveer het dubbele van zijn gewicht aan voedsel nodig heeft. Er staan nog wel meer zaken in die niet kloppen. De hommers zijn meestal niet langer dan de kuiters want het zijn juist de vrouwtjessnoeken die veel groter kunnen worden. De schrijver heeft zelf al twijfel over de maximale lengte van 2 meter en een gewicht van 70 pond, maar is er wel van overtuigd dat ze wel 50 jaar oud kunnen worden, wat niet klopt. Misschien in noordelijke streken de helft, dus 25 jaar.
Bij het hengelen naar snoek adviseert Aalderink een flink tuig, een stevige bamboe stok, liefst uit één stuk en snoer van gevlochten trens of klapkoord met aan het ondereind een flink gedeelte van gedraaid koperdraad met fijne lissen (zijn dus lussen) voor aanhechting van haak en snoer. De dobber mag gerust vrij groot zijn maar moet zóó veel drijfvermogen hebben dat de aasvisch hem niet gemakkelijk onder water kan trekken. Als aas neme men een zoo levend mogelijk en reeds eenigszins gespeend vischje. Vervolgens krijgen we een handleiding hoe dit visje te fleuren. Dat moet nauwkeurig gebeuren want als men het goed doet, blijft dit gefleurde visje dan wel 2 tot 3 dagen leven wat met het oog op de vangst wenschelijk is.
Volgens mij is dit een indicatie dat er toen nog veel met z.g. zetlijnen gevist werd. Tenslotte nog de raad om bij een aanbeet niet meteen te slaan omdat de snoek het aasvisje eerst over dwars pakt, daarna keert en vervolgens slikt en dan pas moet je aanslaan. Je zou kunnen stellen dat de basis methode van snoeken met levend aas toen weinig verschilde met die van 70 tot 80 jaar later. Het grote verschil zat hem vooral in het gebruikte materiaal. De minimummaat voor snoek was aan het begin van de vorige eeuw 40 cm.
De gesloten tijd voor zowel snoek als baars was toen van 16 maart tot 30 april en dan mocht er niet met zetangels, zetlijnen en loop- en sleephengels gevist worden. Een groote vischakte tot het visschen met alle geoorloofde vischtuigen kostte toen Fl. 2,50.Een kleine vischakte tot het visschen met één daarin genoemd vischtuig kostte een gulden. Een hengelakte tot het visschen met meer dan één hengel kreeg men tegen betaling van 50 cent. Over alle verdere bepalingen, rechten en verboden zal ik maar zwijgen, het zijn er teveel van het goede. Tenslotte nog de opmerking dat we in dit boek ook de geschiedenis van de 267 jaar oude Duitse snoek met ring met inscriptie en wel 350 pond zwaar, tegenkomen. Nauwkeurig onderzoek van het skelet heeft uitgewezen dat dit opgebouwd was uit botten van vele snoeken… en dat er in de 15e eeuw al zwendelsnoeken waren.
Langzaam naar kunstaas
Vervolgens heb ik in de boekjes van A. Anton en Brandaris gesnuffeld en enkele zaken gevonden die toch wel heel duidelijk afwijken van wat we tegenwoordig onder welzijn van dieren verstaan. Ik denk niet dat we veel bijval krijgen als we een “tamelijk grooten kikvorsch via de mond doorboren met koperdraad met een lus op het einde, die er dan aan de achterkant uit moet komen. Rondom de bek van de kikvorsch komt de dreg en verder moeten we deze kikvorsch met ruw garen omwinden. Dit geheel komt aan een stevig koordtouw, hetwelk tevens aan een vrij stevige plompstok moet worden vastgemaakt. Men gaat nu op het eendenkroos plompen en de aanwezige snoeken zullen zeker de kikvorsch aanvallen en dan dient men vrij schielijk op te halen’ Tot zover deze bij vele vissers nog onbekende techniek. Anno 1912. Over het schieten en strikken van snoek krijgt men eveneens goede raad, doch omdat er geen hengel aan te pas komt, ga ik er maar niet verder op in.
In De Hengelaar van Brandaris uit 1915 lees ik dat aasvisjes en kikkers het beste aas voor snoek zijn. Deze schrijver geeft de voorkeur aan het plompen in sloten met kroos boven het vissen in ‘blank water’. Nog geen enkel spoor van kunstaas te vinden, wel het advies dat als de snoek het aasvisje gepakt heeft, men het beste 5 tot10 minuten kan wachten voordat men opslaat om te bespeuren of het een grote of kleine snoek is. In de jaren daarna verandert er qua manier van snoeken weinig en de eerste wezenlijke verandering komen we tegen in het boek ‘De Hengelsport’ van A.M.J. Dresselhuys uit 1928.
In dit keurig verzorgde boek worden niet alleen 11 pagina’s in zijn geheel aan de snoek en het snoekvissen gewijd, men komt nu ook voor het eerst het vissen met kunstaas op snoek tegen. Het moet volgens mij een voor die tijd revolutionair boek geweest zijn want de schrijver stelt dat hij de hengelaars op de hoogte wil brengen van de nieuwere hengelmethoden waarmee veel meer succes te behalen valt dan met de oudere technieken. Hij heeft het dan over nieuwe snufjes uit het buitenland die al bij enige winkeliers te koop zijn. Men ziet, op dat gebied is er nog steeds niets veranderd. Dresselhuys heeft veel in het buitenland gevist doch ook veel contact gehad met beroepsvissers en ik zie hem dus als een echte praktijkman. Die waarschijnlijk niet onbemiddeld was, gezien de spullen waar hij mee viste en de luxe uitvoering van dit boek dat destijds de somma van Fl. 4,25 kostte tegen de boekjes van Brandaris maar 30 en 35 cent. Er zit een hoog gehalte aan Hardy informatie en artikelen in dit boek. Ik mag aannemen dat er weinig doorsnee snoekvissers waren die destijds Fl. 200,- voor een allround Hardy hengel en Fl. 66,- voor een Hardy Silex Major reel neer konden tellen.
Hoewel bovenal het vissen met de reel behandeld wordt, zien we ook de eerste foto’s van de normale werpmolen en wel de Illingworth no.3. Een schitterend molentje, gemaakt tussen 1915 en 1930, dat vooral geschikt was voor het vissen met lichte lijnen. Dat laatste klopt want ik heb zelf zo’n goed werkend exemplaar, compleet met originele hardboard doos, en dan zie je dat op de kleine spoel alleen dunne lijnen tot 0,20 mm goed te gebruiken zijn. Destijds was het gebruik van een dergelijke molen een noviteit en waren het vooral de Nottingham reels en Hardy reels, in dit boek behandeld onder de kop ‘Visschen met de Rol’, die in zwang begonnen te raken. Maar met de introductie van de werphengel, komt nu ook voor het eerst het vissen op snoek met kunstaas aan de orde. We kunnen nu informatie opdoen over het spinnen met een dood aasvischje, kunstvischjes, lepel, vlieg, blinker en we zien b.v. foto’s van spinners, devons, pluggen en lepels in dit boek.
Ik zei het al eerder, er is niets nieuws onder de zon en in dit boek kan men al lezen over het verticaal vissen met kunstaas, door de auteur “op en neer visschen” genoemd.
Bij Dresselhuys wordt het vissen met de aasvis, zowel dood als levend, zeer uitgebreid en op een veel modernere manier uit de doeken gedaan dan in voorgaande publicaties. We lezen over takels, paternoster systemen, het vissen met de rol, de verschillen tussen het snoeken in de polder en de rivieren. Je merkt ook dat het in dit boek meer om de sport en het plezier van het vissen gaat dan om het verkrijgen van zoveel mogelijk snoek op wat voor manier dan ook. Voor mij is dit een van de beste Nederlandstalige visboeken en de schrijver was zijn tijd ver, maar dan ook heel ver vooruit.
Catch & Release was er toen nog niet bij want op de stofomslag staat de schrijver keurig in het pak met de hengel afgebeeld terwijl zijn hulp een knappe karper, hangend aan een touw door de bek, laat zien. Misschien heb ik wel wat extra aandacht aan wat ik over het snoeken in dit boek las, besteed. Maar ik ben van mening dat dit een goede zaak is om dit boek de eerste aanzet tot het sportvissen moderne stijl wordt gegeven. Mocht u ooit in de gelegenheid zijn dit boek te kunnen kopen, doe het want er staan heel veel nuttige zaken in die ook nu nog gelden.
Heb je de vorige afleveringen van Jan Eggers gemist? Klik dan op deze LINK!
Mocht je vragen of opmerkingen hebben stel ze op ons Roofvisweb Forum!
Zaterdag 25 mei is het Nationale Hengeldag. Op die dag organiseert Sportvisserij Nederland de Nationale Hengelvangst telling. Sportvissers die dan hun vangsten vastleggen via de gratis app MijnVISmaat, maken kans op mooie prijzen van Spro.
De Nationale Hengelvangsttelling is de sportvisvariant van de Nationale Vogeltelling. Door ieder jaar op Nationale Hengeldag de vangsten te registreren, krijgt de sportvisserij een uniek beeld van hoe de visstand zich door de jaren heen ontwikkelt. Om sportvissers hierbij extra aan te moedigen, zijn voor degenen die hun vangsten aanmelden via MijnVISmaat tien prachtige prijzen beschikbaar gesteld door Spro.
PRIJZENPAKKETTEN
De eerste prijs is een complete hengelset bestaande uit een Henk Simonsz Screamin’ Allrounder 250 hengel, Spro Passion XTR molen en 300m Spro Snyper 0,15 mm lijn. Daarnaast stelt Spro negen kunstaaspakketten beschikbaar met daarin een Rapper Jerkbait, zak Airbody shads en een Ikiru Crank plug. Uit alle vangsten die op Nationale Hengeldag worden geregistreerd, kiest Sportvisserij Nederland tien willekeurige prijswinnaars.
MIJNVISMAAT MijnVISmaat is het officiële vangstenregistratie platform van Sportvisserij Nederland en werd onlangs onderscheiden met een Dutch Interactive Award in de categorie Loyalty en CRM. Met MijnVISmaat registreer je met de app of website eenvoudig je vangsten, deel je ze met je vismaten (als je dat wilt) en analyseer je ze met handige statistieken. Mijn VISmaat is geschikt voor beginnende sportvissers, maar zeker ook voor de cracks. En het mooie is: MijnVISmaat is helemaal gratis! Inmiddels hebben al meer dan 30.000 sportvissers zich geregistreerd. Nog geen account? Ga naar www.mijnvismaat.nl en registreer je gratis, of download de app in de AppStore of Google Play.
Zaterdag 25 mei is het sowieso dé dag om te gaan vissen (en iemand mee uit vissen te nemen), want: iedereen vist mee op Nationale Hengeldag!
Kip werpen, Cavia smijten, touwtje trekken met mvr. snoek, noem het hoe je het maar wilt, vliegvissen op snoek is hot, hotter dan ooit, en niet zonder reden. Het combineert het visuele van jerkbait vissen en het drilplezier van een lichte spinhengel.
Tekst en foto’s: Roy Simons
Het is niet voor niets de favoriete visserij van enkele grote namen in de hengelsport. Mijn eerste persoonlijk ervaring was niet lang geleden; mijn vaste vismaat besloot sinds lange tijd weer eens een streamerhengel te pakken, zijn baitcaster bleef thuis en zijn Aftma 7 Orvis vliegenhengel moest het gaan doen.
Met bewondering keek ik toe hoe hij meer en meer lijn uit zijn top liet vliegen, voordat zijn streamer(tje) het water raakte. Alleen het zien van die lijn en het sierlijke gezwiep was iets hypnotisch voor me. Ik had bij zijn vierde worp mijn eigen hengel al weg gezet, puur om dit allemaal te kunnen aanschouwen. Terwijl ik me bedacht dat hij gewoon beter was als mij, en mezelf goed realiserend dat ik enkele weken eerder vliegvissers als elitair bezigheid had genoemd. Nog half in trance zag ik hoe het water rond zijn streamer ontplofte, toen een klein snoekje het stuk bont had gepakt, de Aftma 7 ging krom, veel krommer als welke hengel ik ook in mijn bezit heb gehad. Snel werdt het beestje afgedrild en geland.
Vismaat gelukkig, en ik misschien nog wel meer gelukkiger, want wat een spektakel was dat zeg! Nog voor dat de vis was terug gezet, hing ik aan de telefoon met Martin de Vries van Alfa Rod Building, daar op dat moment besloot ik dat ik een streamer hengel moest hebben, en dat ik ging leren “Vliegvissen”. Had ik dat maar nooit gedaan…..
Ik was al gewaarschuwd van te voren, vliegvissen kan enorm verslavend zijn, en je kijk op de hengelsport zou nog wel eens kunnen veranderen. Dit is inderdaad wat gebeurde, al ben ik (nog) niet “fly only” geworden, een “purist” zoals sommige het zouden betitelen. Daarvoor hou ik gewoon teveel van jerkbaits en de set die ik er voor gebruik, maar ze hebben wel iets gemeen eigenlijk, beiden hebben de mogelijkheid om heel ondiep te vissen, en als de aanbeet dan komt, weet je meteen weer dat je leeft, niks maar dan ook niks in de hengelsport kan daar tegen op, tenminste dat is mijn mening, wees vrij om iets anders te vinden (al heb je het dan fout…)
De set-up die ik gebruik is eigenlijk heel simpel, omdat ik enkel en alleen in de stadswateren en polders rond om Den Helder vis, heb ik genoeg aan een relatief langzame hengel, een 9 foot Aftma 8, met daarop een large arbor reel en een drijvende WF lijn, met een 1,5m lange fluorocarbon leader en titanium onderlijn, er zijn andere en waarschijnlijk betere opties, daarvoor verwijs ik je graag naar een artikel in De Roofvis nr 95, maar voor mij is titanium nu goed genoeg.
Voor groter water is het raadzaam om een zwaardere hengel en lijn te gebruiken, Aftma 10 is het meest gebruikt hier, maar daar ga ik verder niks over zeggen, ik heb daar namelijk geen ervaring mee. De keuze voor een langzamere hengel heb ik niet heel bewust genomen overigens, en uiteindelijk zal ik een snellere hengel nemen, waarmee ik makkelijker 20-30 meter lijn kan weg zetten. Maar over de te gebruiken hengels zal ik in het stuk na deze intro meer schrijven, net als lijnen, streamers en uiteraard het meest ondergeschoven kindje: Strippen.
Ik zal nergens te diep op in gaan overigens, het voornaamste wat ik wil bereiken is om over te brengen hoe leuk en vooral spectaculair het kan zijn. want dat het vliegvissen spectaculair is, daar bestaat geen twijfel over!
Op 15 januari van dit jaar begon ik op Roofvisweb met het eerste artikel over zieke en gezonde, mooie en lelijke, kleine en grote maar vooral anders dan andere snoeken. De poldersloten waren bedekt met een laag ijs en schrijven over een ander deel van mijn hobby snoek was een mooi alternatief. Ik had op dat moment dat ik over de andere familieleden en kruisingen van Esox lucius schreef geen flauw idee dat het 14 afleveringen zouden worden. En nog minder kwam het in mijn hoofd op dat deze laatste aflevering zou gaan over de wetenschappelijke bevestiging dat er een nieuw Esox familielid “ontdekt” is.
Vanaf vrijdag 24-05-2013 verschijnt er wekelijks een nieuwe serie van Jan Eggers “100 jaar snoeken in Nederland” hier op Roofvisweb.nl, mis het niet!
Tekst en foto’s: Jan Eggers
Ik kreeg 11 pagina’s taaie kost van Frank van Vliet.
Het leukste aspect van deze artikelen vind ik de respons en communicatie met de lezers, jullie dus. Ik heb heel wat mailtjes, met en zonder foto’s, met opmerkingen over mogelijke oorzaken waarom bepaalde snoeken anders dan anders zijn ontvangen, mijn dank daarvoor. Ook reageerde men op het Roofvisweb Forum en kreeg ik het idee dat dergelijke artikelen positief ontvangen worden en ik samen met jullie op zoek zal gaan naar nieuwe onderwerpen.
Op een gegeven moment stuurde Frank van Vliet me een mailtje met daarin een verwijzing naar een link van wel 70 tekens. Hij vond deze 11 pagina’s wetenschappelijke informatie, en ook nog eens in heel kleine letters en in het Engels, veel te zware kost maar vermoedde dat ik het wel interessant zou vinden. Klopt! Het ging over “Molecular and Phenotypic Evidence of a New Species of Genus Esox: The Southern Pike, Esox flaviae”. Kort gezegd het bewijs dat er een nieuw lid van de snoek gevonden is die de naam Esox flaviae gekregen heeft.
Zeer interessant nieuws voor me want ik wist dat men met o.a. een DNA onderzoek bezig was om te bepalen of die Italiaanse snoeken met een heel andere tekening, ze lijken op tiger muskies, ook echt een andere soort zijn. Het is niet zo dat alle snoeken in vooral Noord-Italië anders getekend zijn dan onze eigen Esox lucius. Zo’n 20 jaar geleden schreef ik artikelen voor de Italiaanse bladen Pesca-In en Pescare en had ik veel goede snoekvrienden in Bergamo, Padua. Brescia en Iseo. Die kwamen regelmatig hier snoeken, gingen mee naar Canada en ik werd uitgenodigd bij hen te vissen en zelfs lezingen voor de grote visclub in Padua te geven. Tijdens het snoeken op diverse grote visvijvers van de visclub van Padua, zag ik met eigen ogen hoe er naast snoeken die er uit zagen als onze Hollandse snoeken ook snoeken met de typisch Italiaanse tekeningen gevangen werden.
Mijn gastheer wist me te vertellen dat dit de oorspronkelijke snoeken van deze regio waren en dat men steeds meer het type dat wij zo goed kennen, kweekte en uitzette. Waarom juist dit voor ons normale type werd gekweekt, heb ik toen niet gevraagd. Mijn Italiaanse snoekmaten Bruno Cassotti en Gabriele Gnutti hadden ook eigen viswater en zelfs een eigen broedhuis om jonge snoek, type Esox lucius, op te kweken. Juist dit uitzetten van dit eigenlijk vreemde snoekbroed is de reden dat biologen uit Nieuw-Zeeland samen met collega’s van de Universiteit van Perugia dit onderzoek gestart zijn. Men was en is namelijk bezorgd dat de oorspronkelijke soort echt Italiaanse snoeken door kruisingen gaat verdwijnen, noem het maar een vorm van faunavervalsing.
Voor dit onderzoek heeft men snoeken uit geheel Europa, Canada en zelfs China als onderzoeksmateriaal genomen en dan zie je uiterlijk al de nodige verschillen. De meeste Europese snoeken laten een uiterlijk met z.g. ronde vlekken zien en bij de originele Italiaanse snoeken zien we meer strepen die dan ook nog verticaal, diagonaal en horizontaal kunnen lopen. Het onderzoek van het DNA gaf behoorlijke verschillen tussen onze snoeken en hun Italiaanse neven en nichten. Een ander kenmerkend verschil was het aantal schubben op de zijlijn. Bij onze Esox lucius vinden we 125 tot 148 schubben op de zijlijn. Bij de Esox flaviae zijn dat er beduidend minder: 101 tot 115 stuks.
Waar komt de naam Esox flaviae vandaan?
In America en Canada wordt Esox lucius door iedereen Northern Pike genoemd en de schrijvers van dit rapport noemen deze Esox flaviae vooral de Southern Pike. De naam flaviae is de 2e naamval van het woord Flavia, dus van Flavia en dat was de naam van de eerste vrouw van de Flavia Dynasty waar keizer Titus Flavius lid van was en zijn moeder en zuster hadden de naam Flavia. De natuurkundig Plinius de Oudere, geboren in het jaar 23 en gestorven in 79, schreef een soort encyclopedie met de naam Naturalis Historia die hij aan keizer Titus Flavius opdroeg. De naam flaviae laat dus de Latijnse afkomst van deze snoek zien maar de algemene roepnaam blijft Southern Pike. Er zijn in Italië nog enkele meren waar deze Southern Pike nog vrij exclusief voor komt en het meer van Trasimeno is er een van. Het is een Nationaal park geworden waarvan 2 gedeelten tot Natura 2000 gebied verklaard zijn.
Kan de Southern Pike ook naar ons komen?
Door het uitzetten van Esox lucius in veel Italiaanse wateren komen er al meer hybriden die zich vaak ook nog weer kunnen voortplanten en de vraag wordt al gesteld of het mogelijk is dat deze Southern Pike ook onze kant op komt. Er zijn al exemplaren van Esox flaviae gesignaleerd in de rivier de Donau en we weten ook dat er door het vrij nieuwe Donau-Rijn Kanaal in Beieren nieuwe vissoorten naar het noorden migreren. Ik stel deze vraag vooral omdat ik de laatste jaren foto’s van enkele mooi getekende snoeken die doen denken Southern Pike voor mijn archief gekregen heb. De al eerder gepubliceerde marmersnoek van oud-SNB voorzitter Jouke Jansma is daar een prima voorbeeld van. Ik heb nog een paar foto’s van mooi getekende snoeken en zal die samen met een paar Italiaanse exemplaren bij dit artikel gebruiken.
Als mijn geheugen me niet in de steek laat, is er vorig jaar of nog een jaar eerder in het blad “Rovers” een artikel verschenen over mooi getekende grote Italiaanse snoeken. Ik heb net in de stapel oude `Rovers` gesnuffeld maar kan het desbetreffende nummer niet vinden, jammer dan. Ik had en heb het vermoeden dat men dan een aantal mooie vrouwelijke exemplaren van Esox flaviae kan bewonderen want dat ze er mooi uitzien, daarover zijn alle snoekvissers het eens. Ook vond ik nog een foto van een marmerachtig getekende snoek uit Amerika die eerst in de vrieskist bewaard is en later door een preparateur opgezet is.
In Amerika wist en weet men nog steeds niet wat voor snoek dit is maar men vermoedt en of andere kruising. In ieder geval is het een rare snoe(k)shaan. Met deze opmerking ben ik aan het einde van deze artikelenserie gekomen. Bedankt nogmaals iedereen die een reactie(s) gegeven heeft en ik ben net als jullie nieuwsgierig naar het onderwerp van een volgend artikel, nog effe geduld graag!
Vanaf vrijdag 24-05-2013 verschijnt er wekelijks een nieuwe serie van Jan Eggers “100 jaar snoeken in Nederland” hier op Roofvisweb.nl.
Heb je de vorige afleveringen van Jan Eggers gemist? Klik dan op deze LINK!
Mocht je vragen of opmerkingen hebben stel ze op ons Roofvisweb Forum!
In de 12e aflevering van deze nieuwe serie Vis TV gaan Ed en Marco zeevissen vanaf het strand van Groote Keeten in Noord-Holland. Daar zouden volgens de ingewonnen informatie namelijk de nodige botten te vangen te zijn. Misschien niet de meest smakelijke van onze platvissen, maar wel een fascinerende sportvis en hartstikke leuk om op te vissen in Vis TV. Bovendien een laatste kans om nog op dit prachtige strand te vissen voordat het ophogen met miljoenen kilo’s zand begint. Maar, eigenlijk ook een beetje om te laten zien hoe kinderlijk eenvoudig en tegelijk magnifiek strandvissen kan zijn.
Terwijl Marco in een mui naast een golfbreker zijn (vis)geluk zoekt, struint Ed naar de kop van een dam die door het zakkende water van lieverlee in zicht komt. Vanaf daar kun je met echt strandhengels een bloedeind in zee werpen. Of dat nodig is, zal snel blijken. En, om vooraf niet te veel te verklappen maar wel een kleine tip van de sluier op te lichten, kunnen we melden dat Marco zijn botten snel heeft gevonden en dat Ed even later ook een feederhengel optuigt.
Ook de nieuwe serie Vis TV bestaat/bestond weer uit 12 wekelijks en op zichzelf staande afleveringen en vaak spannende visavonturen van Ed Stoop en Marco Kraal. Na deze 12e en laatste aflevering start RTL-7 echter vanaf volgende week zondag 26 mei (Nationale Hengeldag) al weer met de herhaling van de hele serie, te beginnen op het ijs van Elburg.
Daarnaast kun je op de website van Sportvisserij Nederland handige vistips bekijken die met de desbetreffende uitzending verband houden.
Vis TV is steeds te zien op zondagmorgen van circa 9.30 tot 10.00 uur op RTL-7, terwijl herhalingen elke zaterdagmiddag om circa 14.30 uur op deze zender worden vertoond.
Ook bij uitzending gemist van RTL is de aflevering te zien, zodat je geen aflevering van Vis TV 2013 hoeft te missen.
Het seizoen gaat bijna weer van start en wij van GoSnoekbaars trappen af met de eerste aktie van het seizoen want wanneer je voor 25mei een luchtpomp besteld krijg je maar liefst 15% korting.
De shego luchtpompen staan bekend als een van de beste pompen die er te krijgen zijn, voor ons als roofvisser onmisbaar voor wanneer je je aas levend mee wilt nemen of wanneer je zelf je aas hebt gevangen of gekocht en het moet nog vervoerd worden.
Tegenwoordig worden deze pompen ook ingebouwd in de bun van je boot om ervoor te zorgen dat tijdens bijvoorbeeld wedstrijden de vis voldoende zuurstof krijgt. Kortom dit zijn de pompen die je als roofvisser moet hebben. Er zijn verschillende uitvoeringen van 12volt en van 220volt voor bijvoorbeeld thuis. Ook verschillen de pompen in sterkte, neem hiervoor een kijkje in de shop!
Kijk snel in de webwinkel voor alle specificaties en bestel nog voor de opening van het seizoen een Shego pomp met maar liefst 15% korting.
Bij GoSnoekbaars in de webwinkel vindt u tal van handige artikelen voor de boot maar ook voor de hengelsport.
Mocht u specifieke vragen hebben over bepaalde producten neem dan gerust even contact met ons op zodat wij u duidelijk de nodige informatie kunnen verstrekken.
Aan alles komt een einde, ook aan mijn voorraad foto’s van afwijkende snoeken. Maar het leukste is dat mijn archief op dit gebied op het einde van deze artikelserie toch weer groter geworden is en waarschijnlijk nog groter gaat worden in de komende maanden. Ik kreeg namelijk een mailtje van de redactie van de Fisch und Fang, een van de grootste Duitse hengelsportbladen, en daarin stond dat ze geïnteresseerd zijn in deze serie. En omdat ik al bijna 35 jaar met dit blad samen werk, heb ik ondanks mijn pensionering toch JA gezegd.
Het kan mooi geregeld worden in de gesloten tijd van de roofvis en ik verwacht dan ook wel weer een aantal foto’s van vreemde snoeken uit Duitsland. Ik heb voor deze 13e aflevering mijn hele archief door gesnuffeld en genoteerd welke foto’s nog niet gebruikt zijn. Daar zitten dan foto’s bij van zieke snoeken met enorme bulten, waarschijnlijk tumoren, en opgezwollen buiken, niet echt smakelijk. Maar ook foto’s van snoeken met een extra vin of geen borst- of buikvinnen en die zien er op het eerste gezicht vrij normaal uit. Over buikvinnen gesproken, er zit een foto bij van de langste snoek ter wereld, ruim 2 meter, en die heeft 2 paar buikvinnen, kijk maar eens goed naar deze foto. Tja, en de meeste vreemde foto is toch die van een toch redelijk groot gegroeide snoek met meerdere koppen. Als ik deze foto tijdens een diapresentatie liet zien klonken er vele ah’s en oh ’s uit de zaal, ik ben nieuwsgierig hoe jullie gaan reageren.. Maar goed, dat merk ik nog wel.
Ik schreef deze serie met heel veel plezier
En toch is dit niet de laatste aflevering van deze serie. Vrij onverwacht komt er nog een en Frank van Vliet himself is verantwoordelijk hiervoor. Hij stuurde me namelijk een link naar een wetenschappelijke website over een DNA onderzoek dat gedaan was bij Italiaanse snoeken met nogal verschillende tekeningen. In de tweede aflevering “Nog meer snoe(k)shanen” heb ik in het onderschrift bij een foto van een Italiaanse snoek geschreven dat men bezig was met een DNA onderzoek bij deze heel anders getekende snoeken om vast te stellen of er sprake is van een ondersoort van Esox lucius. Dit spiksplinternieuwe onderzoek bevestigt dit vermoeden en ik zal het onderzoek op een populair wetenschappelijke manier aan de lezers presenteren.
Dat is dan een mooie afsluiting van een serie die ik vooral met veel plezier geschreven heb. Dat is ook het grote voordeel van een website, je hoeft geen maand of langer te wachten op een vervolg artikel. De lezers kunnen met hun mening geven via het forum en daarop meteen een gerelateerde foto plaatsen. Echt deze manier van werken, dat is het toch echt een beetje voor me, is me heel goed bevallen.
Jullie mogen best weten dat in eerste instantie mijn animo om voor een website te schrijven en dan ook nog met een forum heel gering was. Dat is gekomen door een slechte ervaring met het forum van de website van het blad Der Raubfisch. Toen begon men net met diverse fora en men vond het een goed idee als Duitse roofvissers informatie konden vragen aan een internationaal bekende snoekvisser als Jan Eggers onder de noemer “Plaudern mit dem Hechtpapst” , vertaald zoiets als “lekker kletsen met de snoekenpaus’, een bijnaam die ik zomaar kreeg. In eerste instantie kreeg ik vrij normale vragen over techniek, materiaal, kunstaas en hoe oud, groot, zwaar enz. snoek kon worden. Je ziet en merkt dan ook dat het zeer vaak dezelfde, meestal vrij jonge, personen zijn die reageren. Je had de ene vraag nog niet beantwoordt of de volgende stond al weer op het scherm. Er kwamen op een gegeven moment ook veel vragen over onze visserijwet en men vond het maar niets dat je geen snoek mocht meenemen om te eten of te prepareren.
Ik was in die periode voorzitter van de SNB en juist blij met de regels ter bescherming van de snoek en snoekstand die we samen met de NVVS, is nu Sportvisserij Nederland, geregeld hadden. De discussie op dit forum liep aardig uit de hand, er kwamen beledigingen op het scherm, natuurlijk onder een schuilnaam, en ik ben er toen acuut mee gestopt.
En als ik dan later op Vraag en Aanbod van Total Fishing lees hoe ongefundeerd vissers reageren op zaken die door de politiek geregeld zijn, denk aan het verbod op levend aas, en dan de NVVS /SN daarvan de schuld geven, heb ik weinig trek om te reageren. Maar zie, uitzonderingen bevestigen de regel en ik heb tot nu toe geen klachten over de reacties en meningen op dit Roofvisweb forum. En dat maakt het gemakkelijker voor me om regelmatig een bijdrage op vooral snoekgebied te leveren en daar mag best een pittige discussie uit ontstaan.
Ik heb in het helaas gestopte blad Voor en door DE VISSER jarenlang een briefwisseling met good old Jan Schreiner gehad onder de kop “Van Jan aan…Jan” We waren het vaak oneens, o.a. over lang drillen van snoek aan licht materiaal, over de voordelen van Dyneema lijn en hoe een goede snoekpolder er uit zou moeten zien. Veel lezers dachten destijds dat we grote ruzie hadden doch dat was absoluut niet het geval. We hadden, net als ze nu proberen te realiseren in het voetbal, respect voor elkaar. Ik heb ook respect voor bestuurders van hengelsportorganisaties, voor vrijwilligers die tijd vrij maken voor instructie van jeugdvissertjes, maar ook voor sportvissers die via bijdragen aan een website als deze, andere vissers goede informatie en leesplezier geven. Voor mij is vissen in de 65 jaar, waar blijft de tijd?, dat ik deze hobby beleef vooral PLEZIER! Ik geniet nog steeds met volle teugen van de uren dat ik met een hengel in de hand in de vrije natuur op zoek ben naar wat voor vis dan ook.
Tenslotte…
Ja, tenslotte toch nog maar wat woorden besteed aan de hoofdpersonen uit deze serie: vreemde snoe(k)shanen. Dit 13e artikel zal er vooral een zaak van veel plaatjes kijken zijn en de onderschriften vertellen het hoognodige. Dat ik toch nog ruim 1000 woorden getikt heb, verbaast me misschien zelf het meest en het kan geen kwaad over bepaalde zaken een eerlijke mening te geven. Ik heb aan de reacties gezien dat er in mijn naaste omgeving ook een aantal actieve en gemotiveerde snoekvissers wonen. Het lijkt me best leuk om samen eens een keer een West-Friese snoekdag te organiseren. Wie weet willen ze ook wel eens een keer als instructeur op treden op een van de 4 tot 6 snoekinstructiedagen voor de jeugd die de SNB Regio N-H, waarvan ik voorzitter ben, al heel wat jaren organiseren.
Zelf heb ik een heel goed gevoel over gehouden aan de samenwerking met Frank van Vliet en Roofvisweb. Ik hoop dat de lezers ook weer nieuwe dingen geleerd hebben over hoofdpersoon Esox lucius en ik bedank iedereen voor hun vooral positieve reacties.
U kunt op dit artikel van Jan Eggers reageren op ons gratis Roofvisweb Forum!
In de elfde en al weer voorlaatste aflevering van de nieuwe serie Vis TV van 2013 gaan Ed en Marco de zee op. Aan boord van de MS Estrella van de Scheveningse rederij Vrolijk wordt even ten zuiden van ’s lands grootste badplaats en tevens bekendste vissershaven op schar gevist. Nergens voor de Nederlandse kust komt deze vissoort immers zo talrijk voor als juist daar.
Na een week slecht weer en een annulering vanwege harde wind, treft onze duo het deze keer aan boord van het ‘vlaggenschip’ van de rederij. De zee wordt namelijk na eerst nog de nodige golfslag steeds rustiger, de zon komt zowaar even achter de wolken vandaan en de scharren lijken bijkans uitgehongerd. Alles wordt in het 14 meter diepe zeewater door de scharren gepakt. Van zeepieren, tot zagers, tot mesheften en ga zo maar door. Het is feest, en de hengeltoppen en onze presentatoren krijgen geen minuut rust! Nou ja; tijd voor een ‘bakkie’ en een broodje moet je gewoon even nemen.
Ook de nieuwe serie Vis TV bestaat weer uit 12 wekelijks en op zichzelf staande afleveringen, zodat je tot half mei de prachtige en vaak spannende visavonturen van Ed Stoop en Marco Kraal kunt meebeleven.
Daarnaast kun je op de website van Sportvisserij Nederland handige vistips bekijken die met de desbetreffende uitzending verband houden.
Vis TV is steeds te zien op zondagmorgen van circa 9.30 tot 10.00 uur op RTL-7, terwijl herhalingen elke zaterdagmiddag om circa 14.30 uur op deze zender worden vertoond.
Ook bij uitzending gemist van RTL is de aflevering te zien, zodat je geen aflevering van Vis TV 2013 hoeft te missen.
Eindelijk is het dan bijna zover de laatste zaterdag van mei staat voor de deur, we mogen weer weg van huis en haard weg om te doen wat zolang niet mocht! Heb al mijn spullen in de gesloten tijd weer tip top voor elkaar gemaakt. De reels en molens hebben een drup olie gehad, de lijnen zijn vervangen en de boot is weer ready voor een jaar Fish on! Het avontuur lokt me en ik wil als de brandweer naar mijn stekken toe om te kijken hoe het ermee staat, avontuur en beleving anno 2013-2014 ik ben er meer dan klaar voor!
Tekst en foto’s: Hilco van Nuil
De verwachting is dat het wel eens een super opening kon gaan worden, de lange winter waardoor de paai wat later viel dan afgelopen jaren, en de gesloten tijd die er voor zorgt dat de snoeken weer gretig voor het kunstaas gaan, kan niet mis zou je denken! Nou…..denk dat we het allemaal kennen volle patat ervoor gaan en dan toch met een kleine illusie thuis komen, want het bleek taaier dan we dachten. En dan lees je in de avond de vangstverslagen en brrr er zijn er altijd een paar die dik in de dubbele cijfers scoorden! Geluk???
Ja en nee, tuurlijk moet het een beetje meezitten maar spot on vissen is wel degelijk een vereiste eind mei begin juni. En ook het juiste kunstaas kan duidelijk het verschil maken! Ik zat in de opening vorig jaar om een uur of 12 vol vertwijfeling naar mijn water te kijken, stonden op 2 stuks en het wou niks!!!! Terwijl we op een stek zaten waar het de jaren eerder gewoon goed was…. Om mij heen was het ook geen spektakel bij de andere vissers, dus knop om gegooid en op zoek naar een andere stek die aan een paar voorwaarden volgens mijn opinie moet voldoen.
Ik zoek mijn voorjaarsstekken niet al te ver van de winterstekken weg, die winterstekken had ik al eens beschreven in het artikel gericht met doodaas op grote snoek hier op Roofvisweb. De witvis is namelijk behoorlijk aangeslagen de winter en de paai doorgekomen dus die willen maar 1 ding en dat is voedsel veel en zo snel mogelijk. Waar dit voedsel zo vroeg in het voorjaar aanwezig is zijn de opkomende plantenbedden, en dan specifiek op plekken uit de wind en in het zuiden gelegen. Met een waterdiepte van maximaal 2 meter. Deze plekken warmen het snelst op en zorgen daardoor voor een explosie van voedselaanbod. In de vorm van vegetatie maar ook kleine waterdiertjes zoals slakjes, watervlooien etc etc het witvis paradijs!!!!
Vis die potentiële stekken altijd snel af om er achter te komen waar de snoeken zich dit jaar ophouden, dus hou het tempo hoog en verkas na een worp of 15 naar de volgende locatie, zodra je begint te vangen blijven, want dan zit je op de jackpot!!!! Op deze manier vingen Rick er afgelopen jaar samen 24 bij tussen 14..00 en 17.30 en dat maakte onze slechte ochtend meer dan goed!!!! Ik zelf vis het liefst met kunstaas wat een boel waterverplaatsing veroorzaakt zoals de Rozemeijer Fat Izzy of een Salmo pearch. Verder heb ik goede ervaringen met ratelpluggen in het voorjaar, De Bill Lewis ratelpuggen de Screaming Devils van Spro en ook de Midd Spigg van Pml doen het bijzonder goed voor mij! Je kunt ze allemaal mooi op tempo vissen want gretig zijn ze zeker, als raketten komen ze erop af stuiven geweldig gezicht!
Ik wens jullie allemaal veel succes in de openingsweken!
Fish on!!!
Greets Hilco
Wilt u reageren op het artikel van Hilco? Dat kan via de volgende link naar ons Roofviswebforum.