Om iedere doodaas visser zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn heeft Nipro hengelsport het hele pakket van Fox Rage Predator opgenomen in het assortiment. Voor ieder systeem zijn er prachtige innovatieve materialen verkrijgbaar.
Van kant en klare onderlijnen tot handig en verfijnd klein materiaal. Kom eens gezellig langs om te zien wat mogelijk is met dit uitgebreide pakket!
Hieronder een filmpje waar een hoop van deze producten in voorkomen.
Openingstijden:
ma t/m do : 09.00 – 18.00 uur
vrijdag: 09.00 – 21.00 uur (koopavond)
zaterdag : 09.00 – 17.00 uur
zondags gesloten
De volgende feestdagen zijn wij gesloten:
Dinsdag 5 mei Bevrijdingsdag
Donderdag 14 mei Hemelvaartsdag
Maandag 25 mei 2e Pinksterdag
Naast de HELIX® 5 en de recentelijk geïntroduceerde HELIX® 7, komt Humminbird nu met de grote HELIX® serie, tw. HELIX 9, HELIX 10 en HELIX 12 CHIRP met grotere schermen, netwerkmogelijkheden en AutoChart®Live. Technautic presenteert voor het eerst de complete Helix line-up op de VISMA 2016. Deze vindt plaats op 4-5-6 maart 2016 in Ahoy Rotterdam.
Deze grote broers van de compacte HELIX 5 en 7 brengen een ongeëvenaard helder breedbeeldscherm aan boord, dat hierdoor makkelijk afleesbaar is in direct zonlicht, zelfs met een zonnebril op! Maar dit is niet waar de krachtige prestaties van de HELIX serie stoppen.
HELIX 9, 10 en 12 CHIRP zijn uitgerust met de complete range aan Humminbird technieken zoals het gepatenteerde Side Imaging®, Down Imaging® en zijn geschikt voor koppeling met de 360 Imaging® transducers zodat vis zoeken ook echt vinden wordt.
Eén van de grootste voordelen van de grote HELIX is de ethernet mogelijkheid, voor het delen van sonarbeelden, waypoints en postitiegegevens over het netwerk. Je wilt je fishfinder juist gebruiken op de plek waar je vist, dus het gebruik van meerdere toestellen aan boord die hun gegevens delen is echt een groot voordeel. Veel boten zijn uitgerust met een toestel op de bestuurderspositie en op de vispositie voorop. Met ethernet is er ook de mogelijkheid een Minn Kota® iPilot® Link™ te koppelen aan je Humminbird toestellen voor de ultieme visnavigatie.
Met de grote HELIX serie kan je gaan vissen op nog niet in kaart gebrachte wateren, want met de gepatenteerde Autochart® Live technologie maak je je eigen kaart. Direct voor je op het scherm, zonder tussenkomst van een PC, een server of een Cloud verbinding. Het interne geheugen kan tot 8 uur kaartmateriaal opslaan en door het (optioneel) plaatsen van een ZeroLine SD kaart wordt de geheugencapaciteit uitgebreid tot jaren van kaartopslag. En op deze manier kan je je eigen gemaakte kaart ook delen met je vismaat! Zowel HELIX 9 en 10 als 12 hebben een dubbel SD kaartslot voor Navionics kaarten, Autochart ZeroLine SD kaart of SD kaart voor het opslaan van sonaropnames en schermafbeeldingen.
Al deze technieken lijken misschien ingewikkeld, maar het handelsmerk van iedere Humminbird is gebruiksgemak. De HELIX 9, 10 en 12 CHIRP zijn voorzien van de nieuwe REFLEX software, een upgrade van de bekende Humminbird bedieningssoftware. Vertrouwd, maar toch nieuw, makkelijk te bedienen en snel.
De HELIX 12 CHIRP is het familiehoofd van de HELIX serie. Het 12,1 inch met 1280H x 800V pixel breedbeeldscherm is gigantisch en het toestel is versterkt met ingebouwde CHIRP sonar techniek.
HELIX 9 is voorzien van een 9 inch 800H x 480V pixel breedbeeld scherm. De HELIX 10 is uitgerust met een 10,1” 1024H x 600V pixel breedbeeldscherm.
Mensen die mij een beetje volgen weten dat ik van mening ben dat je geen risico’s moet lopen bij het vangen en drillen van een vis. Mijn materiaal is afgestemd op de mogelijkheid dat ik een 120-er vis ga vangen en alhoewel het mij nog nooit gelukt is blijf ik hopen er ooit tegenaan te lopen. Ik besef mij dat ik mensen tegen de borst zal stuiten met mijn uitgesproken mening maar aan de andere kant doen ze dat ook bij mij door ultra light op snoek te vissen.
Tegen argumenten als het is winter en voldoende zuurstof gaan bij mij niet op, net als het geval dat er geen grote snoek zit op dat water. Lariekoek in mijn beleving want ik heb wel eens dikke bakken gevangen op plekken waar ik het niet verwachte… Ik vind dat je met gezond verstand moet vissen!! Lijnen van tussen de 20/00 en 30/00 vind ik normaal en verantwoord. Aan die lijn komt vanzelfsprekend een leader (onderlijn) en dan is de keuze enorm! Staaldraad, kevlar, staal, single strand, seven-strand, fluorocarbon, je kan het zo gek niet bedenken alles is wel gebruikt en voor elke onderlijn is wel een mening. Ik ben er niet om een mening te vormen in dit stuk maar enkel om de keuze te maken en eens na te denken over waarom en waarvoor. Het mag duidelijk zijn dat een spinstang van een 1 mm met spiraalsluiting nooit zal breken en de alom bekende staaldraad met goede sleeves ook niet. Vroeger was alles beter hoor je wel eens van de oude garde maar het is vaak wel zo. De moderne materialen, mits goed gebruikt ook wel.
Ik weet dat titanium leaders een boel geld kosten echter is een seizoen er mee vissen geen enkel probleem. En dan uitgesmeerd over ene jaar bespaar je enorm denk ik want andere leaders moet je vele malen per jaar vervangen.
Wat je eerst moet gaan afvragen is welke visserij wil ik er mee gaan doen en daarna vraag je je af in hoeverre zal het de actie beïnvloeden. Het mag duidelijk zijn dat een klein baarsplugje op een 40/00 hoofdlijn met spinstang geen actie meer zal hebben. De slepende visser moet zorgen dat hij een soepel materiaal gebruikt die erg weinig weerstand heeft in het water. Ik vind seven-strand titanium onderlijnen daarvoor al zeer geschikt. Als je ze nou niet te dik neemt helemaal! Waarom een 80 ponds onderlijn gebruiken als de hoofdlijn een krappe dertig aankan? Ok, als je vastloopt en met de kunstaasredder je aasje redden dan scheelt het wel degelijk maar daar is onze visserij niet op gebaseerd volgens mij want we willen de presentatie van het aas zo goed mogelijk doen toch? Een dag vissen moet uiteindelijk wel vis opleveren.
Ruim bochten vanaf de sleeve zijn belangrijk voor de bewegingsvrijheid of maar besef wel dat alles een gewicht heeft. Elk extra dingetje zoals een sleeve, splitring of wartel heeft een zinkende eigenschap en beïnvloed het aas. Ook de dikte van de leader die weerstand heeft in het water maakt verschil en zal als een soort vleugel je aas omhoog duwen in plaats van naar beneden door de duiklip. Allemaal wetenschap die je in gedachten moet houden voor het vissen. Nou ben ik van mening dat als je tot een meter of drie diep kan gaan met je kunstaas je eigenlijk al het water tot een meter of 5 kan bezetten. Ik probeer dan ook altijd tussen de meter en twee meter boven de bodem te vissen en dan is 80% van de visserij als gedekt als je gaat slepen.
Voor het jerken betekend het dat je met een spinstang beduidend dieper kan vissen dan wanneer je met een geknoopte titanium onderlijn vist. Deze wetenschap maakt het verschil om over de waterplanten te vissen of de hele dag te staan tuinieren en alleen maar waterplanten van je haken staat te verwijderen en dat kost vistijd. De BFT shop heeft van BFT knoopbaar titanium en ik vis er al geruime tijd mee en het werkt. In tegenstelling tot gewoon titanium, waar je de lus moet opvullen met een veertje of iets dergelijk tegen het breken, kun je het knopen en is het heel erg licht. Enige wat je dus bevestigd is een snaplock om je aas aan te bevestigen!! Bedenk dat gewoon titanium oersterk is en geen geheugen heeft maar als het erg scherp vouwt het wel degelijk breekt!!
Fluorocarbon is in bepaalde gevallen goed te gebruiken maar dan doe ik het alleen op heel groot kunstaas. Het wil bij werken wel eens gebeuren dat het aas ven voren gegrepen wordt of geheel geïnhaleerd en hoe je het went of keert, Fluorocarbon kan je met een mes doorsnijden dus voor een snoek is het door te bijten. Zelf heb ik het nog niet meegemaakt.. Ik vind het materiaal ook niet stug genoeg voor het jerken. Om te jerken moet het zo stevig zijn dat het niet rond de jerk kan buigen en zo de haken te pakken kan krijgen. Nogmaals, denk gewoon af en toe even er bij na wat je nou aan het doen bent en dan komt alles goed!!
Iedere roofvisser is inmiddels wel bekend met de vaak goede vangsten in Zweden. Velen van ons, reizen ieder voorjaar weer af naar dit prachtige land om hier te vissen op snoek. Dan zijn er nog een aantal die ook in de zomer of herfst de roofvis in dit prachtige land belagen, maar er is nog een andere mogelijkheid: in de winter!
Tekst en foto’s: Frans vd Putte
Ik ben zelf al vele malen naar Zweden gegaan om er te vissen, vaak meerdere keren per jaar. Voorjaar, zomer of najaar: allemaal perioden met een eigen karakter en een eigen specifieke manier van vissen met ieder weer een eigen charme. De wintervisserij was nog een groot onbekend ding voor mij: groot diep water, vaak bedekt met een dikke laag ijs. Toch zijn er mooie vissen te vangen op het ijs, op een manier voor ons Nederlanders amper bekend, maar zeker erg leuk en effectief en typisch Zweeds! Andy van Assema van Sportfishing Dalsland nodigde ons vorige winter al uit voor een ijsvissessie, maar toen kwam het er niet van. Deze winter echter, kwam het precies zo uit: begin februari zijn Kunstaasdokter Derk van der Molen, Pascal van Veen, Sean Wit en ik op ijs vistrip gegaan!
We zijn op donderdagmorgen vertrokken op Schiphol met de KLM, en zijn ruim anderhalf uur later geland op vliegveld Oslo Gardermoen. Daar hebben we een auto gehuurd en zijn we door een Scandinavisch winterlandschap naar Fengersfors Zweden gereden, hometown of Sportfishing Dalsland. Na een gezellig onthaal, wat eten en de nodige biertjes, de reeds opgemaakte bedjes ingesprongen en de volgende morgen rond 07:00 in de auto richting een prachtig Zweeds meer! Andy heeft alle materialen voorhanden, dus geen hengels en kunstaas mee in grote koffers, je kunt zeer licht bepakt reizen en dat is in mijn ogen ook een fijne bijkomstigheid. Het grootste gedeelte van je bagage bestaat uit warmtekledij en warmtelaarzen!
Eenmaal aan de ‘waterkant’, is het toch even vreemd. We stappen op het ijs zoals we dat in Nederland ook eigenlijk niet meer gewend zijn. Tommie Magnusson, een van de visgidsen van Sportfishing Dalsland, gaat voorop (safety first!) en boort een ‘proefgat’ om de ijsdikte te meten. Dat zit wel snor, ruim twintig centimeter! Alle spullen liggen op een grote slede, die Tommie meesleept over het ijs. Wij mogen als echte ‘noobs’ onze eerste ijsgaten boren, zowel met een handboor (dat is nog best hard werken!), als met een gemotoriseerde boor (ideaal ding!). Ook de ijsboren en andere benodigdheden zijn aanwezig bij Sportfishing Dalsland. Tommie zet de eerste hengels uit, waarna we gezamenlijk de overige hengels uitzetten.
Voor het ijsvissen worden hele korte hengels gebruikt, met nylon lijn (deze lijn schuurt niet langs de ijsrand tijdens de dril, en neemt geen water op en bevriest dus zelf ook niet). Even in Jip en Janneke-taal: er wordt op het ijs een klein steuntje geplaatst, waar een lange springveer aan zit met een klemmetje en belletjes. De baitrunner of reel gaat in vrijloop, de aasvis wordt te water gelaten in het gat. Stekkeuze en diepte zijn afhankelijk van de actuele omstandigheden, waar Sportfishing Dalsland uiteraard steeds van op de hoogte is en gasten in kan begeleiden! Als een snoek het aas pakt trekt hij de lijn uit de clip waardoor de springveer omhoog schiet en de belletjes rinkelen. Ook zie je dat een vis het aas gepakt heeft doordat het oranje balletje waaraan de clip zit kaarsrecht overeind staat (of zelfs nog nazwiept door de vrijgekomen kracht), in plaats van naar beneden (opgespannen onder het gewicht van de aasvis en het loodje).
Simpel doch effectief! Voor de hengels die wat verder weg staan, is er een extraatje: een knalpatroontje dat af gaat door een bewegend armpje dat naar beneden klapt als een vis de lijn uit de clip trekt. Zo, heel verhaal, klinkt heel technisch maar het is o zo eenvoudig en daarom o zo leuk! Laten we gaan vissen! De beste tijd om dit te doen is vlak na zonsopkomst en vlak voor zonsondergang. Natuurlijk bijten de vissen de hele dag door, maar er zijn duidelijk tijden waar te nemen waarop ze het veel beter doen, en dat zijn de hiervoor genoemde tijden. De hengels staan op scherp, we vissen als het ware om beurten, en hebben afgesproken dat ondergetekende als eerste mag. De temperatuur is minus 5 graden Celsius, en het ijs is lekker ruw. Mooier was het geweest als er een beetje sneeuw op lag, maar het valt mee met de gladheid. Toch moet je voorzichtig zijn, voor je het weet lig je onderuit! De echte profs op het ijs hebben uiteraard spikes onder de laarzen, iets waar wij niet aan gedacht hebben en helaas zijn de omstandigheden op dit moment zo dat Andy maar een beperkt aantal setjes heeft. (Dus een tip: spikes meenemen, of vooraf even je maat doorgeven en bestellen bij Andy!).
Tommie maakt intussen vakkundig een vuurtje op het ijs, we zetten onze stoeltjes er omheen en het wachten kan beginnen, denken we. Voor we het weten, rinkelt er in de verte al een belletje, en staat er een springveer snaarstrak naar boven: “Frans, rennen!” (Dit specifieke meer staat erom bekend dat een vis direct tientallen meters lijn neemt). Wonder boven wonder ga ik niet op mijn snuit, en kom aan bij de hengel, waar inderdaad met een gierende vaart lijn van de spoel aan het verdwijnen is. Ik pak de hengel van het steuntje af, zet mijn duimen op de spoel van de reel en geef een ros: hangen! De vis is sterk, en trekt de hengeltop een paar keer een mooi eind het gat in. Tommie geeft nog wat instructies, dan komt de vis in de buurt van het gat “this is a good one!”- en Tommie steekt zijn arm in het gat. Een paar tellen later sta ik met de eerste vis van het tripje in mijn handen: gelijk een mooie metervis! Helemaal geweldig! Na een paar foto’s verdwijnt de mooie vis weer in het gat, hele leuke belevenis zo! Tommie prikt een nieuwe aasvis aan het takeltje, en de boel staat weer op scherp.
Sean is de volgende die aan de beurt is: en ook dat duurt niet lang. Ook hij heeft een mooie vis te pakken, die er voordat hij aansloeg, ook als een gek vandoor ging. Het zonnetje staat lekker op het ijs, het is gezellig, we hebben een vuurtje, er wordt vis gevangen… wat wil je nog meer?!
De dag vordert, en om het uur lopen we nog een rondje langs de hengels om het opnieuw vormende ijs weg te scheppen en te zorgen dat de lijn ijsvrij blijft. Om beurten komen we aan zet en we vangen uiteindelijk allemaal ons visje! Uiteindelijk krijgen we een kleine twintig aanbeten en eindigen we ruim in de dubbele cijfers, waarvan verreweg de meeste vissen 90+ zijn, een perfecte eerste keer ijsvissen! We zijn allemaal enthousiast en als de zon achter de met sparren begroeide heuvels zakt, ruimen we op om er nog een gezellige avond van te maken.
De volgende dag zou er heel anders uit gaan zien: een klein beetje dooi en mist in de ochtend, dus een waterlaagje op het ijs. In de nacht sneeuwde het nog, maar heel vroeg in de morgen sloeg het sneeuwen om in regenen. Ook zou het wat harder gaan waaien.
Eventueel hadden we een uitwijkmogelijkheid naar een meer waar we in een klein boothuisje zouden kunnen zitten, maar omdat we goed vingen op dit meer zijn we gewoon naar hetzelfde meer gegaan.
Ook nu komen er alweer snel een aantal mooie vissen uit de gaten, het is echter wel bijzonder goed oppassen op het gladde ijs dat nog gladder geworden is door het laagje water erbovenop. Het regent af en toe een heel klein beetje, maar de rinkelende belletjes laten ons dat vergeten! Derk en Sean hebben zelfs nog een dubbelvangst!
Tommie is bezig met het vuur, en snijdt zichzelf wat later in de ochtend in zijn vinger tijdens het kloven van de stammetjes, we vissen eerst nog een tijdje door, maar besluiten dan dat het beter is dat hij even naar de dokter gaat om dit ‘even te laten repareren’. In de middag dus een korte pauze, en na een paar tosti’s verkassen we naar het kleinere meer met het boothuisje. Ondertussen heeft Tim (de zoon van Andy met ook de nodige ervaring op ijsvisgebied), zich bij ons gevoegd. Inmiddels is het wel weer droog, en op het nieuwe meer komen de aanbeten al tijdens het neerzetten van de hengels!
Dit meer is echter heel andere koek dan het meer waar we eerder waren, de vissen zijn vele malen voorzichtiger (en misschien kleiner?), en we slaan misschien wel 75% van de aanbeten mis. Toch is het nog een leuke middag en vangen we de nodige vissen, en als het langzaam weer donker wordt, komen we tot de conclusie dat de trip er alweer bijna op zit… maar wat een trip was het! We hoeven de volgende morgen pas rond 11:00 richting Oslo, en zodoende maken we er nog een heel gezellige avond van! We eten kebab en daarna nuttigen we de nodige alcoholische versnaperingen, waarbij de meest sterke verhalen de revue passeren. Uiteindelijk is het toch tijd om het mandje op te gaan zoeken, en de volgende morgen beginnen we fris aan de terugreis. Ergens in de avond kom ik thuis, en ik voel me alsof ik twee weken weg ben geweest (in de positieve zin). Langs deze weg wil ik Andy & family bedanken voor de gastvrijheid, en uiteraard de jongens voor een zeer geslaagde trip, die zeker een vervolg gaat krijgen! Ideaal voor een wat korter tripje, gewoon in een werkweek extra vroeg het weekend starten en hup het ijs op, een unieke ervaring!
De weergoden zijn ons (vissers) de laatste weken niet goed gezind met na een kortstondige winterprik welke overigens in ZW Nederland beperkt bleef tot slechts een aantal nachtvorstjes. Is het vooral de hoge en snel veranderende luchtdruk in combinatie met regelmatig te veel wind om er überhaupt op uit te trekken die er voor zorgt dat het enigszins ‘moeilijk’ is om de vis achter zijn vodden te zitten.
Tekst en foto’s Daniel vd Post
Natuurlijk word er wel gevist, (waar een wil is..) op onder andere een voor mij nieuw stuk van het ‘Volkerak ‘ met diepe stukken waar onder andere de vertrouwde Fox Rage shads richting de bodem worden gestuurd en langzaam slepend worden aangeboden. Op dat ‘nieuwe’ stuk is duidelijk (kleine) aasvis te zien en denk bij mezelf hier moet het toch wel lukken om wat te vangen. Echter vele uren later zonder ook maar een enkele tik te hebben gevoeld en niets noemenswaardigs te hebben gezien op de fishfinder wat op de aanwezigheid kan duiden van een flinke dame ben ik mijn heil maar eens op het ondiepe gaan zoeken.
Wilde tenslotte ook weer beelden schieten met de ‘Waterwolf’ camera en dat gaat nou eenmaal beter op het ondiepe. Ook op het ondiepe gebeurde er helemaal niks noppes nada en na het thuis bestuderen van de opgenomen ‘Waterwolf’ data bleek er in ruim drie uur tijd slechts kortstondig één volger te zijn geweest van een klein snoekje.
Taai dagje dus! Het middaguur was ondertussen al ruimschoots gepasseerd en de teller staat nog op een dikke nul als ik al slepend een talud zigzaggend aan het afvissen ben. Waarbij ik me dan weer bevind op het ondiepe en dan weer op ruim negen meter water als plots werkelijk waar echt vanuit het niets en om eerlijk te zien ook niet meer verwacht mijn steunhengel zonder camera dubbel slaat. Het is een ‘Westin Swim’ jerkbait in de zinkende 12 cm versie welke een dame heeft getriggerd om toe te slaan.
Dan ben je weken op het diepe aan het vissen met flinke lappen rubber en dan krijg je juist op een totaal ander aasje en andere omgeving een verwoestende aanbeet van een serieuze dame. Hmmmnn dat geeft te denken maar dat is voor later…, voel direct na de aanbeet en het zetten van de haak dat er een flink gewicht aanhangt. Voel ook zeer duidelijk in mijn hengel dat de dame in kwestie er alles aan doet om het kunstaas uit haar bek te schudden. En juist dat ‘kopschudden’ wil ik eigenlijk helemaal niet voelen aangezien het precies het moment is dat ze kan slagen in haar opzet om te ontsnappen.
Ik probeer dan ook om wat voorwaartse snelheid met mijn kajak te genereren zodat ze meer gaat zwemmen en duiken in plaats van te kopschudden en haar op die manier tevens ook kan uitputten. Dit blijkt echter een lastige opgave en bevind me al snel in een ronddraaiende beweging boven een sterke tegenstandster die regelmatig het diepe induikt maar ook met haar kop blijft schudden. Gelukkig zit ze goed voorin haar bek gehaakt en bij de eerste aanblik zie ik het al…dat is een beste vis. Durf geen foto te maken met de vis nog in het water daar ik haar niet op het laatst moment wil verspelen en grijp haar bij de eerste de beste mogelijk door middel van de kieuwgreep.
Een prachtige en vooral dikke dame maakt mijn dag helemaal goed , met 116 cm en een ‘lekker’ buikje is dit een schitterende vangst welke na een paar foto’s snel weer word terug gezet.
Het is nog niet de Queen waar naar ik op zoek ben en eigenlijk zie ik deze vangst ook meer als een toevalstreffer maar het is wel erg lekker als je zo’n dame even kortstondig mag vast houden. Zo zie je maar dat zelfs op een taai dagje het plots totaal kan omdraaien en kan veranderen in een geslaagde dag met een prachtige vangst en een herinnering rijker.
Till the next adventure………
Heeft U nog vragen of suggesties die betrekking hebben tot dit artikel of heeft U vragen over het kajakvissen in het algemeen dan kunt U die altijd stellen door een mailtje te sturen naar daniel@yakfishing.eu
Met vriendelijke groet van YakFishing member
Daniel van der Post.
Een tijdje terug schreef ik een artikel over trollen op zijn Iers. Daarin haalde ik aan dat de winter de favoriete periode is van Herman Molenaar. Afgelopen januari wisselde ik van werkgever en had ik mooi de gelegenheid om zelf deze visserij te ervaren. Samen met vismaat Frans Provo trok ik naar Ierland voor een weekje trollen op Lough Derg. Hierbij een kort verslagje van de trip.
Tekst en foto’s: Frans Oomen.
De omstandigheden waren niet makkelijk. Veel wind door een storing op de Atlantische Oceaan maakte dat we nog al wat slecht weer over ons heen gekregen hebben. Tja, dat is Ierland en dat weet je als je er naar toe gaat. In het begin van de week was de vis nog niet echt los. We vingen er wel enkele maar het was vooral moeilijk varen met de harde wind en de stroming veroorzaakt door de vele regenval.
Herman heeft ons 2 dagen gegidst. Op zulke dagen merk je wel de meerwaarde van een goede gids. Niet alleen is het lachen, gieren, brullen met hem maar tussen door leert hij je wel een hoop bij. Hoe kan het ook anders met vele tallen jaren ervaring op veel wateren in Nederland, Zweden en vooral Ierland. Ik ga niet in detail treden wat je er allemaal van kan leren op visgebied, daarvoor moet je het zelf een keer meemaken. Goed luisteren naar zijn adviezen, verhalen en opvoedkundige tips!
Gaandeweg werd het vissen beter gedurende de week. Het weer klaarde steeds vaker op, er kwam al een metervis aan boord voor mijn vismaat en op onze 4e dag gingen ze echt los met maar liefst 8 vissen in de boot en een pak aanbeten. Vissen tot net in de 90 cm. Allen op dieptes gevangen tussen de 9 en 12 mt met diep lopende pluggen. Op een bepaald moment heeft Frans een kleine vis aan zijn steunhengel. Als ik de Hybrida aan zijn handhengel wil binnen draaien wordt die ook gepakt. Double hookup voor Frans.
Ik gebruikte een kleine handheld GPS voor het bijhouden van mijn afgeviste stekken. Soms kan het lonend zijn om bepaalde stukken meerdere keren af te vissen. Met behulp van zo’n GPS kan je mooi je afgeviste route bijhouden. Omdat er op Lough Derg op het wijd nog al wat stekken met wat struktuur zijn kan je die gemakkelijk terug vinden.
In verband met de wind hadden we 1 dag uitval. De voorspellingen zijn niet altijd juist maar als er 10 beaufort wordt voorspeld kan het flink spoken op zo’n groot water als Lough Derg. Deze dag werd nuttig besteed door wat aan sight seeing te doen. Een tripje langs een aantal bijzondere plaatsen, pubs, winkels, restaurants en de East Clare lakes. Wat een mooie wateren zijn dat zeg! Daar gaan we op korte termijn werk van maken.
Donderdag zouden we vertrekken. Op het moment dat we in Hermans B&B aan het pakken zijn om die avond terug te rijden krijg ik een e-mail van Stena Line. De overtocht met de veerboot is gecanceld in verband met de harde wind. We kunnen pas over 2 dagen weg en hebben daardoor 1 dag extra vistijd gekregen. Op deze extra visdag mocht ik gelukkig mijn vis van de vakantie vangen. Een oersterke snoek van 1,01 mt. Alsof het zo moest zijn! Bedankt Stena Line!
De dagen na ons vertrek is Herman met zijn nieuwe gast Hans regelmatig op het water. Geen best weer hebben ze er op maar ik krijg wel dagelijks vangst berichten door van mooie vissen. Gelukkig voor hen begint het te lopen. In de week stuurt Hans me een berichtje dat hij het reuze naar zijn zin heeft en al wat sterke grote vissen gevangen heeft. Well done!
In het kort iets over materiaal. Je mag iets zwaardere trolhengels en handhengels gebruiken. De pluggen waar we mee vissen trekken behoorlijk hard aan je hengel en een te lichte hengel buigt direct krom als je er een joekel van een dieplopende plug aan hangt.
Welke pluggen hoor ik je denken? Pluggen die minimaal 6 mt halen, liefst nog wat dieper en die bij flinke snelheid gesleept kunnen worden. Ze mogen best wel groot zijn. Denk hierbij aan oa:
• Hooker Jr
• Legend Perchbait
• Mania tackle Ernie (grootste maat)
• Hybrida B3 (kan je bij Herman in de shop kopen)
• Rapala Magnum met een stalen lip
Er zijn er vast nog meer maar met deze hebben wij actie gehad. Veel hoef je niet mee te nemen. Een plano doos met ca 10 pluggen is genoeg.
Overleg voor je gaat even met Herman wat je denkt mee te nemen. Herman heeft een uitgesproken menig over materiaal en voor wat betreft het diep vissen met een beetje snelheid komt er wel het een en ander bij kijken op materiaal gebied.
Nou ben ik even de slager die zijn eigen vlees keurt, maar het is wel degelijk waar. Degene die een lezing bijgewoond hebben van Hilco van Nuil zullen het ook wel gehoord hebben en deze man mag men hoog in de top tien plaatsen van beste snoekvisser van Nederland. Bij mij zit hij in de top 5 overigens maar dan ook nog aan de bovenkant daarvan. Het bewijs was er op onze laatste visdag want het was wit wat de klok sloeg en niks anders dan dat. Op de randmeren merk ik dat de firetail meerdere vissen over de streep trok. En meteen komt de visser om de hoek die zegt dat hij op andere kleuren ook wel gevangen heeft en dat klopt maar het gaat hem hier om de finesse.
Op een goede dag vang je nog een snoek op een wortel maar als je specifiek gaat voor die ene bak of de dubbele cijfers dan maken de details echt het verschil. Zo heb ik klanten gehad die op het Volkerak enkel zwart moesten hebben want de snoekbaars was in bepaalde periode alleen maar met zwarte jerkbaits te verleiden. Nu gebeurd het vaak dat de kopende roofvisser alleen maar kijkt naar dat ene aasje die hij hebben wil en zo een diversiteit aan verschillend kunstaas en met name kleuren aan boord heeft.
Maar zullen we de rollen eens omdraaien? Wat is je favoriete aasje en hoeveel heb je daarvan in diverse kleuren? Met andere woorden, schaf een goed stuk kunstaas aan in een donkere, lichte en een felle kleur en je zal zien dat je visserij ineens heel anders word want het aas en de actie ken je goed het is enkel inspelen op de natuur en haar helderheid. Ik snap ook wel dat dat bij bepaalde aasjes het wel een hele dure geschiedenis word maar wat dan handig is is om te kijken waar je graag vist en waar je targets liggen voor het komende jaar. Ik heb mij enorm verdiept op een bepaald deel van de randmeren en als ik daar heen ga heb ik aan 3 aasjes genoeg in feite. de rest kan gewoon in de wagen blijven staan. Vang ik minder of meer, ik weet het antwoord wel!!!
Als ik 1 goede tip mag geven voor kleur dan is het contrast….. Een firetiger is een aasje met veel contrast net als de firetail en de peacock bass. dat is een basis die je nodig hebt en van daaruit moet je gaan experimenteren. En besef dat een snoek een zichtjager is met de ogen bovenop de kop en de achtervolging inzet van onderaf. Dan nog de vele filmpjes die er te zien zijn op het internet van bijvoorbeeld een waterwolf camera waarbij de snoek met regelmaat achter het kunstaas aan zwemt en pas later een aanval doet. Dus de buik en de achterkant van het kunstaas zijn rete belangrijk!
Nu we weer in de wintermaanden zitten en de watertemperatuur verder daalt, worden de roofvissen over het algemeen iets minder actief. Dat wil zeker niet zeggen dat ze minder goed vangbaar worden, maar vraagt om een aangepaste aasaanbieding die gemiddeld genomen iets rustiger mag zijn. Uiteraard zullen pluggen en shads met druk kwispelende schoepstaartjes nog wel eens in de smaak vallen, maar er zijn ook periodes dat de snoekbaarzen overduidelijk een voorkeur hebben voor shads met een minder uitbundige actie.
Door Yvo Bindels
Voor dit soort werk heeft SPRO de populaire Komodo en Bony Shad serie uitgebreid met de Bony Shaker, een kwalitatief hoogwaardige shad met vorkstaart. Na de succesvolle introductie van de Bony Shaker in de maten 80 mm, 95 mm en 140 mm, is sinds dit najaar de Mega Bony Shaker 230 op de markt gekomen.
De Mega Bony Shaker is 23 cm lang en mede dankzij dit formaat een perfecte najaars- en winterhap voor grote snoekbaars. Tijdens de eerste visdagen in het najaar op de rivier hebben de snoekbaarzen het dan ook al gelijk aan den lijve mogen ondervinden. De shad werd de nodige keren snoeihard geattaqueerd door prachtige snoekbaarzen. Vooral bij het bijna stilhouden van de shad vlak boven de grillige bodem, klapten ze er vol overgave op!
De Mega Bony Shaker heeft dankzij de juiste rubbersamenstelling een opvallend directe actie. Het vorkstaartje reageert al direct op de minst geringe trilling. De inkepingen in de body van de shad zijn hier mede verantwoordelijk voor. De Mega Bony Shaker is daardoor ook uitermate geschikt om aan de steunhengel te vissen. Door de gestroomlijnde vorm van de shad is er minder waterweerstand wat als voordeel heeft dat er dus minder loodgewicht noodzakelijk is voor een goede controle bij de bodem.
Zeker bij een verfijnde shad als de Mega Bony Shaker is een uitgekiende montage van belang. Ik gebruik steevast een jighaak maat 5/0, die perfect in de hookpocket uit de rug van de shad komt. Met een drup secondenlijm lijm ik de shad vast tegen de jigkop.
De hakingskans optimaliseer ik met een extra Gamakatsu Twinex-dregje maat 2 op de rug van de shad. De stinger maak ik precies zo lang dat het contrahaakje wederom in de hookpocket past. Zo blijft de shad perfect in balans en is een optimale aasaanbieding verzekerd.
De Iron Claw Drop Stick is met zijn van 240 cm slank, maakt een zeer gedegen indruk en ligt heerlijk in de hand. Zonder molen voelt de hengel bijna aan als een hoogwaardige vliegenhengel uit Engeland. De hengel is donker gekleurd en oogt, mede door de gepaste bedrukking, zakelijk.
Tekst en foto’s: Uwe Pinnau Vertaling: Jouke Buissink
De rode wikkelingen, de molenhouder en de greep springen op de zakelijke zwarte blank echt in het oog. Door de volle (solid ), roodgekleurde, top laat elke kleine beet zich perfect registeren. Door de relatief zachte top worden ook de hectische vluchtpogingen van vissen veredeld en blijft de lijn mooi op spanning. De molenhouder van EVA Foam ligt zalig in der hand, en in combinatie met de NIYO 2000 molen is het setje zeer goed in balans.
Het werpgewicht van 6-21g is realistisch. Voor het pure dropshotvissen kan zelfs noch met een beetje zwaardere gewichten gevist worden. Hoewel deze hengel voor het Drop Shot vissen ontwikkeld is, kan in de zomer met deze hengel ook met loodkopjes Ultralight (UL) gevist worden.
Ook het molentje van Iron Claw maakt een zeer hoogwaardige indruk en is met zijn zwart rode kleuren een mooie partner voor de hengel. Om gewicht te sparen is de molen op bepaalde plekken, zoals op de spoel, uitgevreesd. Ook op de molenslinger is gewicht gespaard, deze is van Carbon gemaakt.
Echt een pluspunt aan deze molen is dat er vrijwel 0 speling op de lagers zit! Bijzonder aan deze molen is dat hij zich ligt naar de blank toebuigt, waardoor er minder wrijving op de spoel en op de ogen van de hengel komt.
Hierdoor neemt de werpafstand toe en neemt de kans op pruiken in je lijn af. De lijn komt goed en strak op de spoel te liggen en dankzij de fijn af te stellen slip kan een voor een dunne hoofdlijn gekozen worden.
Winkeliers die nog niet met Sänger samenwerken en geïnteresseerd zijn in één van de talrijke roofvis producten, kunnen daarvoor contact opnemen via: info@sander-s-trading.nl
Na lang wachten was daar uiteindelijk het nieuwste van Lowrance. Tja, wat moet je daar nu van verwachten na al die prachtige demofilm `s die er voor bij komen. We beginnen met wat zit er in de doos, als eerste de losse module, transducer, netwerkkabel, voedingskabel en alle bevestigingsmaterialen. Wat mij gelijk opviel is de transducerbracket, deze is aangepast zodat je geen spray achter je boot aankrijgt op hoge snelheid. Als 2de de twee stekkers op de transducer, dit is nodig want voor 3D ben je in principe een dubbel beeld nodig.
Tekst en Foto’s: René van den Brug.
Inbouw valt voor een echte knutselaar wel te doen maar je moet wel op een paar dingen letten. Een schakelaar om je module aan te schakelen raad ik af. Alle voedingskabels beschikken over een gele kabel die speciaal voor het aansturen van dergelijke opties is. Plaatsen van de transducer is gelijk aan de LSS2 transducer je kunt hem zo omwisselen.
Na dit alles werkt het voor mij vrij simpel maar omdat dit een behoorlijk nieuw systeem is ga ik later nog een keer in op het daadwerkelijke gebruik van de structurescan 3D. De eerste keren op het water heb ik wat filmmateriaal gemaakt om een paar dingen te laten zien.
Op het eerste filmpje zie je in het rood de wolken aasvis verschijnen en op de bodem her en der een harde plaat. In het volgende filmpje zie je je eigen waypoints voorbijkomen in het 3D beeld. Nu kun je zien of die waypoint daadwerkelijk op een structuur ligt of iets anders. Wat ook opvalt, is de stuk grotere range met goed beeld.
Er is één vraag die veel gesteld word “kan het ook op mijn Lowrance HDS Gen2” daar kan ik duidelijk in zijn 3D is alleen voor Lowrance HDS Gen3 toestellen. Komende weken zullen we het verder uittesten en over een tijdje kom ik met een vervolg over de Structurescan 3D
Tot zover de korte impressie van de Lowrance structurescan 3D. Binnekort meer hier op Roofvisweb.nl