Een avondje trollen met grote swimbait op zoek naar grote snoek. Heerlijk avondje gevist samen met Bas en of er uiteindelijk een dikke snoek in de boot komt kun je zien in deze video:
Na zeven kersverse uitzendingen vol sportvisverhalen en reportages nadert VIS TV XL 2020 alweer zijn einde. In de laatste aflevering – aanstaande zondag om 09:30 uur op RTL 7 – vissen de reporters uitsluitend op roofvis, variërend van meerval tot baars, snoekbaars en snoek.Lees verder “Alle pijlen op roofvis in slotaflevering VIS TV XL”
Uitgebreide video over de ins and outs van een Baitcast reel met een magneet rem. Hoe is deze opgebouwd, hoe genereert zo’n type reel zijn eigen remvermogen. Hoe stel je dit type reel razendsnel af om effectief en pruik loos mee te kunnen werpen, Zorgeloos Baitcasten dus. Je ziet het allemaal in deze video, uitgelegd door Marc Stoelinga (St.MarcFishing).Lees verder “Zorgeloos Baitcasten, deel 5. De reel met een magneet rem.”
De nieuwe visserijwet en meer aandacht voor de snoek stand. In 1954 besluiten zowel de Eerste als Tweede Kamer dat het omstreden Pachtbesluit Visrecht 1941, waardoor het o.a. verboden was viswater te verpachten aan sportvissers, niet zal worden verlengd en daarvoor in de plaats komt de gewijzigde visserijwet. Op 1 februari 1955 wordt de Kamer voor de Binnenvisserij geïnstalleerd door minister Sicco Mansholt en wordt ook deze gewijzigde visserij wet van kracht. Zowel de AHB als het CNHV zijn lid van dit orgaan. In De Nederlandsche Hengelsport van maart 1955 kan men lezen dat er een mijlpaal is bereikt en het recht van de sport op het pachten van viswater in de wet is vastgelegd.
Ook worden alle artikelen nog apart genoemd maar ik zal ze jullie besparen want het is taaie kost en jullie lezen liever over grote snoeken. Diezelfde AHB viert in 1956 zijn 50jarig jubileum en heeft dan rond de 80.000 leden. Opmerkelijk in deze periode is dat veel hengelsportverenigingen grote hoeveelheden pootvis uitzetten waaronder vooral karper en snoekjes. DE OVB kweekte in deze periode niet alleen de kleine snoekjes van ca. 3 cm maar ook wat grotere tot 10 cm. Als men ze tot 10 cm liet groeien had men wel het probleem van kannibalisme maar de levensvatbaarheid van de uitgezette 10 cm snoekjes was beduidend hoger.
De kleine snoekjes kostten 2 cent per stuk, de grotere exemplaren 7 cent. Ondanks het uitzetten van deze poot snoekje ging het slecht met de snoekstand en de watervervuiling rekende men als de grootste boosdoener met het teveel oogsten van snoek op de tweede plaats. In de hengelsportbladen kwamen advertenties met slogans als: “Zet uw vis weer terug in ‘t water, U behoudt uw sport voor later!”
Ook begonnen steeds meer schrijvers van artikelen over snoekvissen zich af te vragen of er niet paal en perk gesteld moest worden aan het ongelimiteerd meenemen van snoek. Een ander idee dat veel discussie opleverde was het verhogen van de minimummaat naar 50 cm, en dan vooral van de kant van de beroepsvissers. Wat wel opvalt is dat de medewerkers van noem het de commerciële bladen, met Jan Schreiner voorop, meer promotie maakten voor catch & release dan de redactie van het AHB bondsblad. Voor de doorsnee visser was het meenemen van gevangen vis immers een veel belangrijker punt dan voor de meer modernere sportvisser. Dit veranderingsproces zou nog vele jaren duren en ik kom er in de volgende bijdragen zeker en vast op terug.
Kanjers uit de bladen.
Ik zei in het begin al dat ik keuzes moet maken wat betreft de ruimschoots beschikbare informatie over het snoeken in de tweede helft van de vorige eeuw. Nu we gelezen hebben dat de eerste belangrijke stappen naar een bewuster en meer verantwoord snoekvissen gezet zijn, lijkt het me verstandig om in sneltreinvaart door de volgende jaren te gaan en slechts hier en daar bij een echte kanjersnoek te stoppen. Helaas zijn de meeste kanjersnoeken die op de foto staan morsdood. Men praat dan wel al meer over snoek levend terug zetten maar zo’n kanjer terug zetten is zonde. Waarom? Er zit veel visvlees aan en snoek smaakt immers goed. Zo’n kanjersnoek vreet veel te veel andere vissen en is een bedreiging voor de visstand. Met zo’n opgezette metersnoek kun je laten zien wat voor een goede snoekvisser je bent.
Gelukkig denken we nu over deze zaken heel anders en hoef je bij de visbladen niet meer aan te komen met dode metersnoeken, dit historische artikel uitgezonderd…. Ik heb de grens bij 25 pond en 120 cm getrokken en ben net als de lezers nieuwsgierig wat voor snoekgrootmoeders dat gaat opleveren. Frans Grapperhaus uit Heemstede opent deze galerie met een kanjer van 14 kilo, 115 cm lang en een buikomvang van 64 cm uit het Noord-Hollands Kanaal.
Nog zwaarder was de snoek die Jan van Groningen in 1956 uit de Wijde Blik haalde: 15,6 kilo. Volgens de getuigen was de lengte 137,6 cm, dat zou ook nu nog een Nederlands record zijn, en gezien de prima foto is dat mogelijk. Amsterdammer F. Boot ving op 17-11-57 een snoek van 127 cm en 13,350 kg op de Vinkeveense plassen. Sluiswachter Oostveen uit Monnickendam haalde kort daarna met een snoek van 15 kg de visbladen.
Begin 1958 vingen beroepsvissers Steven en Andries Visser in een nylon netje in het IJsselmeer bij Lemmer een snoek van 41 pond met een lengte van 125 cm. Ook op de foto een van de meest imposante Nederlandse snoeken die ik ooit zag. In oktober van hetzelfde jaar vingen wederom twee broers een grote snoek. Het waren de broers Zegsteroo uit Amsterdam die in de poldersloten rondom Broek op Langedijk een Esox van 13,2 kilo en 118 cm vingen aan een klein baars lepeltje en 0,22 mm nylon op de molen.Eind december 1958 ving de al eerder genoemde F. Boot wederom een grote snoek rondom Vinkeveen: 14 kg en 115 cm.
Gezien het feit dat ik teveel grote snoeken moet noteren, verhoog ik bij met ingang van 1959 de “minimummaat” van snoek voor dit artikel naar 15 kilo en 125 cm.
Even snel een berichtje tussendoor: Ik zie in De Sportvisser van juni 1960 voor het eerst een artikel over het vissen met een dode aasvis aan een takeltje met 2 dreggen zoals we nu ook nog regelmatig gebruiken. Met als tip: het is een prima aas, vooral op zwaar bevist water…
Ik ben inmiddels in jaargangen 1963 aan het snuffelen en kwam al 6 snoeken tussen de 25 en 30 pond tegen maar nog geen kanjer boven de 15 kilo, die waren toen blijkbaar schaars. Dat snuffelen in de eerste 10 jaargangen van dit naar mijn mening beste hengelsportblad van Nederland werkt niet alleen zeer verslavend maar kost ook zeeën van tijd. Er staan zoveel uitstekende en vooral op de praktijk gerichte artikelen over kunstaas vissen van Jan Schreiner in die ieder beginnende kunstaas visser ook nu nog zou moeten lezen. Je ziet steeds meer bekende soorten kunstaas, molens en nylon op de markt komen en er ontstaan steeds meer hengelsportgroothandels waarvan een heel groot deel inmiddels ook weer is verdwenen.
De kanjerkoning uit Weesp was zijn tijd vooruit.
Maart 1962 was voor deze schrijver een bijzonder maand op snoekvisgebied. Want nu ik de foto en advertentie van de ABU 505 molen weer zie, weet ik dat enkele maanden later deze toen zeer revolutionaire molen met half gesloten kap gekocht heb. Ik heb er geen spijt van, ik heb hem nog steeds en vis er ook na 51 jaar nog steeds mee.
Toen gebruikte ik hem voor alle manieren van vissen, nu alleen nog voor het spinnen met kunstaas. Ik denk dat ik het destijds voor mij vrij hoge bedrag van Fl. 55,- niet beter had kunnen investeren. Niet omdat men nu meer dan 50 – 60 euro voor zo’n oude 505 betaalt. Nee, het visplezier dat ik er mee had en nog steeds heb, is gewoonweg onbetaalbaar, ik hoop dat het nog lang zo blijft.
Zo midden in de 60er jaren worden visreizen naar Ierland, eerst voor zalm en forel, en dan voor grote snoek, al populairder. Over onze eigen snoekwateren is men door watervervuiling, verrijking met meststoffen, toenemende visdruk en het nog steeds het meenemen van grote en kleine snoeken, minder positief te spreken. Veel snoekvissers die graag een snoekje voor de pot mee naar huis namen waren niet echt blij met de verhoging van de minimum maat voor snoek naar 50 cm.
Trouwens de beroepsvissers waren helemaal des duivels over deze verhoging en dat gold eveneens voor het verlengen van de wettelijk gesloten tijd voor snoek van 1 juni naar 1 juli. De destijds verantwoordelijke minister, zijne excellentie B. Biesheuvel, hoopte echter met deze maatregelen de snoekstand te verbeteren en de sportvissers onder de snoekvissers waren blij met deze maatregelen.
Een snoekvisser die totaal geen last had van de verhoging van de minimum maat, was de “snoekentemmer van Nederhorst den Berg”, de Hr. Willem Bouman uit Weesp. Hij stond fier aan kop in de eerste KRO Kanjer-Koning-Competitie in 1965 met, helaas dode, snoeken van 120 en 122 cm. Dat waren dan zijn echte toppers, maar hij ving tevens de nodige snoeken tussen de 100 en 120 cm. Allemaal op de snoekrijke wateren rondom zijn woonplaats en we hebben het dan over de Wijde Blik, Spiegelplas en de Blijkpolder. Als aas gebruikte deze snoeker uit de Jan Tooropstraat grote tweedelige pluggen, ik herkende op een foto een houten 25 cm plug van DAM, die hij achter zijn boot sleepte. Hij vertelde en passant dat hij deze pluggen eerst leerde zwemmen, dat noemen ze tegenwoordig met een duur woord “tunen”.
We zien nu eigenlijk dat deze visser zijn tijd ver vooruit was, wist wat hij deed met de actie van zijn kunstaas en ook wist dat snoek niet bang was voor groot kunstaas. Tegenwoordig worden met deze techniek vele dikke meters gevangen maar 48 jaar geleden was Willem Bouman een onbegrepen solist die echter de titel Kanjer Koning terecht verdiende. Ik zal de lezers nog iets bijzonders vertellen. Ik heb destijds deze door mij zeer bewonderde snoeker enkele brieven met vragen etc. gestuurd doch helaas nooit een antwoord gekregen. Tja, waarom zou je een onbekende 22 jarige poldersnoeker een antwoord sturen? Volgens mijn gegevens moet deze snoeken temmer nu rond de 90 jaar oud zijn, vooropgesteld dat hij nog leeft. Als dat het geval is, zou ik hem nog graag eens interviewen over zijn vangsten van weleer. Toen wist ik nog lang niet zoveel van kanjer snoeken als ik nu doe, maar ik had wel door dat het mogelijk was om gericht metersnoek te vangen, hij bewees het immers!
Ik ben nieuwsgierig of deze oproep nog iets oplevert en misschien zijn er lezers die me hiermee verder kunnen helpen. Zo ja, dan leest men er zeker en vast op deze website over.
Mijn overstap naar kunstaas!
De periode van zeg 1955 tot midden 60er jaren is voor mezelf op snoekgebied er ook een van grote verandering geweest. Na de lagere school in De Rijp, morgen 7 juni ga ik naar een reünie van deze school tgv het 100 jarig bestaan, fietste ik 6 dagen in de week naar het lyceum in Alkmaar en reed ik op Dijk 5 langs de hengelsportzaak van Cees Bijvoet. Hier zag ik hengelsportmateriaal zoals kunstaas, volglas en holglas hengels, goede nylon en veel molens. Een van de eerste molens die ik zelf mocht kopen als verjaardagsgeschenk was een Ariston en ik deed 0,25 mm nylon op de spoel. Vervolgens ging deze molen op een veel te zware en stugge volglas hengel, type bezemsteel en ik kon met een echte werphengel vissen.
Met de gastvissers uit Amsterdam ruilde ik wel eens aasvisjes tegen een spinner of kleine houten plug en kon ik ook met kunstaas vissen. Ik weet nog goed dat ik aan veel te zware spinners een paar baarzen ving bij de brug over de Beemster ringvaart en regelmatig vast zat en spinners op de bodem parkeerde. Een ander groot probleem was het kinken van de nylon en pas na het ontdekken van anti-kinkvaantjes werd dat probleem minder.
Op een keer kwam er een visser uit Beverwijk die met me de polder in wou en alleen maar met kunstaas viste en dat waren onverzwaarde tandemspinners. Ik zag hoe hij er in de polder op vrij ondiep water snoek mee ving en was de koning te rijk toen ik er twee van hem kreeg en er ook een snoekje mee ving. Pas later kreeg ik door dat ik met een zeer bekende wielrenner gevist had: Ab Geldermans, ooit drager van de gele trui in de Tour de France.
Abu Ceessie…
Omdat Cees Bijvoet spullen verkocht die in De Rijp niet te koop waren, werd ik al meer een vaste klant van “Abu Ceessie” en mocht ik helpen in de winkel als het druk was of Cees door zijn moeder geroepen werd om te eten. Zijn bijnaam zegt het al, Cees was gecharmeerd van de kwaliteitsspullen van Abu en had een groot Abu assortiment in zijn winkel.
Een van de eerste Abu zaken die ik kocht waren de onverzwaarde Abu Reflex spinners die prima geschikt waren voor de ondiepe Eilandspolder en ik ving er veel snoeken mee. Inmiddels had ik van een Conolon holglas blank, losse kurken en verchroomde ogen een lichte spinhengel gemaakt en de lichte spinners lieten zich daar goed mee werpen en binnen vissen. En vooral na de aankoop van de Abu 505 molen was het vissen met kunstaas mijn lust en mijn leven.
Nadat ik eerst de oude visbladen van Cees Bijvoet mocht lezen, werd ik daarna zelf abonnee en probeerde ik veel nieuwe dingen in de polder uit. Ook regelde Cees ieder jaar de Abu catalogus Napp och Nytt, in het Engels Tight Lines en Petri Heil voor Duitsland. Voordat je het weet verzamel je die catalogi waar heel veel tips en informatie in staat en ik heb er op dit moment zo’n 230 uit heel veel landen en het is weer een hobby in een hobby.
Ik schreef naar hengelsportfabrikanten zoals Rapala, Mepps en niet te vergeten Abu en had zelfs plannen om bij Abu te gaan werken. Ik was bezig met een cursus Zweeds en correspondeerde met de leuke dochter van de personeelschef van Abu: Ingegerd Borgström. Haar ome was Göte Borgström en die was de eigenaar van het hele Abu gebeuren. Een goede kruiwagen dus maar ook dat liep weer anders dan gepland.
Toen ik terug kwam van een 5 weekse trip door Zweden belandde ik met viskleren en laarzen aan op de kermis in Schermerhorn in dancing Land’s Welvaren, juist ja, waar ook die foto van die 40 ponds snoek hing. Na een paar biertjes de laarzen uitgetrokken, een leuke dame gevraagd om te dansen en de rest is geschiedenis….. we zijn bijna 44 jaar getrouwd. Ook ben ik nog altijd zeer tevreden met Abu spullen, vooral die made in Sweden en kon toen niet vermoeden dat ik later met een omweg, omdat Berkley waar ik adviseur was Abu kocht, weer met Abu te maken zou krijgen.
Tot zover mijn overstappen, van Zweden naar Nederland en van levend aas naar kunstaas. Op snoekgebied een grote verandering maar niet de grootste. Dat was het feit dat ik zo midden jaren 60, kan ook iets eerder geweest zijn, alle snoeken die ik ving voorzichtig onthaakte en netjes terugzette. Ik voelde me toen pas een echte snoekvisser en het terugzetten van die eerste snoek gaf een heel voldaan gevoel.
Één van de mooiste hengelsportbeurzen is CNPL Clermont Ferrand – Frankrijk. Bijna alle groothandels zijn hier vertegenwoordigd en dan is er heel wat te zien natuurlijk…zeker als Roofvisser. Alle groothandels hebben een eigen demonstratie bak staan waar de bezoekers getrakteerd worden op de laatste nieuwe trends aan kunstaas. Een beurs die zeker de moeite waard is om een keer te bezoeken. Natuurlijk komen we veel bekende gezichten tegen. Deze toonaangevende beurs duurt nog tot en met zondag.
Freddy Harbort staat in Duitsland bekend als snoekbaars specialist die in de loop der jaren vele moderne technieken heeft geperfectioneerd. Met meer dan 130 snoekbaarzen van boven de 90 cm en 6 vissen over 100 cm is hij waarschijnlijk een van de beste in zijn vakgebied in heel Europa.
De eerste YouTube predator battle NL is een feit! Dit is nog maar een begin van wat je kan verwachten in 2020. Geniet van een bijna 40 minuten durende film waarin 4 teams strijden voor de titel ‘YouTube predator battle NL 2019’.
Een Baars wedstrijd waarin 4 YouTubers tegen elkaar strijden om als eerste de titel YouTube predator battle NL binnen te slepen! De 4 teams bestaande uit White label fishing, VisTD, Fishuals en Ro & Vinnie moeten baarzen vangen waarvan de 4 grootste tellen. Wie gaat deze battle winnen! Lees verder “The YouTube predator battle NL 2019 ‘perch edition’.”
Ik zeg….dag 1 van de Hengelsport en Botenbeurs zit er weer op. Om 10:00 werd de beurs officieel geopend door niemand minder dan Marco Kraal en Daniel Weyers, de nieuwe presentator voor VisTV. Natuurlijk konden jullie dit LIVE volgen via onze Roofvisweb Facebookpagina. Maar voor de mensen die het niet hebben gevolgd plaatsen we deze opening nog een keer hier. Ook morgen gaan we natuurlijk weer LIVE zoals jullie van Roofvisweb gewend zijn. Nu eerst even de dag doornemen met wat filmpjes en foto’s van vandaag. Ik zeg tot morgen op de beurs….Lees verder “Verslag eerste dag Hengelsport en Botenbeurs Utrecht 2019”
Afgelopen zondag 17 november werd de 1e editie van de Honda Marine Cup gevist op de Nieuwe Meer het water van de AHV Amsterdam. Rond 06:30 werden de eerste boten te water gelaten en het traileren verliep zeer vlot. In de grote verwarmde tent konden de deelnemers zich aanmelden en werden de goodie’s en meetplanken uitgedeeld. Lees verder “Succesvolle 1e editie Honda Marine Cup”
Er kan nog ingeschreven worden voor de Honda Cup 2019. Er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar van de maximaal 30 teams! Wil je meedoen..schrijf je nu in via deze link! Vol = vol! Deze wedstrijd wordt mede mogelijk gemaakt door AHV Amsterdam.