De nieuwe Ikiru Crank pluggenserie bestaat uit de Mini en de “gewone” Crank. De Mini’s doen hun naam eer aan en zijn erg klein maar hun daden benne groot! Ondanks het miniformaat zwemmen ze kaarsrecht en ook onder grote druk blijven ze hun aansprekende actie houden. De dieplopende Mini is killing op de rivieren en vaarten. De ondiep lopende is overal inzetbaar en een echte baars-catcher. Voor roofblei is dit plugje in bepaalde periodes ook onweerstaanbaar en goed te werpen. Wil je afstanden overbruggen, dan werkt de combinatie met een sbirolino super.
Tekst en foto’s: Henk Simonsz
Dan de “gewone” Crank. In het water is hij zeker niet gewoon! Ik heb er nu veel mee gevist en het is een steengoed plugje waar ik veel vis mee vang. Vooral snoekbaars en baars pakken hem graag. De ondiep lopende SL is ook erg fijn om mee te werpen op alles soorten vis. Hij gooit strak en nauwkeurig. Die longlip LL wil graag naar beneden en je kunt hem makkelijk tussen de 3 en 6 meter diep vissen, afhankelijk van je lijndikte en de stand van je hengel. Op wateren met schone bodems kun je hem lekker over de bodem laten stuiteren zonder dat hij uit koers raakt. Hij herpakt zich razendsnel en blijft goed zwemmen.
Ik weet zeker dat de Ikiru Cranks veel roofvisvissers goed zullen bevallen want ze hebben alles wat een moderne plug moet hebben, tot aan fijne kleuren toe. Op momenten dat we bijvoorbeeld de snoekbaars gevonden hadden en wisten waar ze lagen, gingen we met allerlei soorten en maten pluggen over deze stekken heen. Is bij regelmatig gebruik namelijk een goede manier om een plug op zijn waarde te schatten. Deze Cranks zaten bijna altijd bij de beste…
Succes!
Henk Simonsz
Voor meer informatie over de Ikiru serie, ga naar: www.spro.eu
Noem drie wereldwijde topmerken van molens en reels en gegarandeerd dat Daiwa daarbij zit. Daar waar Daiwa een begrip is in Nederland onder de zeevissers en karpersvissers blijft het bij de roofvissers wat achter. Om daar verandering in te brengen is het gehele RdK-Baits Prostaff Team afgelopen maandag uitgerust met de Daiwa Caldia.
Het RdK-Baits Prostaff Team is voornamelijk actief binnen de snel groeiende tak van hengelsport; Streetfishen. Het succesvolle Rdk-Baits Prostaff Team wil met materiaal vissen wat volledig is afgestemd op de visserij van het streetfishen. Vandaar dat de keuze is gevallen op de Daiwa Caldia.
Joris Wijnja van Daiwa-Cormoran ontving het gehele RdK-Baits Prostaff Team in de prachtige showroom in Dronten. Behalve een zeer ruim assortiment van molens was er meer dan genoeg ander moois te zien. Al snel werden de Cadia’s onder de loep genomen en opgespoeld met lijn.
Na de overhandiging van de molens zijn Bart en Jouke nog even gaan testen. En niet zonder resultaat! Al bij de eerste worp werd de Reins G-Tail genomen door iets wat de slip van de Caldia deed roken. Missie geslaagd; snoekbaars van 87 cm!
Conclusie: Daiwa en RdK-Baits is een perfecte combinatie waar jullie nog veel van zullen zien!
De derde wedstrijd dag is voorbij. Wat een ruig weertje vandaag pff. Direct vanaf de start om 08:00 volle lading regen voor de deelnemers, en ik schat toch wel een windkracht 5. Ze verklaren je voor gek als dit in de kroeg verteld. Maar goed, het zijn stuk voor stuk fanatieke roofvissers die tot de laatste minuut alles geven om die laatste baars of snoekbaars te vangen. De meesten deelnemers hadden de snoeken al binnen. De snoek was het minste probleem. Baars en snoekbaars waren echt de target vissen tijdens deze Predatortour. Ook een stuk of 6 deelnemers hadden de 6 benodigde snoekbaarzen niet. Ik noem geen namen maar 1 team had al 3 baarzen en moesten nog 6 snoekbaarzen vangen en vingen er 5, dan heb je echt pech zeg maar. Maar goed,het blijft spannend tot het laatste moment. En dat moment is donderdagavond want dat is de uitslag pas bekend. Speculeren doen alle deelnemers maar ja….het is dus wachten.
Hier het fotoverslag van vandaag met toch een paar mooie plaatjes.
Voor veel deelnemers is het morgen vrij vissen en dat zal dan zeker op snoek gebeuren.
De top 3 na 3 wedstrijd dagen.
1.
??? 2.
??? 3.
???
Het volgende fotoverslag van de Predatortour 2013 donderdagavond of vrijdagmorgen!
De 2e wedstrijd dag van de Predatortour 2013 is weer voorbij. Vanmorgen bij de bootcontrole was het al bloedje heet. Dat is geen goed teken voor de vangsten in dit kraantjes water meer wat het Volkerak heet. De wind was er nagenoeg uit en in de middag gelukkig weer wat wind. Maar het was voor alle deelnemers een zeer taaie dag. Meldingen over gevangen baarzen en snoekbaarzen waren slecht. Snoek werd er wel gevangen maar die telt pas als je ook de benodigde 6 snoekbaarzen en 3 baarzen op je lijst heb staan. Veel deelnemers moeten nog een paar snoekbaarzen en baarzen vangen. Het team van Roofvisweb heeft het rijtje met 6 snoekbaarzen vol maar moeten op de laatste dag nog de 3 baarzen en 1 snoek zien te vangen. De weervoorspelling voor morgen zijn misschien gunstig. Windkracht 3 uit het zuid-westen en af en toe regen. Misschien gaat het dan eindelijk los en kan het klassement doen kantelen.
Vandaag moest het gaan gebeuren…..de eerste wedstrijddag van de Predatortour 2013 is van start gegaan. Na de bootcontrole het vertrek naar de het start punt. Klokslag 08:00 gaaf Evert Oostdam het startsein en vlogen de deelnemers naar alle windrichtingen. Het was vandaag redelijk bewolkt en flink wat wind uit zuid west kracht 4 en af en toe 5. Lastig vissen en de accu’s draaien overuren van de elektromotoren. Je wil niet na een halve dag vissen leeg staan! Het was taai voor veel deelnemers, zoeken en alle waypoints afvaren in de hoop op een paar snoekbaarzen. Want je moet in 3 dagen minimaal 6 maatse snoekbaarzen vangen om je te kwalificeren. Daarna tellen pas de 3 baarzen en die ene snoek mee voor het klassement.
Vanavond werd door Frank Helming van de firma IJsselsport de hoofdprijs van de Predatortour 2013 afgeleverd, een Lund 1400 Fury Tiller. Compleet met een Mercury 30 pk. De gehele set staat op een Kalf trailer. Natuurlijk kwamen de deelnemers even een kijkje nemen van deze schitterende vis combinatie!
Eindelijk is het zover, de Predatortour 2013 Volkerak gaat van start! Na de nodige voorbereidingen van zowel deelnemers als organisatie start maandag 1 juli de eerste wedstrijd dag van de Predatortour 2013 editie Volkerak. Dagelijks houden wij u op hoogte van deze 3 daagse roofvis wedstrijd. Er zijn heel wat teams die hebben voor gevist met wisselende resultaten. Het blijft dus spannend maar maandagavond weten we een eerste tussenstand. Roofvisweb.nl zal iedere avond een live verslag uitbrengen rond de klok van 21:00 vanuit Waterryck Suissenwaerde!Volg ook de Predatortour 2013 op Facebook!
Zondag Vandaag om 17:00 werd de bootcontrole en start geoefend door alle deelnemers.
Tot maandagavond rond de klok 21:00 live hier op Roofvisweb.nl
Meer prioriteit voor de sport en super strenge winter
De geschiedenis van de snoekvisserij in Nederland beschrijven, is natuurlijk meer dan enkel en alleen het vissen op deze rover met de eendensnavel onder de loep nemen. Er zijn ook bestuurstechnische en politieke zaken die bepalen of we als snoekvisser aan onze trekken komen of juist beperkt worden in het uitoefenen van onze hobby. Vooral de politieke kant van de zaak is vaak moeilijk te begrijpen voor de doorsnee snoeker. Dat is niet alleen anno 2013 zo, en dan denk ik aan het door de politiek ingevoerde verbod op de levende aasvis.
Tekst en foto’s Jan Eggers
Maar ook aan de wensen van het beroep om weer schubvis te mogen vangen, maar dat was in het verleden ook regelmatig het geval. Als je het geluk hebt dat er een kabinet komt met een minister van landbouw die oog en hart heeft voor de sportvisserij, ben je beter af dan wanneer deze bewindsman, of -vrouw, dat sportvissen maar niets vindt en liever naar de actievoerders van de Dierenbescherming luistert. Zo rond 1965 had de sportvisserij het zo slecht nog niet getroffen met de verantwoordelijke minister. Ik noemde zijn naam al, Barend Biesheuvel die het later zelfs nog tot minister-president zou schoppen. Zo werden er een aantal bekwame mensen uit de sportvisserij benoemd op verantwoordelijke posten bij het ministerie. De contacten tussen de minister en de AHB en het CNHV werden geïntensiveerd en men luisterde naar elkaar. Je zou heel eenvoudig kunnen stellen dat het ministerie begon in te zien dat de belangen van de sportvisserij belangrijker waren dan die van de in aantal slinkende beroepsvissers op het binnenwater. Vroeger waren de veranderingen qua visserij wetgeving praktisch altijd in het voordeel van het beroep uitgevallen, nu veranderde dat. Ik noem nog maar even de verhoging van de minimummaat van snoek naar 50 cm en de langere wettelijk gesloten tijd voor vriend Esox lucius. Beslissingen waar het beroep fel op tegen was.
In deze periode beginnen een aantal wezenlijke veranderingen in het politieke denken waar de sportvisserij later veel voordeel van zou krijgen. Er komen niet alleen discussies over de wetgeving en maar ook over de versnippering van de vergunningen. Van veel viswater waren de visrechten in handen van de beroepsvissers, vooral om met wat men toen de “speciale hengel” noemde met kunstaas en levend aas op roofvis te mogen vissen. Ik weet nog dat er bij de visclub in De Rijp vaak geloot moest worden om een snoekvergunning te bemachtigen. De beroepsvissers gaven maar een beperkt aantal van deze vergunningen uit, beducht als ze waren voor teveel concurrentie. Het kon gebeuren dat er soms meer snoekvergunningen nodig waren en die werden dan nog wel eens voor een hogere prijs beschikbaar gesteld. Het snoekseizoen in de Eilandspolder was toen veel korter dan nu, namelijk van 1 september tot en met 31 december. Door de strenge winter van 62-63 was de visstand in veel ondiepe polders enorm gekelderd en ik weet nog goed hoe er tonnen dode vis, waaronder veel mooie snoeken, achter de sluis in De Rijp opgeruimd moesten worden. Het gevolg was dat er zeer weinig animo was om een snoekvergunning voor de herfst van 1963 aan te schaffen. Maar dat loste men op door te stellen dat wie nu een snoekvergunning kocht, er verzekerd van was dat hij de volgende 5 jaar er ook een zou krijgen en dus niet hoefde te loten. Handig gedaan!
Het was verbazingwekkend om te zien hoeveel kleine snoekjes er zich in een mum van tijd tot 40 cm en nog groter ontwikkelde na deze strenge winter. Er was volop ruimte voor de kleine snoek waardoor ze snel groeiden en reeds na een jaar aan het paaiproces deelnamen. Zo ziet men maar weer eens dat Moeder Natuur altijd weer met passende oplossingen komt.
Veel nieuwe zaken in oude visbladen.
Ik vertelde al eerder dat het snuffelen in de oude jaargangen van de verschillende hengelsport bladen, De Sportvisser voorop, uit de 60er en 70er jaren van de vorige eeuw heel veel goede herinneringen naar boven brengt. Ik zie namen van auteurs waar ik toen met eerbied tegenop keek en die later goede visvrienden werden. Ik denk dan aan Jan Schreiner maar ook Jan Veenhuysen, Rein van Rutten en Cor van Beurden. En verder aan Peter Zaagsma, Andre Steentjes, van wie ik later veel vliegvisboeken en splitcane hengels kocht, en Iwan Garay.
Midden 60er jaren schrijft J. Durivou Jr. veel over vliegvissen op ruisvoorn en licht spinnen in de polder en omdat hij vlakbij me in De Rijp kwam wonen, gingen we vaak samen de polder in en leerde ik vooral de kneepjes van het vliegvissen en zo ook het snoeken met de streamer.
Na aflevering 4 vroeg lezer Mike-V op het forum wanneer er voor het eerst met de streamer gericht op snoek werd gevist? Ik weet zeker van begin 60er jaren want toen schreef Frans Domhof een artikel over het vissen op snoek met de Matuka streamer.
Er komen al meer advertenties van kunstaas en dan vooral kunstaas voor het snoeken in de polder. Over snoeken op de rivieren en randmeren lees je eigenlijk niets en de snoeken die op het grote water zoals Vinkeveense plassen, Sloterplas, Maarseveense en Loosdrechtse plassen gevangen worden, pakten bijna zonder uitzondering een levende aasvis. Je zou kunnen stellen dat KRO kanjer-koning Willem Bouwman de uitzondering was met zijn kanjersnoeken van de Wijde Blik en Spiegelpolder die een grote plug pakten. De grootste pluggen die ik me uit deze periode kan herinneren waren de 40 grams Abu Hi-Lo pluggen met verstelbare schoep. Ik heb dit model later bij snoekinstructiedagen veel gebruikt om te laten zien dat de stand van de schoep bepalend was voor de diepgang van de plug.
In de advertenties zie je de overgang van splitcane naar het veel lichtere holglas hengels en licht vissen was toen wel in de mode. Het is ook een komen en gaan van een heel groot assortiment werpmolens. De oude rol, zowel van hout als aluminium, verdwijnt, en heel af en toe lees je over de rechtshandige Abu Ambassadeur. Mijn favoriete molen, de Abu 505 wordt 10 gulden goedkoper in 1963, dus 55 gulden en gaat 2 jaar later weer naar 57 en 59 gulden.
We zien in 1963 de eerste advertenties voor snoekreizen naar Ierland van reisbureau BBI uit toen Emmen en nu Groningen en ze heb net hun 50 jarig jubileum gevierd. Wat ook opvalt is dat goede snoekvissers en specialisten op castinggebied hengelsportspeciaalzaken beginnen. Hier komen enkele namen: Jan Schreiner en Willem Persoon runnen Flitsend Nylon in Amsterdam en ik heb wel eens met mijn neus op de etalage gedrukt staan kijken naar al dat moois dat toch wel duur was en ik durfde niet naar binnen… Cor van Beurden kwam in de winkel van Sciarone in Den Haag, Ronald Fenger en Ben Pont begonnen in Rotterdam en Jonny Broers had een speciaalzaak in Amsterdam. Dit waren allemaal winkeliers die vooral goede voorlichting konden geven over hoe al die nieuwe spullen in de praktijk te gebruiken.
De meeste van deze nieuwe spullen werden nog in Europa geproduceerd en vooral uit Zweden, Finland en Frankrijk kwamen interessante zaken. Slechts heel mondjesmaat kwam er iets uit Amerika en een van de eerste kunstaasjes die hier ook succes hadden, was de flexibele zacht plastic twisterstaart. De discussie over wat beter en sportiever is voor snoek: kunstaas of levend aas, ging maand in maand uit soms vrij heftig verder. De beste opmerking daarover die ik in De Sportvisser van januari 1969 las, was deze: het maakt niets uit welke manier men gebruikt, het gaat vooral om de mentaliteit van de visser! Ik zou deze uitspraak later ook vaak gebruiken bij het verdedigen van een takel bij gebruik van dood en levend aas. Een enkele haak die geslikt wordt is veel dodelijker dan 2 dreggen die voorin de bek zitten.
Maar goed, ondanks de zeer positieve houding van alle redacteuren en free lance medewerkers van de diverse bladen over catch and release van snoek, komen we nog steeds de nodige foto’s tegen van dode metersnoeken. Waarom? Waarschijnlijk ter meerdere eer en glorie van de vanger die abonnee was en de doorsnee lezer was gek op dit soort plaatjes met daarbij nog een smeuïg vangstverhaal. Ik zal op het einde van dit hoofdstuk nog wat foto’s van volslanke snoekgroetmoeders tonen, nu eerst nog iets over hoe het mij toen verging.
Van veen naar klei
Ik wil in dit zesde hoofdstuk naast enkele landelijke snoekgebeurtenissen ook nog enige grote veranderingen in mijn eigen snoekvissersleven kwijt. Nee, niet dat ik eind 60er jaren trouwde en meteen stukken minder mocht snoeken van mijn vrouw. Daar heb ik nooit last van gehad. Wilt u een grappig voorval op dat gebied? Op mijn trouwdag, op 1 oktober dus midden in het snoekseizoen, ben ik van 8.30 tot 12.00 uur wezen snoeken en ving ik nog 4 snoeken, 2 aan de spinner en 2 aan een kleine plug. Echt waar! Het snoeken in genoemde Eilandspolder ging in die periode trouwens snel achteruit. Door de eutrofiering werd het water troebel, verdwenen de waterplanten en daarmee ook de snoek. We kregen er snoekbaars voor terug, maar echt blij was ik daar niet mee. In die periode was ik al grotendeels overgeschakeld op het vissen met kunstaas, vooral met spinners en door schade en schande leerde ik hoe dat het beste ging.
In 1971 verhuisde ik naar Bovenkarspel en daar ontdekte ik dat in deze diepere kleipolders de snoekstand niet alleen stukken beter was dan in de veenpolders, maar dat men hier ook anders snoekte. De aasvissen waren veel groter, men viste vaak in het midden van de vaarten, met pluggen ving ik meer dan met spinners en…. de snoeken werden hier veel groter. Wat me in al die jaren snoeken rondom De Rijp nooit gelukt was, lukte hier wel: ik ving mijn eerste metersnoek en tevens vele exemplaren tussen de 80 en 100 cm. Ik denk dat snoek, en ook de andere vissen, in het kalk – en voedselrijke water met een hogere pH van West-Friesland veel sneller groeien dan in het zure en voedselarme water van de veenpolders. Ook de “aankleding en stoffering” van deze grote polders met namen als Het Grootslag, De Vier Noorderkoggen en De Drieban zag er heel anders uit. Weinig groene weiden maar vooral een tuinbouwgebied dat toen door de grote ruilverkaveling uitgebreid op de schop genomen werd. Gelukkig had ik al snel een paar nieuwe vismaten die me vertelden bij welke beroepsvisser je een snoekvergunning kon kopen en hoe je vooral met een bootje bij de beste stekken kon komen.
Echt er was, en is nog steeds, zoveel viswater dat je niet wist waar je moest beginnen. Mijn geluk was dat ik een stukje nog niet verkavelde polder vond tussen de oude provinciale weg N506 en het dorp Venhuizen, lokaal bekend als Houterpolder. Er was maar een hoofdsloot van een paar km lengte en nog een stuk of 4 zijsloten, meer dan voldoende om met heel veel plezier in mijn eentje te bevissen, al was het alleen maar om de 40 cm plus baarzen. Bij de oude vrijgezelle broers Koorn onder aan de IJsselmeerdijk kon ik mijn roeibootje stallen
Destijds zette ik al mijn gevangen snoeken al terug, doch dat was bepaald niet de gewoonte in dit deel van Nederland. De snoeken werden hier niet alleen gedood voor de pot, maar vooral verkocht aan de visgroothandels die in de steden aan het IJsselmeer genoeg te vinden waren.
Omdat ik de enige was die in dit poldertje viste en geen ruchtbaarheid gaf aan mijn zeer goede vangsten, kon ik de snoeken die ik ving zonder risico dat ze een week later met levend aas gevangen en verkocht werden, netjes terugzetten.
Ik en nog een aantal andere snoekvissers vonden dat verkopen van snoek heel jammer maar wat doe je er aan? Het antwoord is eenvoudig, doch de uitvoering niet: de bestaande regels in de vergunning veranderen. Hoe dat in de Kop van Noord-Holland gelukt is, hoe vervolgens het idee van een Snoekstudiegroep Nederland-België ontstond en hoe er, ook met medewerking van de zojuist gevormde NVVS en Het Visblad, een mentaliteitsverandering bij de snoekvissers ontstond, zal ik in de volgende hoofdstukken beschrijven. Eerst nog wat informatie over echte kanjersnoeken, want dat verveelt snoekvissers immers nooit.
Steeds minder kanjersnoeken?
Als uitzondering op de 15 kg limiet eerst de snoek van 14,5 kg en 118 cm van de Wijde Blik genoemd omdat die door een dame, mevr. Rademaker uit Amsterdam gevangen was. Van hetzelfde, nog steeds zeer goede, snoekwater komt ook de 15,5 kg snoek van J. Niekerk uit Amsterdam en deze snoek was 128 cm lang. Nog zwaarder en langer was de snoek van P. Janbroers,ook uit Mokum,: 16 kg en 127 cm en gevangen in het Kinselmeer. Deze snoek van einde 60er jaren is voorlopig de laatste kanjer die ik te melden heb. Ik heb zojuist een paar uur lang veel visbladen tot begin 1975 doorgebladerd en… geen snoek boven de 15 kg gezien.
Wel zag ik meer aanmeldingen van grote snoekbaarzen en, ook heel interessant, steeds meer commentaar en weerstand tegen dode krantensnoeken. De mentaliteit veranderde echt!!
Ik wil deze 25 jaren afsluiten met goed nieuws voor alle vissers: Op 4 januari 1975 werd door ruim100 hengelsportbestuurders, die 21 hengelsportfederaties vertegenwoordigden, besloten de Nederlandse Vereniging van Sportvissersfederaties, de NVVS, op te richten.
Het is een jaar of 4 geleden dat ik een artikel las over het slow trollen met shads. Deze mannen deden het in vaarten strak langs het kantje en vingen er volgens dat artikel mooie vissen mee. Niet van die mega juupsa’s maar wel strakke aantallen elke keer. Nou is dat slootjes vissen niet helemaal mijn ding, ik weet er zijn er die hebben er mega veel succes mee maar ik heb liever een beste slok water om me heen. Ach, elke gek zijn gebrek!
Tekst en foto’s Hilco van Nuil
Maar het liet me niet los en elke keer spookte het artikel door mijn kop. Had het wel eens geprobeerd zo langs het talud maar echt veel kon ik er niet op vangen helaas. Ik dekte gewoon te weinig water af waarschijnlijk en dat is het probleem in de zomer want dan liggen ze echt all over the place! En dat gepiel met zo een shadje schoot dus niet echt op en de shads kwamen dus weer in een box om in de vergetelheid te geraken!
Zo viste ik lekker verder met mijn pluggen en swimbaits en als de plantenzooi te gek werd dan kwamen de ondiep lopende jerks of grinders uit het ruim te voorschijn. Mooi werk en niks meer aan het handje, de vangsten liepen gewoon weer helemaal top! Tot de rottige augustus maand, elk jaar had ik daar een dip in de vangsten! En ik niet alleen….. vaak hoorde ik in de avond, als de vissers weer aan de wal waren, dat het beroerd en hopeloos was. De warmte kreeg de schuld, ze wilden niet… taai taai dat was het!!!!!
Op weer zo een kansloze dag zat ik troosteloos in de rat loerend naar mijn collega vissers die de taludjes aan het trollen waren. Anderen gooiden zich een breuk met grote stukken rubber of met spinners, de hele kermis kwam voorbij! In een verre hoek van het water waren de aalscholvers vol aan het jagen en ook de futen deden hun best om de maag gevuld te krijgen. Zij vingen goed zo te zien en ik had niet de illusie dat het onder water voor de groenjassen armoede was. Nee, armoede was er alleen voor ons: de koppige vissers!!
Moedeloos zakt mijn hoofd naar beneden, het is niks en wordt ook niks meer vandaag. Ik pakte mijn pakje tabak en draaide troosteloos mijn shagje, maar toen ik hem wou aansteken donderde die van mijn lippen!!! Aalscholvers, futen dressuur! BAM… ik zag het licht en dook mijn hengelbak in op zoek naar mijn shadhengel. Helemaal onder de andere hengels, daar lag ze en keek me aan zo van: hehe, hij heeft ook eens een helder moment hoor! Ik stommelde meteen door naar de storage om mijn box met shads te voorschijn te halen! Een big smile kwam op mijn gezicht want zou het dan toch…..is dit de code?!
Snel onderlijnen wisselen, fluor carbon 80 lb dat was de keuze en een mooie shad van 17cm met een 70 gram loodkop. Alles op een lichte jerkbait hengel voor in de steun en slip op standje no way! En op mijn shadhengel voor in de hand monteerde ik een grote shad van 25 cm en een loodkop van 50 gram! Het idee was dat ik de shad op mijn steunhengel redelijk recht onder de boot wou vissen en de grote shad met een dikke schoepstaart achter de boot. De dikke shad met een iets lichtere loodkop kon zo zijn kunsten vertonen in mijn schroefwater en Voila!!!!!
En daar ging ik, op weg naar mijn heldere moment. Die futen waren allemaal aan het jagen rond de plantenbedden waar die aalscholvers aan het vreten waren. Die deden dus niks anders dan de witvis, die in paniek uit de planten kwamen stuiven, op te wachten!!!!! Ik dacht ha… als jullie dat op die manier doen dan doen die snoekies dat waarschijnlijk ook. Die zijn die grote plonsen met kunstaas dik en dik zat en ze doen nu mooi wat moeder natuur ze aanbied.
Ik zet de buitenboordmotor in standje vooruit en trol zo langzaam het plantenbed rond met mijn shads en ja hoor!! Binnen 3 minuten kreeg ik me daar een ram op mijn handhengel en zodra ik het gevecht aan wil gaan met een beste snoek zie ik mijn steunhengel krom tot het handvat gaan!! En daar sta je dan als een malle te springen in de boot met 2 stokken. Op die manier ving ik er in een dik uur 7 beste snoeken bij. Toen de aalscholvers dachten het is genoeg geweest werd het ook op mijn hengels weer rustig. Ik heb het nooit zo op die aalscholvers maar deze dag hebben ze me toch een beetje geholpen.
Zoals zo vaak geeft de natuur wel aan wat succesvol kan zijn, je moet het alleen willen zien en niet vastgeroest raken in je manier van werken. Elke ochtend vindt dit festijn plaats dus je hoeft alleen maar op de juiste plek te zijn. Probeer er dan wel een uur eerder te zijn dan de vogels. Dat klinkt maybe raar maar ze liggen dan al op de plek en je kan ze dan goed vangen met een ratelplug of met een shad met een spinnerblad, strak aan de randen van de plantenbedden. Op die manier pak je nog een paar bonus snoeken voor het grote spektakel begint!
De code was voor even gebroken!!!!!!
Reageren op het artikel van Hilco van Nuil? Dat kan gratis op ons Roofvisweb Forum.
Vissen met spinnerbaits is hot. Al een paar jaar lang is dit kunstaas niet meer weg te denken uit de snoekvisserij. In deze review wil ik een spinnerbait beschrijven waar ik de afgelopen 2 seizoenen veel mee gevist heb. De Llungen Nutbuster.
Tekst en foto’s Frans Oomen
De spinnerbait valt op door zijn iet wat afwijkende loodkop. De onderzijde van de loodkop is wat afgeplat. Hierdoor ligt het zwaarte punt onderin en zal de spinnerbait recht blijven bij hogere snelheden. Daarnaast doet hij waarvoor de spinnerbait gemaakt is, nl door de planten glijden. De spinnerbait weegt 2,4 oz wat overeen komt met 68 gram. Ook aan lichte hengels moet dit nog wel te gooien zijn. Door zijn compacte vorm vis je hem nét iets dieper dan de meeste spinnerbaits. Die diepgang maakt dat ik hem meestal inzet bij losse planten. Zo net na de opening zijn de planten nog niet zo hoog en vis je hem er makkelijk over en doorheen.
Het geheel meet 14,5 cm en is daarmee redelijk klein ten opzichte van de andere gekende spinnerbaits. Hierin zit ook direct een van de sterke punten van deze spinnerbait. Hij werpt zuiver! Ik vind dit echt heel belangrijk als je goed wilt grinden. Je kan het dan gewoon niet hebben dat je lijn in bochten over het water en tussen de planten door komt te liggen. Dat is vragen om planten te haken.
Nu we het toch over haken hebben komen we direct bij een ander zeer sterk punt van dit kunstaas. De haak. Vraag me niet wat voor type dit is maar hij valt echt op door zijn lange punt. Veel langer dan de gekende haken die je normaal onder spinnerbaits vind. De lange punt maakt dat je hem goed en vaak scherp kan vijlen. De bocht is ook lekker ruim en kan daardoor mooi indraaien bij een gehaakte vis. De haak zit los van de loodkoop en word gefixeerd door een stuk krimpkous met een soort kit er tussen. Dit blijft niet eeuwig zitten natuurlijk en na 2 seizoenen moest ik het krimpkousje vervangen. Ik heb er een stuk aquarium slang over geschoven en hij doet het weer als vanouds. Je kan dit zien als een minpunt maar realiseer je dat er flink wat vissen aangehangen hebben. Hoeveel weet ik niet meer, maar in elk geval veel!
Er zit geen trailer haak op. Door de ruime bocht en scherpe punt is dit ook echt niet nodig. In de 2 jaar dat ik er mee vis heb ik nooit de behoefte gehad er eentje bij te zetten. Ik denk dat Llungen dat anders zelf wel gedaan had. Bedenk ook dat het indraaien niet zo makkelijk lukt als er nog iets achter hangt. Plus je moet bij het zetten van de haak de kracht verdelen over alle haakpunten. Een enkele haak ram je er gewoon harder in!
De skirt is van rond rubber gemaakt en ook erg duurzaam. Het wordt op zijn plek gehouden door een rubberen bandje. Omdat dit na verloop kan verteren heeft de fabrikant er een ty-warp overheen getrokken. Het zijn eigenlijk 2 skirts achter elkaar. Doordat ze dicht op elkaar staan heeft het geheel een mooi volume onder water. Tip dus voor als je rubber bandjes op je spinnerbaits hebt zitten: borg ze met een ty-wrapje anders tref je na een tijdje een heleboel rubber draadjes aan in je tackle box.
Buiten de skirt zitten er geen andere versiersels op. Ook hier denk ik dat Llungen dat wel gedaan had als het meer opleverde. De spinnerbait is een uitgebalanceed ding dus het versieren met extra twisters en zo zie ik eerder als een verslechtering.
De arm van de spinnerbait zit stevig vast aan de loodkop. Je ziet niet dat er frictie ontstaat tussen lood en arm. Kan ook niet anders want de arm loopt helemaal door de loodkop. Hieraan zit immers de haak aan de achterzijde. Bovenaan zit een klein oogje met daar in een warteltje en een zgn fluted blad. De arm zou door het blad een vibratie mee krijgen wat attractief werkt. Of dat echt meer oplevert weet ik niet maar ik heb het vaker gehoord. De Amerikanen geloven het in elk geval.
Dit blad geeft een goed hengelsignaal af. Ik vis mijn spinnerbaits graag aan een zware hengel dus is het fijn als je goed kunt voelen dat hij nog lekker draait. De bladmaat is volgens mij een #8. Ik heb op mijn spinnerbaithengel meestal een reel staan met een inhaal snelheid van 5.3 op1 of 5.0 op 1. Trager liever niet. Als je met niet te grote bladen vist is een trage reel nergens voor nodig. Met die snellere reels kun je je spinnerbait in een hoger tempo terug vissen. In sommige gevallen levert dan net iets meer op.
Ik heb mijn Nutbusters destijds in Amerika besteld. Inmiddels zijn ze ook in Nederland te krijgen via www.snoekspinners.nl