Nadat we in het vorige artikel hebben doorgenomen hoe je de Pike Cigar Float kunt inzetten bij het vissen met dode aasvissen, gaan we nu verder met de ‘Pike Blade Float’. Deze dobber die voorzien is van een kunststof vlaggetje bovenop, is te verkrijgen in 10, 15, 25 en 35 gram. Veel variatie in gewicht zodat je voor jouw visserij de juiste dobber uit kunt kiezen en gebruiken.
Tekst en foto’s: Willem Zijlstra
Ook dit model is gemaakt van een stevige foam dat je niet zomaar kapot gooit tegen bijvoorbeeld een brug of een hoge kademuur. De bevestiging van het ‘vlaggetje’ bovenop de ‘Pike Blade Float’ gaat door tot in het bolle gedeelte. Hierdoor zal deze niet zomaar afbreken, in tegenstelling tot modellen waarbij dit onderdeel van de dobber erop gelijmd zit.
Door de felle kleuren bovenop kun je deze dobber uitermate goed gebruiken voor het vissen op grotere afstanden. Dit is belangrijk omdat je de Pike Blade Float in kunt zetten als een soort zeildobber. Door het vlaggetje bovenop is hij een prooi voor de wind en die wind kun je gebruiken om hele grote stukken van het water af te vissen.
Wanneer de roofvis statisch op de bodem ligt, kun je de aasvis dicht tegen de bodem aanbieden, maar in het voorjaar of zomer wanneer de vis zich vaak in de bovenste lagen van het water bevindt, kun je zo de aasvis aanbieden op bijvoorbeeld half water.
Het systeem waar we mee vissen is simpel en effectief. Ga als volgt te werk: Begin met het op de lijn schuiven van een rubberen stoppertje, daarna een kraaltje en schuif hierna de Pike Blade-dobber op de lijn. Ik gebruik hiervoor altijd een speldwartel om de dobber op te bevestigen. Zo kan ik snel van dobber wisselen wanneer ik met een grotere of juist kleinere aasvis wil gaan vissen.
Hoe groter en zwaarder de aasvis, hoe zwaarder de dobber. Doe je dit niet, dan zal het gewicht van het lood wat je gebruikt en het gewicht van het aas de dobber dieper laten zinken. Dit is niet wenselijk omdat je de aasvis wilt laten driften op de wind. Hoe dieper de Pike Blade Float in het water ligt des te meer weerstand, wat het drijfvermogen niet ten goede komt. Nu schuif je een kogellood op de lijn van 12 tot 18 gram en daarna een speldwartel. Vervolgens werk ik het geheel af met een stuk krimpkous.
Hierna bevestig je de takel. Deze bestaat uit stuk staaldraad of fluorocarbon met daaraan een enkele dreg. Wanneer ik met fluorocarbon vis gebruik ik vaak de SPRO Norway Leader 0.60 mm met een trekkracht van 22,8 kg. Een mooie lijn die praktisch onzichtbaar is voor de vis. Als staaldraad kun je de SPRO PikeFighter 7×7 Brown Soft Wire 0.65 mm met een trekkracht van 18,5 kg gebruiken. Dit is een soepele lijn die ook zeer geschikt is voor het maken van een doodaastakel.
Knip nu een stuk onderlijn af van ongeveer 30 tot 50 cm, dit is weer afhankelijk van de diepte van het water. Schuif een single crimp op de lijn en daarna de dreg, schuif het andere uiteinde in de single crimp en knijp deze dicht. Aan de andere kant van de lijn bevestig je een tonwartel om het systeem te bevestigen op de hoofdlijn. Om alles er netjes uit te laten zien kun je ervoor kiezen om met krimpkous ook dit geheel af te werken.
Bij het water probeer je eerst de juiste stek te bepalen, onder andere door uit te zoeken waar de wind vandaan komt. Daarna begin je met het uitpeilen van de diepte. Heb je die gevonden, dan zet je het rubberen stoppertje op de gewenste hoogte. Haal nu de dreg door de rug van de aasvis.
Om er zeker van te zijn dat alles goed op zijn plaats blijft zitten kun je op de dreg die door de rug van het visje zit, een stoppertje maken. Wanneer je met een grote aasvis vist kun je er voor kiezen om een stinger te bevestigen, zodat je een extra dreg kunt plaatsen. Doordat je de dreg door de rug van de aasvis prikt, zal deze horizontaal in het water komen te hangen. Al met al een zeer attractieve aasaanbieding.
Succes! Willem Zijlstra
Klik hier voor deel 1.
Voor meer informatie over de dobbers, klik hier.