In aflevering 7 heb ik het gehad over allerlei prooivissen, vooral de grotere en te grote exemplaren, die vriend Esox naar binnen probeert te werken. Ik kom nu tot de conclusie dat ik nog wel een aantal interessante foto’s heb die bij dit onderwerp passen. Ik zal daar een lijst van maken en dan kan ik daar nog wel de nodige tekst bij maken en ik begin heel gemakkelijk bij het begin.
Jonge snoekjes zijn gek op elkaar
We weten allemaal, neem ik aan, dat kannibalisme bij snoek al heel kort nadat ze uit het eitje gekomen zijn en vrij rond zwemmen, plaats vindt. Stop 50 of 100 kleine snoekjes in een aquarium, geef ze volop watervlooien en dergelijke te eten maar je zult toch zien dat ze elkaar opvreten. Zou je er niets aan doen, houd je waarschijnlijk maar een of misschien 2 of 3, snoekjes over. Ze maken er echt een groot slagveld van. Misschien is slachtveld beter.
Vandaar ook dat jonge snoek niet in vijvers wordt gekweekt tot ze 20-30 cm groot zijn maar al uitgezet als ze nog maar een paar cm zijn. Ik heb dat uitzetten in het verleden vaak gedaan in het gebied rondom De Vlietlanden en met een klein netje schepte je een aantal snoekjes uit een grote ton en zette die al varend uit, liefst in de buurt van veel waterplanten. Ook werden er altijd een aantal in een aquarium gedaan en zagen we met eigen ogen hoe ze elkaar naar het leven stonden. Interessant vond ik het ook om te zien dat bepaalde dominante exemplaren binnen een jaar naar een lengte van ca. 50 cm uitgroeiden. Maar daarna was het gebeurt met de snelle groei. Dan gaat deze aquarium snoek hormonen produceren die remmend werken op de groei en een metersnoek uit een aquarium halen zal niet gebeuren.
Kikkers en muizen staan ook op het menu
Als ik al struinend met de spinhengel per dag vele kilometers in de polder maak, gebeurt het nog wel eens dat er vlak voor je voeten een kikker in het water springt. Heb je geluk, zie je soms op hetzelfde moment dat een snoek die kikker arresteert en zo een afwisselend maaltje heeft. Ik heb het een keer meegemaakt dat ik dit zag gebeuren , meteen mijn spinner langs die plek trok en tot mijn grote verbazing die snoek met de kikker nog in zijn bek ving.
De Italiaanse gastvisser die ik mee had, kon daarna mooi een foto maken. Ook ving ik een keer een snoekje waar een nog onbeschadigde muis in de bek zat, wederom een bewijs dat ze haast alles pakken wat beweegt. IN Canada hadden we in onze tenten en cabines wel eens last van muizen en er werden muizenvallen gezet waarin soms dode maar ook nog levende muizen zaten. De Indiaanse gidsen vonden het een sport om die nog levende muizen zwemles te geven en in de meeste gevallen zag je hoe een snoek ze van het wateroppervlak plukte. Als we een dode muis aan de dreg van een lepel hingen, was succes ook bijna altijd verzekerd.
Ik schreef al eerder dat de weinig kleine snoeken, denk aan 60 cm en kleiner, een groot risico liepen gepakt te worden door hun grootmoeder. Heel wat keren heb ik meegemaakt dat tijdens de dril van een kleine snoek een grote snoek aan de staart ging hangen en pas op het allerlaatste moment los liet. De voedselnijd is daar veel groter dan in ons landje waar het barst van de prooivis. Vooral als je met oppervlakte kunstaas viste, zag je hoe vanuit diverse richtingen snoeken full speed op deze mogelijke prooi af kwamen, IK blijf dit de mooiste manier van kunstaasvissen vinden. Trouwens ook als we met dood aas in de stroomversnellingen van de Taltson rivier visten, kon het gebeuren dat een snoek meer interesse had voor de dobber dan de aasvis. Ik heb een keer een snoek op die manier daadwerkelijk gevangen. Toen de dobber tussen de kaken zat, wikkelde de snoek zich in de lijn en kon ik hem landen.
Deze walleye was een prooi van diverse rovers.
Over alle interessante gebeurtenissen in het noorden van Canada kan ik boeken vol schrijven. Alleen vermoed ik dat veel lezers het niet geloven. Dat deed wijlen Kees Ketting al niet toen ik een keer schreef dat 100 grote snoeken per man per visdag niets bijzonders was. Dat was onmogelijk schreef Kees. Ik heb toen maar niet verteld dat Rob Jansen in 23 uur vissen zo’n 250 snoeken, en nog wel vissend vanaf dezelfde plek, ving waaronder 51 metersnoeken. Een speciale geschiedenis wil ik de lezers echter niet onthouden. Ik viste die dag samen met Henk Bruis Sr., ja die uit Boxmeer en op een gegeven moment ving Henk een mooie snoek waar de staart van een ca. 40 cm lange walleye uit de bek hing. Onze Indiaanse gids Steve haalde de walleye uit de snoekenbek Foto gemaakt en beide teruggezet.
De snoek ging met honger de diepte in, de dode walleye bleef drijven en al snel kwam een grote meeuw op dit gratis voedselpakket af. Het eerste dat zo’n meeuw doet is de ogen er uit pikken en vervolgens de nodige kreten geven waar andere meeuwen op af komen. En niet alleen meeuwen, ook een golden eagle, steenarend op zijn Nederlands, kwam op de commotie af en wist even later de walleye van de meeuwen af te pakken en er mee de lucht in te gaan. Deze steenarend was zo stom om ook vreugdekreten uit te stoten en daar kwam de bold eagle, de grote Amerikaanse zeearend weer op af. Het was een gekrijs van jewelste en we legden onze hengels neer om dit luchtgevecht met als inzet een volledige maaltijd, goed te volgen. Echt schitterend en op een gegeven moment liet de steenarend de vis los. De zeearend liet zich ook als een baksteen vallen en wist met zijn grote klauwen de walleye in de lucht te pakken. Vervolgens zagen we hoe hij koers zette naar zijn nest met een paar jongen die wel raad wisten met deze prooi die onderweg heel wat meegemaakt had.
Nog wat laatste foto’s tot besluit
Ik geloof dat ik nog een aantal foto’s heb die met de maaltijden van de snoek te maken hebben en ik zal in de onderschriften wel wat nadere informatie geven. We hebben dus gezien dat een prooi niet gauw te groot is maar ik heb ook prima voorbeelden dat echt grote snoeken aan mini-aas gevangen is. Zo ving een zekere Rudolf Kriechbaum in Oostenrijk een snoek van 20 kilo aan 2 maden. Voor de volgende aflevering heb ik een aantal leuke voorbeelden van snoeken die zonder aarzelen meerdere stuks kunstaas te pakken namen en daarmee gaan dan veel oude theorieën over snoekgedrag de prullenmand in.
Jan Eggers