Op het moment dat ik deze regels tik, weet ik nog niet hoeveel foto’s van snoeken met gekke bekken er in deel 5 geplaatst zijn. Ik heb er geloof ik 15 van een onderschrift voorzien en daar kan ik niets meer aan veranderen, Ik had er echter nog een paar met een vreemde bek over en daarvan zal ik er nog een paar in deze aflevering meenemen. Het middendeel laat ik nog een tijdje met rust want daar heb ik zoveel foto’s van dat er zeker twee afleveringen van gemaakt kunnen worden en dan blijft dus alleen de staart over en daar krijg ik dan deel 6 wel vol mee.
Tekst en foto’s, Jan eggers
Kaakbreuk, in- en uitwendige gezwellen
Als ik met de kieuwgreep een snoek land, kijk ik eigenlijk min of meer automatisch in de bek van het dier. Een aantal keren per jaar zie je dan verrassingen in de vorm van een staart van een half verteerde grote prooivis, de staart met soms zelfs de pootje van een rat, mol of muis en ook al een paar keer een grote kikker. Maar als je tijdens het onthaken twee grote gezwellen tegen komt, schrik je een beetje en vraag je je af of de snoek er echt last van heeft. Het antwoord zullen we nooit weten al was het wel zo dat de conditie van deze snoek gewoon normaal was. Dat laatste was niet het geval bij de snoek waarvan ik 2 foto’s toegestuurd kreeg en een mail met nadere informatie.
Het ging hier om een snoek van 89 cm waarvan de onderkaak gebroken was en later, hoeveel later is onbekend, weer provisorisch aan elkaar gegroeid is. Een jaar later werd deze snoek op min of meer dezelfde stek weer gevangen maar bleek bij meting 2 cm korter, 87 cm dus te zijn. Wat verder duidelijk opviel was dat de conditie van deze “kruisbek” dit keer stukken slechter was. Je kon echt spreken van een snoek die op zijn retour was en daarna niet meer gevangen is.
In de vorige aflevering noemde ik al het feit dat sommige gehaakte snoeken zichzelf verwonden door wild met hun kop heen en weer te slaan. Ook is er soms sprake van onkunde van de visser, een bepaalde onverschilligheid bij het onthaken of soms gewoon pech.
Bij de snoek van foto 4 weet ik niet precies hoe het kwam dat de bovenkaak zodanig gescheurd was dat een groot stuk nog maar aan een paar velletjes vast zat. De laatste foto van een vreemde bek laat een gezwollen oogkas zien en op de onderkant van het kieuwdeksel zien we ook nog een vreemde bulten. Ik ben nog op zoek gegaan naar een mogelijke ziekte maar heb niets kunnen vinden, helaas.
Helemaal geen staart.
De staart van de snoek, en dan vooral in combinatie met de rugvin en anaal vin, maakt dat een snoek in een fractie van een seconde een zeer snel schot voorwaarts kan maken en zo zijn prooi kan arresteren. Maar ook snoeken zonder staart kunnen zonder veel problemen een prooivis vangen, getuige de goede conditie van enkele exemplaren waarvan ik foto’s heb.
De eerst staartloze snoek komt uit Friesland en ik kreeg de foto als een soort vriendendienst van Tiemo Koopman uit als ik me goed herinner Wolvega. Tiemo verzamelt Rapala J-13 pluggen en was op zoek naar zo’n plug in de combinatie fluo –oranje buik, fluo-geel rug gedeelte met groene strepen. Kenners hebben het dan over de JE kleuren omdat deze plug in een Jan Eggers Selection kit zat voor snoek. Ik geloof dat de pluggen uit deze kits behoorlijk gezocht worden door verzamelaars want regelmatig krijg ik brieven en mails met de vraag of ze nog te koop zijn. Dan verwijs ik deze mensen naar Marktplaats en eBay want ik heb zelf niks meer. Maar goed, ik had nu gezien dat snoeken zonder staart bestaan en groter kunnen groeien.
Een paar jaar later vertelde vismaat Peter Nan dat we ook in West-Friesland snoekloze staarten hebben. Klaas Kuin, lid van het roemruchte snoekclubje “Het Onderlijntje” ving in een klein slootje bij Wognum ook zo’n vreemd exemplaar, nam er foto’s van en zette hem terug. Met als resultaat dat deze snoek een of twee jaar later opnieuw in dat slootje werd gevangen en er nog steeds zeer gezond uit zag. Ik geloof niet dat deze staartloze leden van de Esox familie, ik zag n.l. ooit in een Amerikaans blad en soortgelijke foto van een musky, een ziekte onder de schubben hebben. Ik vermoed dat ze zonder staart uit het eitje gekomen zijn of heel misschien dat op jonge leeftijd de staart is afgebeten of misschien door een schroef van een buitenboordmotor gekortwiekt is. Wie het weet, mag het me vertellen.
Heeft het een met het andere te maken?
Verder research naar mogelijke ziektes met staart of vinnen, leverde een ziekte me de naam vin rot op. Ik heb een foto van een snoek met een rottend gat in een anaal vin gevonden en vermoed ook dat de snoek met een bloedende rode staart, of wat daar van over is, aan deze ziekte, die door verschillende bacteriën veroorzaakt kan worden, lijdt. Al met al geen smakelijk gezicht en ik weet nog goed hoe de bloeddruppels uit de staart voor een smeer bende in de boot zorgde.
Ik weet niet of dat wegrotten van staart en vinnen snel gaat en of het dodelijk is voor de snoek. Ik vraag me daarom ook af of het mogelijk is dat deze ziekte stopt als de staart min of meer is verdwenen en je dan een soort gekortwiekte staart overhoudt zoals op de laatste staartfoto’s.
Soms zie je nog wel eens snoeken die een rode, bloeddoorlopen staart hebben als gevolg van te lang uit het water zijn, en dan vooral in de zomer, bij het maken van foto’s. Dat is trouwens in de winter bij temperaturen onder nul ook snel het geval en ik heb er een foto’s van de staart van een snoek vol stress bijgedaan. Die snoek werd tijdens een filmsessie ijsvissen in Canada gevangen en werd continu met ijskoud water begoten om te voorkomen dat de slijmhuid bevroor bij 15 graden onder nul.
De laatste foto’s van snoekstaarten zijn weer heel anders want ze laten een staart zien kort voordat deze verdwijnt in de flexibele slokdarm van een aalscholver. Er komen er hier in West-Friesland steeds meer, een direct gevolg van de grote concentratie aalscholvers die broeden op het kunstmatige eiland De Kreupel in het IJsselmeer net buiten Andijk en Medemblik. Ik heb al een paar keer meegemaakt hoe een zwarte zwerm van een paar duizend van die aalscholvers georganiseerd een paar plassen en groot kanaal bevisten. Wat mij betreft mogen ze vogelvrij verklaard worden.
Tot zover deze zesde bijdrage, Jan Eggers