Mooie tijd hoor die winter, niks gooien met jerkbaits of grinders, no trolling no no! Maar een dag old-skool met dode aasvis in de weer, een beetje Beerenburg in je cola en wachten op dat tikkie op je hengel. Zo donders spannend spelletje dat vissen. De lijn die genomen wordt, een dobber die mooi wegloopt, lijn strak draaien om te voelen of er iets als aan het elastiekje trekt en dan aanslaan……… kaboem! Ik wil jullie dan ook graag meenemen in mijn visserij met doodaas op grote snoek!
Tekst en fotografie: Hilco van Nuil
Het is wel een visserij van keuzes maken want aantallen is niet mogelijk hoor je wel eens…. Nou broodje aap hoor want ik kan je zeggen dat wanneer je de goede keuzes maakt, er in de winter geen stukkie hout of plastic, in welke vorm dan ook, tegen op kan! Op mijn topdag aller tijden had ik er 47 in de boot en dat is mij met kunstaas nog nooit gelukt. Mijn vismaat van die dag Gert, riep op een gegeven moment uit pure wanhoop: heee! stoppen met bijten ik mot roken donder!! Wat maar aangeeft dat het complete madness was op de dobbers. Ik geef toe dat het zeldzaam is zo’n gouden dag maar dat het mogelijk is was maar weer bewezen. Keuzes maken ja dat wel, wil je op grote snoek vissen of voor de aantallen gaan, das dan je keuze. Zodra je ze begint te vangen tussen de 65 en 80 cm kan je best geluk hebben dat er een grote kroko tussen door komt maar dan heb je wel mazzel!
Ik verkas dan vaak meteen als ik er een stuk of 5 heb, mooi op zoek naar de grootmoeders van al dat dartelende spul! Voor de meeste vissers onder ons is het moeilijk om meerdere metersnoeken per dag te vangen, toch is het makkelijker dan je denkt. De meesten onder ons kunnen namelijk de verleiding niet weerstaan, als ze meerdere mooie vissen vangen tot 80 cm, om dan te vertrekken. En dat is ook prima want je kunt prachtige dagen hebben met mooie sport op deze snoeken. Maar de kans dat je echt grote snoeken gaat vangen wordt door deze benadering niet echt groter. Ik ga dus proberen om wat inzicht te geven in de visserij met doodaas op grote snoek.
Het komt erop aan om op de goede tijd op de goede plek aanwezig te zijn. Tja mooi, nou weet ik nog niks hoor ik je al denken maar dat zal ik proberen uit te leggen. Ik begin meestal echt fanatiek te vissen met doodaas wanneer de watertemperatuur rond de 9 graden komt. Onthoud altijd als je naar je water kijkt dat snoeken groter dan 110 cm de top predators zijn van dat water. Zij zullen dan ook altijd de beste jachtplekken opeisen en de snoekjes tot 70 cm blijven daar liever uit de buurt van deze staartenbijters.
Dat is meteen ook de hele truc van deze visserij. Op het moment dat de temperatuur een vrije val maakt naar die 10 graden zal de aasvis, op strategische plekken zich verzamelen en richting overwinteringsstekken migreren. Vaak zijn deze beschutte plekken bereikbaar via versmallingen binnen het watersysteem. Op dat moment zal de grote snoek klaar liggen op die stek en is het easy hunting voor hun op de enorme witvis populatie die daar langs moeten passeren.
Uit eigen ervaring heb ik geleerd dat de grote snoeken enkele vaste standplekken prefereren, op zo’n vaste plek kan jij ze ook vangen als ze niet actief aan het jagen zijn. Een goed voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld een strookwater recht achter brugpijlers, hier is door constante stroming een diepere geul ontstaan. Deze geul is vaak wel 50 cm dieper dan de rest van het omringende water, mijn ervaring heeft mij geleerd dat de grotere dames vaak rond deze geulen liggen. Best slim trouwens, zij liggen daar dan in relatief rustig water wat weinig energie kost en de enorme voedselvoorraad is binnen 3 slagen vanaf de staart voorhanden. Natuurlijk zijn er ook momenten dat ze niet liggen maar actief aan het jagen zijn en dan kan je ze binnen een straal van 300 meter rond deze geulen meestal ook goed vangen!
Hoe lang deze visserij op de grote dames goed blijft merk je snel genoeg want zodra je vissen tot ongeveer 85 cm gaat vangen dan weet je dat het grote festijn feitelijk over is. Vaak krijg je nu een periode die moeilijker is om meerdere metersnoeken te vangen want het weer is vaak eind november begin december te wisselvallig. Zo heb je een aantal nachtvorsten gevolgd door dagen van 12 tot 14 graden boven nul. De aasvis wil dan nog niet geconcentreerd bij elkaar blijven en de snoek is dan vaak een beetje zwervende. Dit is dan ook de periode dat de mensen met een boot de betere vangsten hebben, zij dekken met hun sleepdobbers meer water af dan diegene die van de kant aan het vissen is. De ingangen van bijvoorbeeld havens zijn dan over het algemeen de betere plekken om te bevissen!
Nu komen we aan bij de watertemperatuur van 0 tot 5 graden, de aasvissen liggen nu geconcentreerd op hun overwinteringsplekken. De meest voor de hand liggende plekken zijn jachthavens en water wat gelegen is tussen de bebouwing, echter pas op dat je hiermee jezelf niet te kort doet, want dit zijn ook de stekken die het meest bevist worden. Kijk goed om je heen, alle plekken die in de luwte liggen en bij voorkeur doodlopend zijn, geven kans op grote snoek. Vis zoveel mogelijk de kant af die uit de wind ligt en waar als je geluk hebt een waterig winter zonnetje op schijnt. Ikzelf vis altijd met aas waarvan ik zeker weet dat het groter is dan 90% van de maat die er als aasvis ligt. Dus aas van minimaal 25cm en groter want dikke snoeken zijn gek op groot en “easy food”! Als je in staat bent op een stek een vis te vangen groter dan 110 cm ga dan zeker niet verkassen want ik beloof je dat er op die stek meer grote snoeken aanwezig zijn. Ik heb zelf vele dagen gehad dat ik over een lengte van 100 meter drie vissen boven de 115cm ving in een korte periode.
Een oude legende is dat de snoek in de winter diep zit, op de grote grindgaten aan de rivier is dat ook zo. Maar op de plekken zoals ik de beschrijf worden de beste vangsten gedaan op 1.5 tot 2.5 meter water. De aasvis ligt in een grote wolk op het diepste gedeelte van deze stekken, wat meestal 3 tot 4 meter betekend. De roofvis ligt rondom deze wolken witvis met de boot en sleepdobbers vis ik dan ook op een diepte van 2 meter meestal zo een 5 meter uit de kant, mijn aasvis is op deze manier goed zichtbaar voor de groenjassen die onder een steiger of boot wachten op hun kans! Trouwens als kantvisser laten de meesten een grote kans liggen, gebruik eens een hengel van een meter of drie en half, werpgewicht van rond de 150 gram en monteer eens een sleepdobber. En kom in beweging je vist op die manier veel meer water af dan degene die een vaste stek kiest! Gebruik minstens 30 gram lood zodat de aasvis op diepte blijft terwijl je loopt, molen open lijn onder je vinger en bij het minste tikje de lijn laten lopen mooie visserij en erg succesvol!
Tot slot een laatste tip: vaak zie je in vangstverslagen dat wanneer er op een bepaalde stek goed wordt gevangen, dit echter met de week slechter wordt als je goed oplet. De minder slimme vissers blijven dan maar hangen op die stekken en je ziet ze van hele mooie aantallen naar 1 of 2 visjes per dag gaan. Pas je deze tactiek zelf ook toe en ik weet het is aanlokkelijk, dan doe je jezelf echt te kort. De grote dames zijn de wekelijkse foto shoots namelijk snel een beetje zat, blijf dus goed naar je water kijken want er is vast een stek in jou omgeving waar je ze wel weer vangen kunt en dat is vaak dichterbij dan je denkt! be smart!!!!!
Fish On, Greets Hilco
Reageren op het artikel van Hilco van Nuil? Dat kan op ons Roofvisweb Forum.