Dit najaar ben ik met vismaten Nico en Frans naar Ierland geweest om mee te doen aan de Predatortour Ireland. De verslagen van de wedstrijd heb je hier op Roofvisweb kunnen lezen. Een van onze tactieken was trollen op open water. Wat, hoe en waarom lees je hieronder.
Tekst en foto’s: Frans Oomen
Laat ik beginnen met te stellen dat het trollen op open water zoals dat in Ierland gebeurd anders is dan we in Nederland gewent zijn. Trollen op zijn Hollands ongeveer 20 meter achter de boot is bij mij in het verleden niet echt succesvol gebleken in Ierland.
In 2010 viste ik met vismaat Nico voor het eerst in Ierland. We verbleven bij Herman Molenaar (www,fisherman.nl)en deden mee aan de 2010 versie van de Predatortour Ierland. Onze resultaten waren er niet echt naar. Weinig voorbereiding en domme pech maakte dat we niet goed gevist hebben. Op onze laatste dag op Lough Derg passeerde Herman ons. Hij was 2 mannen aan het gidsen die ook in zijn B&B verbleven.
Herman had er de gang aardig in hangen en viste ver achter de boot. Op het einde van de dag vernamen we dat ze 6 vissen hadden. Dat gaf te denken voor het vervolg.
In 2014 deden we weer mee aan de Predatortour Ireland, Hermans eigen versie van het evenement. Met de kennis van 2010 op zak en een betere voorbereiding lukte het ons nu wel om onze vissen te vangen. Het vangen van snoeken leek in eens een minder moeilijke opgave en uiteindelijk hadden we onze snoeken, baarzen en een forel. We deden dus mee voor de prijzen. De 7e prijs was voor ons . Een weekje naar Boyle bij Angling Services Ireland, beschikbaar gesteld door Bodo Funke.
In 2015 viste we opnieuw de Predatortour Ireland. In het voorvissen kwamen er weer de nodige visen in de boot. De wedstrijd zelf stond voor ons in het teken van kleine vis. Kaartje compleet maar niet genoeg centimeters. Na een toffe week bij Herman gingen we door naar Bodo Funke in het mooie Boyle (www.anglingservicesireland.com).
De meren in deze omgeving (Lough Key, Lough Gara en Lough Arrow zijn heel anders dan het immense Lough Derg. Kleiner, overzichtelijker maar ook met ongelofelijk veel mogelijkheden. Op met name Loug Key hebben we ook een paar dagen noodgedwongen moeten trollen. Harde wind maakte boot controle, zelfs met de Marcraft van Nico ontzettend moeilijk. Daar komt bij dat er ook hier trollend heel goed vis te vangen was. De tactiek was nagenoeg gelijk aan die op Lough Derg.
Uit de gesprekken met Herman, Bodo en Dermot Ogle blijkt dat zij echt een voorkeur hebben voor de koude tijd. Het hele jaar door is er wel een vis te vangen op open water maar hartje winter (niet de tijd dat wij aan een buitenlandse vistrip denken) is echt een toptijd. Zeker voor de grotere vissen.
Hoe gaan we te werk?
Open water betekend veelal diep water in deze streken. 10 meter is zo’n beetje gemiddeld. Boven dieper water kan ook maar bij ons bleek dat de meeste aanbeten op te leveren. We trollen op een snelheid die iets harder is dan stationair. Af en toe een klein beetje gas bij geven en dan weer vertragen.
Met ver achter de boot bedoel ik ook echt ver. De 20 meter die we in Nederland aanhouden is niets vergeleken met de Ierse methode. We werpen de pluggen bovenhands in, zo ver we kunnen en geven dan nog eens flink wat lijn bij 50 meter haal je makkelijk.
Bij diep water denken veel mensen ook direct aan diep lopende pluggen. Onze ervaring is dat juist die ondieper lopende grote pluggen het goed doen. Als het een meter of 4 diep loopt is meer dan genoeg. Welke pluggen hoor ik je vragen? Hieronder een paar die het voor mij goed gedaan hebben:
• Grandma 9” of Jakes in de zelfde maat
• Swim Whizz of Believers (liefst de 1 delige op het ondiepe oogje gevist)
• Salmo Fatso
• Strike Pro Magnum en Giant
• Joe Bucher Shallow raiders 7 en 9”
• Legend outcast
Veelal grotere flankers dus zoals je hierboven kan zien. Swimbaits werken ook goed. Kleinere pluggen leverde niet zo veel op. Omdat het in open water is mag het wel een beetje opvallen en een grote plug doet dat nu eenmaal meer. Welke pluggen je ook kiest, zorg er voor dat je zeker weet dat ze recht lopen. Bij het versnellen krijg je dat pluggen de snelheid soms niet aan kunnen. Niets is zo vervelend als het binnen moeten draaien van al je lijnen met 2 of meerdere pluggen die in elkaar gelopen zijn. Test die vooraf even door kort achter de boot een plug mee te laten lopen en te kijken of hij bij een beetje snelheid recht blijft zwemmen.
Met rubber valt ook prima te slepen door te versnellen en te vertragen ga je meer verschil in diepgang krijgen omdat het zinkt. Heel interessant als je over een dropoff komt.
Wordt het echt koud, dan kun je voor een wat dieper lopende plug gaan. Denk dan eens een aan een Nilsmaster Invincible, Hybrida B3, een grote Ernie of een Strike pro magnum met een lange lip. Deze pluggen lopen stukken dieper wat soms nodig is als de vis diep zit.
Materiaal
Dergelijke pluggen zijn flinke jongens dus een hengel met een beetje body om ze weg te zetten is wel wenselijk. In verband met de afstand moet een hengel ook weer niet spijkerhard zijn. Taai is het juiste woord. Ik heb een St Croix Lipstick als steun hengel en mijn vismaat gebruikt een Avid inshore in de steun. Beide taai en genoeg body om een vis op te haken. Ook het wegzetten van een zwaar stuk kunstaas is geen probleem met deze stokken. Als handhengel gebruik ik een parabolische Lamiglas muskie stok. Eentje met veel steun in de ondergreep want de pluggen trekken hard aan je hengel.
Het binnen takelen van kunstaas over zo’n grote afstand is een vermoeiend werkje. Kies daarom een reel met een redelijk trage overbrenging.
Onmisbaar voor het trollen met deze grote pluggen is een 2e steuntje waar je af en toe je hand hengel in kan zetten. Leg hem vooral niet neer als je nog aan het vissen bent! De aanbeten zijn snoeihard en niet te vergelijken met wat wij in Nederland kennen. Nico’s Marcraft heeft ook voor de persoon voorin een 2e steun. Geen overbodige luxe.
Als leader kies ik 40 ponds 7 strand of 100 ponds fluor carbon. Deze laatste knoop ik altijd zoals je hier op Roofvisweb al eerder hebt kunnen lezen. Neem je leader niet te kort. De vissen, zeker de kleinere gaan soms rollen en dan kan het voorkomen dat je dyneema tussen de tanden van de snoek komt.
Bootcontrole
We vissen dus in open water. Kijk goed op de kaart of er niet iets van ondieptes op je traject liggen. Bochten maken en structuur volgen is eigenlijk uit de boze. Probeer zo recht mogelijke lijnen te varen. Een goede waterkaart is een onmisbaar hulpmiddel hierbij. Als je pluggen aan de grond lopen of in de planten is het ook om zeep en moet je weer alles binnen draaien met alle gevolgen van dien.
Je kan doorvaren zoals sommige dat doen maar persoonlijk vind ik dat niet handig. In Zweden wordt dit ook veel gedaan, doorgaans met een hele kerstboom aan hengels, planerboards, downriggers en weet ik wat al niet meer. Dat is bijzonder effectief maar niet mijn ding. Ik heb maar een enkele keer mee gemaakt dat een vis een andere lijn te pakken had in de dril.
Heb je eenmaal een productieve diepte te pakken, blijf daar dan op vissen. Als bepaalde stroken eenmaal vis opgeleverd hebben blijf je het best in die buurt vissen. Kijk ook goed naar je diepte meter. Als je veel aasvis ziet op je scherm en zeker de gekende “baarsbollen”, hou dan je stok maar goed vast.
Nog een handige tip:
Beschikt je boot over een fronttroller met een ankerfunctie, steek deze dan in het water. Bij het varen tegen de wind in kan je de boot ankeren als je een aanbeet krijgt. Geen gekloot met sturen terwijl er een 3 hengels binnen moet draaien en de ander een vis staat te drillen. Zorg er voor dat je afstandsbediening binnen bereik ligt zodat de ander die altijd kan bedienen.
Succes Frans Oomen